Boa Vista en Sao Vicente

We zijn nu bijna drie weken in Kaapverdië. Nadat we op Sal waren aangekomen gingen we al de volgende dag naar Boa Vista. Daar wilden we wel een paar weken blijven. De ankerplek is prachtig, een grote, ondiepe baai met aan de ene kant een eilandje (Ilha de Sal Rei) en aan de andere kant eindeloze witte zandstranden. Er zijn een paar barretjes op het strand en er wordt volop gewindsurft en gekitesurft. Ook zie je steeds vaker “wingfoilers”: een kleine plank met daaronder een “foil”, een kleine draagvleugel. De surfer heeft een vleugelvormig zeiltje in zijn twee handen, er is geen mast. Al bij lage snelheid tilt de foil de plank uit het water en dan gaat de snelheid snel omhoog. Het geheel maakt indruk door de eenvoud. Ik zou het wel eens willen proberen, maar het is er nog niet van gekomen.
Op Boa Vista zou je ook mooi kunnen duiken en daar hebben we ons op verheugd. We proberen contact te leggen met twee duikscholen, maar die blijken gesloten. De een zegt vanwege Covid, de andere laat weten dat duiken op Boa Vista vanaf december eigenlijk niet goed meer mogelijk is, omdat door de sterke wind en golven het zicht sterk terugloopt. Dat is wel een tegenvaller. En dat van die wind en golven, ja, dat merken we ook op de ankerplek. De verwachte afname van de wind blijft uit. De afstand tot de kant is groot, en door de wind staan er dan ook al flinke golven bij de boot. De dinghy springt, hangend achter de boot, flink op en neer en naar de kant varen is een natte bedoening. Toch gaan we regelmatig naar de wal om in het dorpje koffie te drinken, boodschappen te doen en gewoon rond te slenteren. Sal Rei is een heel ontspannen Afrikaans dorp, iedereen is uiterst vriendelijk.

We ontmoeten Vicky, de Britse eigenaresse van een klein kantoor waarin ze samen met haar dochter plaatselijke excursies organiseert en we besluiten de volgende dag met haar op pad te gaan. Er zijn 2 andere gasten en met zijn vieren nemen we plaats achterop de 4-wheel-drive-pickup. Het wordt een tour over het noordelijke deel van het eiland. We bezoeken een pottenbakkerij, een familiebedrijf, waar al het aardewerk voor de 3 grote luxe hotels op het eiland wordt gemaakt. Van schalen en bloembakken tot lampenkapjes en allerlei decoraties. Alles met de hand, alles met traditionele werktuigen. We rijden door een uitgebreid woestijngebied. Boa Vista wordt ook wel “een stukje Sahara in de oceaan” genoemd. De zandduinen zijn indrukwekkend. De oorsprong van het eiland is “gewoon” vulkanisch, het zand dat je overal ziet, inclusief de stranden, is in de loop van de eeuwen door de wind vanuit de Sahara meegevoerd. Dat gebeurt overigens nog steeds; er hangt voortdurend Saharastof in de lucht. Het komt overal. De boot wordt er vies van, onze nationale driekleur is inmiddels rood-lichtbruin-blauw.
Na een wat geforceerd aanvoelende afdaling van een van de hoge zandduinen op een “snow”board, rijden we door enkele kleine dorpjes en bezoeken we het wrak van een groot vrachtschip op de noordkust van het eiland. Toen dit schip in de zestiger jaren strandde en toen bleek dat het niet los kon komen, haalden de inwoners van Boa Vista het binnen 24 uur volkomen kaal. Van de lading konden ze meer dan een jaar eten en veel onderdelen, bijvoorbeeld deuren, vonden hun weg naar de hutten van de bevolking.
Tijdens de tour vertelt Vicky uitgebreid over de ontberingen van de bevolking tijdens de covid-lockdown. Doordat er geen toeristen meer kwamen was er voor zeer velen geen werk meer en dus geen inkomen en dus geen eten. Vicky en een aantal andere buitenlandse ondernemers hebben charity-projecten opgezet, waardoor ze vele duizenden voedselpaketten konden rondbrengen.

Inmiddels begonnen ook wij ons wel ongerust te maken over de nieuwe omikron variant van covid. Door ons werk in de gezondheidszorg waren we er erg vroeg bij met de vaccinaties (januari), dus wij verlangden wel naar een booster. Onze hoop was in eerste instantie gevestigd op Suriname, maar waarom zouden we het niet hier proberen? Vanaf het ziekenhuis werden we verwezen naar de vaccinatielocatie, een soort sporthal aan de rand van Sal Rei. Midden op de vloer staan twee tafeltjes, een voor de administratie en een voor het prikken. Darilin staat me te woord en ze zegt gelukkig niet meteen “nee”. Ze moet het wel eerst met haar baas overleggen. Ze prikken daar wel met Pfizer, maar dat is gereserveerd voor jongeren. Misschien Moderna. De volgende dag krijgen we bericht, het kan! We moeten wel eerst wachten tot er minstens 10 kandidaten voor Moderna zijn, anders wordt er geen ampul opengemaakt. Twee dagen later is het zover, we krijgen allebei onze booster, gezet door Darilin.
Inmiddels is het op de ankerplaats steeds onaangenamer geworden. De wind is weliswaar wat afgenomen, maar er komt steeds meer deining binnenlopen. We worden er bijna zeeziek van. Het is er erg ondiep en niet ver van de boot breken de golven. Dit trekt golfsurfers aan, maar voor ons voelt het niet goed. We besluiten te vertrekken voordat het gevaarlijk wordt. Als we anker op gaan merken we dat ons ankerboeitje verdwenen is. Het is een mooi ding, voorzien van een interne veer, waardoor de lengte van de lijn zich automatisch aanpast aan de diepte. Door de aanhoudende swell en het voortdurend in-en uitrollen van de lijn is die doorgeschavield en is de ankerboei er vandoor. Gelukkig zien we hem nog drijven en kunnen we hem bergen. We hebben hem toegevoegd aan de klussenlijst.

Het is 130 mijl varen naar Sao Vicente en precies 24 uur later komen we aan bij de hoofdstad Mindelo. Dat is bekend terrein, 8 jaar geleden waren we hier ook. Maar wat is die stad veranderd! Twee keer zo groot, geen zandstraten meer, maar geplaveid of geasfalteerd. Naast zeer eenvoudige winkeltjes en veel op straat zittende verkopers zijn er nu ook luxe winkels voor kleding en lederwaren. Er rijden luxe auto’s en ze glimmen bijna allemaal. Het is veel welvarender geworden. We zijn er inmiddels een week, en al zijn we niet verder gekomen dan het stadje, het verveelt helemaal niet. Bij binnenkomst was de ankerplaats vrij leeg, en we kenden er maar één boot. Inmiddels zijn er veel boten bijgekomen, waarvan we er meerdere kennen. Je begrijpt het, bezoekjes over en weer. Aanvankelijk waren we van plan maar kort te blijven, maar toen we hoorden dat de “Puff” en de “Dance Me” onderweg waren, besloten we om een paar dagen langer te blijven en samen kerst te vieren. Zo brengen we nu kerstavond en vandaag, eerste kerstdag, door met 6 andere bemanningen (Duits, Vlaams en Nederlands), verdeeld over 2 diners en een brunch. Gisteren deden we hiervoor inkopen in een overvol Mindelo, rijen voor de winkels, maar alles is wel gewoon open. En meteen de bevoorrading voor de volgende passage. Want morgen, de 26e, gaan we anker op en zetten we koers naar Suriname.


Tocht naar de Kaap Verden

Dag 1, 2 dec: om half negen varen we de marina van El Hierro uit. Er staat al een stevige bries en we zien flinke golven net buiten de pieren. Met goed gereefde zeilen komen we de oceaan op en komen meteen in de acceleratiezone rond het eiland terecht, met windstoten tot 33 knopen en hoge steile golven. Geen tijd om rustig te wennen, nee, meteen de wasmachine in. Oef, dat hadden we even onderschat. Wat een heftigheid om ons heen, wat voel je je dan toch nietig. Ik ben soms gewoon bang, zeker als de boot enorm oploeft door een hoge golf. Het geluid van fluitende wind en brekende golven om ons heen is indrukwekkend en niet echt prikkelarm. Niet mijn ding, zeg maar. Maar Pieter blijft de rust zelve, mijn rots in de branding. De boot doet het fantastisch en al snel bomen we uit en zeilen verder met onze favoriete set-up. Met mijn blik op de horizon gericht, gaat het wel. En wat leuk als ineens precies in die blikrichting, op nog geen 50 meter van de boot, een hoge spuit te zien is van een grote walvis die even een blik komt werpen, dat maakt weer veel goed.

Dag 2: Pittige nacht achter de rug met wind tussen 25-30 knopen en hoge golven. Slecht geslapen. Bijna nieuwe maan, dus extra donker in de nacht. Wel een geweldig mooie sterrenhemel en zelfs een paar vallende sterren. De wens om minder wind wordt echter nog niet gehoord. Overdag blijft het stevig waaien, maar aan het eind van de middag is het beter te doen. Gelukkig heb ik voor 3 dagen vooruit gekookt, dus eten is kwestie van opwarmen.

Dag 3: De zee is duidelijk wat rustiger geworden, de golven komen niet meer van alle kanten. Ook neemt de wind iets af. Ik schrijf in het logboek: het begint weer leuk te worden. We zien een paar grote springende vissen, blijkbaar opgejaagd door groot wild uit de diepte en zien een zeeschildpad voorbij drijven. We zijn halverwege! Vandaag het zonnetje erbij, dat maakt alles een stuk vriendelijker. Via Xander worden we op de hoogte gehouden van de kwalificatie, dankzij berichtjes via de satelliettelefoon: balen dat Max crasht in de laatste ronde!

Dag 4: Prima nacht gehad, lekker gezeild, we gaan als een speer. De boot doet het hartstikke goed, we hebben er veel vertrouwen in gekregen. Eigenlijk hadden we ons schip nog nooit goed kunnen testen omdat we de afgelopen drie jaren eigenlijk nooit heftig weer hebben gehad. ’s Nachts zien we een voor ons nieuw fenomeen: overal om ons heen, in de toppen van omkrullende golven en vooral in ons kielzog, felle lichtflitsen en grote lichtgevende bollen van zo’n 20-30 cm diameter; alsof er paparazzi met flitsende camera’s achter ons aanzitten. Prachtig! Overdag een lekker warme douche en daarna een dolfijnenshow, ze blijven wel 5 kwartier rond de boeg spelen en maken de mooiste sprongen. Met daggemiddelden van zo’n 150-155 mijl, gaan we morgennacht al aankomen!

Dag 5: Weer pittige wind vannacht, tot 30 knopen en meteen weer een opbouwende zee. Overdag wordt het rustiger en de vislijn gaat uit. Zo leuk als we een paar uur later een mooie mahimahi weten te landen, daar gaan we zeker 4 dagen van eten. De Watt&Sea sleepgenerator maakt stroom, de zonnepanelen staan uitgeklapt en ondertussen maakt de watermaker drinkwater voor ons, zodat we met gevulde tanks gaan aankomen. Weer zien we 2 walvissen niet ver van de boot vandaan. De laatste nacht gaat in. Rond 1 uur zien we de eerste lichtjes in de verte en om half vier laten we ons anker vallen in de volle baai, best nog een uitdaging in de pikdonkere nacht. Natuurlijk drinken we onze befaamde aankomstbubbels en na een douche om al het zout van ons af te spoelen, slapen we weer heerlijk in elkaars armen. We zijn na 4 dagen en 19 uur op dinsdag 7 dec om 3.30 uur veilig op Sal aangekomen na een pittige tocht, hoera!

Kaap Verdië, Palmeira de Sal: Ook hier in de baai waait het flink. We maken eerst schoon schip en blazen de bijboot op. Rond 14 uur komen we aan op de kant, waar we ons melden bij de policia maritima. De health-official zegt dat we een negatieve test moeten kunnen laten zien: als blijkt dat we die niet hebben, worden we in een auto geladen en naar de hoofdstad meegenomen, waar er vlotjes een antigeentest wordt afgenomen en we binnen korte tijd een mooi officieel document hebben dat we beiden covid-negatief zijn, voor een tientje per persoon. Goed geregeld!

De rest van de formaliteiten wordt snel afgehandeld en dan zijn we ingeklaard, wat we vieren met een lokaal Strela biertje. We moeten wel even wennen, hoor. De mensen zijn wat opdringerig, het is er allemaal vies en stoffig, ze willen allemaal wat van ons. Vooral Pieter voelt zich hier erg ongemakkelijk bij. We overleggen de dag erna al verder te gaan: hier is toch niet veel te beleven, het was een noodzakelijke stop voor het inklaren wat niet op elk eiland kan. Morgen varen we naar Boa Vista, besluiten we.

Woensdag 8 december varen we door naar het volgende eiland, heerlijk zeilen met straffe wind, maar dat zijn we nu wel gewend. We gooien ons anker uit achter Ilha de Sal Rei bij het eiland Boa Vista, en liggen op azuurblauw water van 4 meter diep, met om ons heen de mooiste witte zandstranden. Ook hier moeten we ons netjes melden, maar als we aankomen bij het kantoor van de politie, is de maritieme officier al lekker naar huis, mañana terugkomen. We slenteren door het kleurrijke stadje, waar de mensen een zeer ontspannen en veel minder opdringerige indruk maken. We kopen wat fruit in de markthal en een kippenspies op straat bij de lieve mevrouw die achter een grote barbecue staat. We vinden het hier nu al zoveel leuker dan op Sal en zijn van plan hier een paar weken te gaan blijven. Gezellig dat de Noorderzon er ook blijkt te liggen, ’s avonds dus een uitgebreide borrel om bij te praten bij ons aan boord.

Lastig dat het zo hard waait, waardoor het erg choppy is op de ankerplek en het landen met de bijboot steeds weer een kleine uitdaging is. Maar de wind gaat de komende dagen afnemen, en dan wordt het hier heerlijk! We wandelen alvast wat rond op de witte stranden en eten een visje in een sfeervol tentje aan het water. Het leven is hier op z’n Afrikaans goed.

Aangekomen op Boa Vista, Kaap Verdie

Donderdag 2 december voeren we weg van het meest westelijke eiland van de Canarische eilanden, EL Hierro, om bijna 5 dagen later aan te komen op Sal, Kaap Verdie. We hadden een pittige tocht met vooral in het begin veel wind en hoge golven. Wel veel zeeleven gezien, dolfijnen, meerdere walvissen, een zeeschildpad en als kroon op de tocht konden we de laatste dag een mooie mahimahi landen waar we zeker 4 dagen van kunnen eten.
Dinsdag inklaren op Sal en woensdag meteen doorgevaren naar het veel leukere en kleurrijke eiland Boa Vista waar we op azuurblauw water voor anker liggen op zo’n 4 meter diepte. We zijn van plan hier een tijdje te blijven. Nog niet alles gaat soepel, zoals internet regelen en de telefoons weer kunnen gebruiken, dus daarom hoort het thuisfront even wat minder van ons. Maar alles is goed met ons!

Snel komt hier een uitgebreider verslag met foto’s erbij, tot dan!!!

Laatste stop in Europa

We liggen nu een week in de haven van El Hierro, Puerto de Estaca. Zoals we eerder schreven ligt de haven prachtig, onder aan een hoge rotswand. De jachthaven is keurig, is nog maar een paar jaar oud, maar hij is niet af en waarschijnlijk blijft dat ook zo. Er zijn mooie beveiligde hekken voor de pontoons, maar de hekken staan al 2 jaar open, omdat de toegangspasjes niet goed genoeg werken. Van de toiletgebouwen is er maar één in gebruik en het hok met de wasmachines blijft op slot. Maar er is walstroom en water op de pontoons, dus daarmee komen we een heel eind. Het is ook de haven waar de ferry vanaf Tenerife aankomt en vertrekt. Behalve de vertrekhal van de ferry met een klein cafetaria en het kantoor van de enige havenpolitie-diender is hier verder niets. Het dichtstbijzijnde stadje, teven het hoofdstadje, Villa de Valverde, ligt bovenaan de eerdergenoemde rotswand, en dat is 500 meter hoger. Niet handig voor de boodschappen. Ongeveer tweemaal per dag gaat er een bus. Tja, we missen La Gomera, waar het haventje direct aan de hoofdstad lag, met de bakker, de supermarkt en de gezellige cafeetjes op loopafstand.

Natuurlijk hebben we eten genoeg aan boord, waaronder de zelfgevangen tonijn, dus we komen niets te kort. De eerste dagen zorgen we voor de boot, we zwemmen vanaf het zwarte strandje net buiten de haven, we maken een fietstocht langs de kust en we genieten van het mooie weer. We bakken ons eerste brood met de bakmachine, een succes! De overbrenging (homokineet) tussen schroefas en keerkoppeling sproeit vet. Het lukt me dit (voorlopig?) te repareren, helaas ten koste van een aantal nare vetvlekken op mijn kleren. Ja, die had ik natuurlijk eerst uit moeten doen! We regelen een huurauto, waarmee we in drie dagen het hele eiland verkennen. Het woord wat het meest in me opkomt is sprookjesachtig.

Net als in La Gomera wordt het hoogste deel van het eiland voor een groot deel ingenomen door nevelwoud met bovenin laurierbomen en lager pijnbomen. Maar het is hier nóg groener, de lagen mos op de bomen zijn nog dikker en feller gekleurd, waardoor het lijkt alsof de bomen dikke truien aan hebben van bijna fluorescerend groen. Elk moment kan er een kabouter tevoorschijn komen. In de pijnbossen staan de bomen relatief ver uit elkaar en groeit er verder niets op de bodem, die bedekt is met een dikke laag dennennaalden. Je ziet de feeën haast dansen. Het palet aan kleuren van het vulkanisch gesteente is indrukwekkend, de trollen kunnen nooit ver weg zijn.

In het noordwesten is een bos dat bestaat uit jeneverbesbomen, waarvan de kruinen, door de voortdurende geseling van de passaatwind, volledig opzij staan.
Ook dit eiland is door vulkanisme ontstaan. We bezoeken het bezoekerscentrum, waar o.a. een video wordt vertoond van de onderzeese uitbarstingen in 2011/2012, slechts enkele kilometers uit de kust.

De laatste autodag trakteren we onszelf op een lunch in een prachtige Mirador met uitzicht op El Golfo, waar een deel van het eiland ongeveer 600.000 jaar geleden in zee verdween, waarna er een uitgestrekte zeer vruchtbare laagvlakte overbleef. Er wordt hier van alles verbouwd, vooral de ananas wordt geëxporteerd.
Ondertussen houden we het weer nauwlettend in de gaten. We willen graag een nieuwe stap zetten, Europa achter ons laten, door naar de KaapVerden te varen. Maar er staat steeds teveel wind naar onze zin. Gisteren, maandag, hakten we de knoop in principe door, om vandaag te vertrekken. Dus we deden met de auto de laatste inkopen en maakten de boot klaar en Monique kookte al vast een paar maaltijden om later op te warmen. Maar vanochtend zag het er toch weer een stuk minder goed uit en nu lijkt het beter nog een dag of twee of drie te wachten. We hebben geen haast en we krijgen liever geen 35 knopen wind om onze oren, al komt die van achteren.
Even schakelen dus, de boot en wij weer terug in de relax-stand. Hee, hebben we ineens 2 dagen “over”! We pakken de klussenlijst er maar weer bij.

Bezoek op Tenerife

Maandag 15 november varen we weg van het heerlijke eiland La Gomera, met een beetje pijn in ons hart. Het was fijn om ergens wat langer te blijven, de plaatselijke bakker te kennen en onze favoriete restaurantjes te hebben. Maar het is nou eenmaal tijd om te gaan, want we krijgen bezoek op Tenerife. Rustig varen we naar de overkant bij lichte wind, we zien een aantal grienden die heel dicht langs de boeg van onze boot zwemmen. Het laatste uurtje naar marina San Miguel is weer pittig, net als vorige keer, met meer dan 20 knopen wind op de neus en nare steile golven. Weer veel wind bij aankomst en deze keer krijgen we een box op een plek met nauwelijks manoeuvreerruimte, zonder vingersteiger, geen buurboten en twee veel te korte achterlijnen die uit de diepte moeten worden opgevist, eigenlijk is onze boot de groot voor de toegewezen plek. Flinke wind uit de verkeerde richting en een marinera die nieuw is en niets van schepen of wind lijkt te snappen, werken in ons nadeel: we komen dwars in de box te liggen met wat schade aan de boeg. We weten het wel weer op te lossen, maar ohhhhh, wat vinden we deze marina toch rampzalig. Later horen we meerdere gelijke ervaringen van andere crews, en ieder is het erover eens: wat een onbehulpzame staf en wat een nare marina. Het enige voordeel is, dat het dicht bij de airport ligt. En bij het hotel waar Merel met vriend Erik en de kinderen verblijven. Snel pakken we de fietsen en gaan naar ze toe voor het weerzien en een borrel. 

We hadden een paar weken geleden een autootje weten te huren, de laatste die beschikbaar was, een fiat Panda, en helaas was er geen grotere meer beschikbaar gekomen. Dus de dag erna met z’n zessen erin, lekker krapjes op de achterbank. Maar waar een wil is…

Samen door het vulkanisch landschap gereden en de middag aan het strand doorgebracht. De volgende dag nemen we het gezelschap mee naar het befaamde Loro-Parque, een bijzondere dierentuin. We zien een indrukwekkende orkashow, en daarna shows met dolfijnen, papagaaien en zeeleeuwen. Het park is mooi aangelegd met tropische begroeiing. Heel bijzonder is het grote ijsverblijf waar Humboldt- en Koningspinguïns leven. Ook de aquaria zijn een feest voor het oog. Maar als we Tom vragen wat hij het leukste vond, is dat de speeltuin 🙂 Fijn om Merel en de kleinkinderen weer even om ons heen te hebben en leuk om Erik weer eens te zien! We nemen ’s avonds afscheid van de familie. 

Donderdag gaan we eerst boodschappen doen. Helaas is de kajak die we van Anje hadden overgenomen recent kapotgegaan. We rijden naar Santa Cruz om daar onze nieuwe tweepersoonskajak op te halen bij de Decathlon. Fijn dat dit hier nog zo makkelijk kan, nu we nog in de EU zijn. We gaan er vast veel plezier aan beleven! Dan de algemene boodschappen en dan snel naar huis, om de boot netjes en gezellig te hebben voordat Ferdy en Anastasia aankomen. Dat lukt precies! Om half zes rijden ze het terrein van de haven op, wat een fijn weerzien!! Ze hebben een tas van wel 20 kilo aan spullen bij zich, die we in Nederland hadden besteld en bij hen hadden laten afleveren, wat een schatten dat ze bereid waren dit hierheen te sjouwen! En daarnaast hebben ze nog nog pepernoten in diverse smaken bij zich, gevulde koeken voor Pieter, mijn koekie-monster, en gemberbolletjes op siroop, die ik hier nergens kon vinden. Zo gezellig dat ze voor een lang weekend komen overgevlogen. En ze namen prima weer mee, dat wil zeggen: nauwelijks wind, blauwe luchten en zon. Vrijdag kunnen we dan ook het water op en zien rond de 1000 meter dieptelijn vele grienden, zelfs met jongen aan hun zij. Nastya maakt er prachtige filmpjes van. In de namiddag rijden we door de Masca-kloof, zien Los Gigantes bij avondlicht en gaan uit eten bij onze rennende Japanners. Zaterdag rijden we naar de vulkaan, lunchen aan zee bij Garachico, halen er de befaamde ijsjes van Abuelo en vinden een uitdagende weg naar huis, ideaal voor onze coureur Ferdy, die zijn hand hier niet voor omdraait. ’s Avonds hebben we mooie en dierbare gesprekken en leren we een nieuw spel van ze. Zondag is het alweer tijd om naar huis te vliegen. Wat een heerlijk bezoek van mijn allerbeste vriend en zijn vrouw, altijd welkom aan boord!! Zoals altijd na fijn bezoek aan boord, blijven we achter met een licht verdrietig gevoel maar vol goede herinneringen.

Gelukkig geeft de wedstrijd van Max weer mooie en bloedstollende afleiding, ohhh, wat is het spannend dit jaar in de Formule 1. We vrezen dat dit de laatste keer is dat we live kunnen kijken, de laatste twee wedstrijden van dit seizoen zullen we op zee of op de Kaap Verden zijn. Maar dan hebben we vast wat wal-supporters die ons op de hoogte gaan houden van de ontknoping. Voor het geval jullie het niet wisten: wij zijn voor Max!

Maandag 22 november varen we in de ochtend weg. Er lijkt flinke wind aan te komen in de komende week, dus nog geen geschikt moment om zuidwaarts te gaan. Dat geeft ons de gelegenheid nog een weekje te gaan genieten van het meest westelijk gelegen eiland van deze Canarische eilanden, El Hierro. Omdat het windstil is, motoren we in ruim 4 uur naar een prachtige ankerplek bij La Gomera, playa Suarez, waar we na aankomst meteen gaan snorkelen in kristalhelder water en zien vele gekleurde vissen. We slapen als rozen, gelukkig staat er zo goed als geen swell. De volgende ochtend varen we verder, 7 uur motoren over een olieachtige zee. We zien een grote zeeschildpad van dichtbij en cirkelen even om hem heen voor een mooi filmpje. Ook vangen we onderweg een middelgrote mahimahi die zich op het allerlaatst weet te bevrijden, de geluksvogel. Een paar uur later landen we wel een mooi tonijntje van 2 kgr, perfect om ’s avonds onze aankomst op El Hierro te vieren met een mooi bord sashimi. De haven is schitterend gelegen tegen een indrukwekkende rotswand aan, is zeer ruim opgezet en er blijkt plek genoeg te zijn. De aankomst verloopt zeer ontspannen en we zien meteen een aantal bekende crews. We weten het meteen al: we gaan hier een mooie tijd beleven.

3 weken in het paradijs

Al voordat we aankwamen op La Gomera hadden we besloten daar zeker 3 of 4 weken te blijven. Aanvankelijk kregen we maar een reservering voor 2 weken. Hadden we er al over geschreven? Het is in alle marina’s overvol. Dat komt omdat er dit jaar veel meer boten onderweg zijn naar het zuiden. De helft had vorig jaar willen gaan, maar heeft het vertrek tot dit jaar uitgesteld. Daardoor zijn er overal twee keer zoveel jachten, en daarvoor is er onvoldoende capaciteit in de jachthavens. En de mogelijkheden om voor anker te gaan zijn op de Canarische eilanden beperkt. Je bent dus veel tijd kwijt met aanschrijven van marina’s en leuren om een plekje, vaak tevergeefs. Maar gelukkig kregen we een plek in La Gomera en het lukte ons aan de balie dat ook nog met een weekje te verlengen. 

De jachthaven ligt prachtig, bij het hoofdstadje San Sebastian, waar ook de ferry’s vanaf Tenerife aanmeren. Vrijwel iedere dag ligt er ook een cruise-schip, altijd in de vroege ochtend aangemeerd om dezelfde avond onder luid getoeter weer te vertrekken. De haven ligt direct onder een imposante rotswand. We liggen mooi beschut. Naast de haven is een strand (met zwart zand!), waar de plaatselijke bevolking en de gasten zwemmen. Het stadje is liefelijk, met een plein met eeuwenoude laurierbomen. Columbus kwam hier graag, maakte vanaf hier zijn eerste ontdekkingsreis naar Zuid-Amerika. De vrouw van de gouverneur zou lang zijn maîtresse geweest zijn. We snappen heel goed dat dit eiland allerlei romantische gevoelens naar boven haalt.
Het is heerlijk om hier een tijd te zijn. Waar Tenerife overstroomt van het massatoerisme en een jachtige indruk maakt, ademt dit eiland vooral rust en natuurschoon. Het is heerlijk om het stadje voor de deur te hebben, zo bij de bakker en de Spar binnen te kunnen lopen, een koffietje op een terras te kunnen drinken. En het eiland biedt zoveel meer. Er zijn vele tientallen wandelingen uitgezet door zeer verschillende landschappen. Soms loop je door een droge, rotsachtige omgeving bij hoge temperaturen, soms moet je een trui en een regenjas aan als je op hoogte door het nevel-oerwoud loopt. Twee keer hebben we een paar dagen een huurauto om naar de wandelingen toe te rijden, maar we hebben ook de bus genomen voor een wandeling die uiteindelijk (na 7 uur) weer bij de haven uitkwam.

Tussen de wandeling hebben we heerlijke “vrije” dagen, waarin we wat klussen aan de boot (dat houdt nooit op), luieren, zwemmen en snorkelen vanaf het strand. Monique kookt weer super aan boord, maar vaak maken we gebruik van de lekkere en zeer betaalbare kleine restaurantjes waar dit stadje rijk aan is.
 Op 4 november werd ik hier 66 jaar. Monique toverde (via een hulplijn verkregen) verjaardagskaarten tevoorschijn en de tafel stond vol cadeautjes, deels van plaatselijke herkomst. ‘s Avonds trakteerde ze mij op een heerlijk diner in de plaatselijke Parador.
Een dag hebben we besteed aan een introductiecursus “freediven”. Daarbij duik je niet met luchtflessen op je rug, maar probeer je in één ademteug lang en diep onder water te komen en te blijven. Het is heel nuttig om dat te beheersen, bijvoorbeeld als je anker vastzit op 10 meter diepte, of als je iets op een ankerplaats overboord hebt laten vallen. Verder kan het ook heel mooi zijn, als je al snorkelend ook een tijdje wat dieper kunt gaan. En nee, we streven niet naar extremen. Het diepterecord freediven staat op 135 meter, onvoorstelbaar. Wij zijn al blij als we na wat oefenen de 10 meter gaan halen zonder al teveel stress. 

Er is maar één golfbaan op La Gomera, maar dat is meteen een van de mooiste op de Canarische eilanden. We hebben onszelf getrakteerd op een rondje en het was inderdaad fantastisch. Vanaf alle holes uitzicht op zee en op Tenerife met de vulkaan de Teide. Over vulkanen gesproken: vanaf de westkant van het eiland konden we de aswolk op La Palma heel goed zien.
Tijdens ons verblijf hier hoorden we dat mijn dochter Merel met onze 2 kleinkinderen graag een weekje naar de zon wilde komen en dat ze ging proberen dat bij ons in de buurt te doen. Wat een verrassing! Ze is net vanmiddag geland op Tenerife, zijn nu op weg naar hun hotel vlakbij de marina waar we na enige moeite gelukkig weer konden reserveren en daarom varen we daar morgen weer naar toe. Leuk om samen wat tijd door te brengen. Later die week komt Ferdy, Monique d’r beste vriend een paar dagen met zijn vrouw bij ons aan boord, gezellig!!
We zullen La Gomera erg missen, maar we kijken ook uit naar de komende week met familie en vrienden. En daarna, we weten het nog niet. Gaan we nog een ander Canarisch eiland (El Hierro?) bezoeken, of wordt het tijd om de volgende grote stap, naar de Kaap Verden te zetten? Daar gaan we de komende week maar eens naar kijken.

Reisverslag van twee opstappers

Donderdagavond vliegen wij, Mieke en Pim, van Amsterdam naar Tenerife, waar Pieter en Monique diezelfde dag zijn aangekomen. Na het ophalen van de huurauto op het vliegveld rijden we naar de Marina waar Pieter en Monique ons opwachten met wijn en nog een ‘licht’ diner: gaspacho en gebakken zelfgevangen tonijn. Een geweldige ontvangst! 

De volgende ochtend ontbijten we rustig op de boot en maken een plan voor die dag. Tickets voor de gondel naar de top van de vulkaan de Teide lijken online niet meer beschikbaar maar we besluiten toch die kant op te rijden en te proberen aan de balie nog iets te regelen. De route gaat over bochtige kleine weggetjes en is prachtig, het is heel bijzonder om vanaf zeeniveau naar 2000 meter te rijden. 

Pieter krijgt ter plekke de tip dat er elk uur kaartjes worden vrijgegeven en het lukt hem meteen om te reserveren voor de gondel die een uur later vertrekt. We wandelen nog wat over het ruige maanachtige landschap en daarna brengt de gondel ons in 8 minuten nog eens 1500 meter hoger. Boven is er een prachtig uitzicht over de rest van het eiland en de zee. We doen een korte wandeling (best pittig op die hoogte!) en krijgen een prachtig uitzicht op La Gomera waar we hopelijk later naar toe zullen zeilen. Ook is de vulkaanuitbarsting op La Palma goed te zien, donkere as stijgt op en trekt een streep over de horizon, wat een natuurgeweld. 
Met een van de laatste gondels gaan we naar beneden en rijden via een andere route terug om nog wat meer van het eiland te kunnen zien. Onderweg stoppen we in een vissersdorpje en eten we heerlijke tapas (gefrituurde inktvis ringen) en drinken bier. Pim blijkt het kaartje van de parkeerplaats kwijt te zijn maar ziet deze op wonderlijke wijze nog over de grond vliegen bij de plek waar we eerder hebben gezeten. We kunnen zonder al te veel vertraging terug naar de boot waar Monique een geweldige curry uit de keuken tovert.

Zaterdag rijden we naar Masca, een dorpje in een vallei waar een mooie wandeling door de vallei naar het strand start. We hadden gedacht daar een stuk van te kunnen lopen maar het blijkt dat je van tevoren moet reserveren en de man bij de poort is onverbiddelijk, we mogen niet door. We kijken rond in het net geopende bezoekerscentrum, eten een heerlijke verse ananas en rijden daarna door naar Garachico, een stadje in het noordwesten. Monique scoort een tafel met prachtig uitzicht op zee en we lunchen paëlla en allerlei soorten verse vis, genieten! 

We bezoeken de natuurlijke baden in zee, waar nu hele ruige golven zijn maar normaalgesproken gezwommen kan worden. ’s Avonds leveren Mieke en Pim de huurauto weer in op het vliegveld en organiseren Pieter en Monique een heerlijke barbecue aan boord.

Zondag staan we op tijd op en klaren uit in de haven. Rond 11 uur varen we de zee op en wordt het zeil gehesen. Pieter heeft van tevoren uitvoerig het weer bestudeerd en er was niet veel wind voorspeld maar we kunnen toch ruim een uur zeilen. Daarna wordt het wisselvallig en wordt af en toe de motor gestart. In de buurt van La Gomera trekt de wind weer aan en kan de motor uit, het laatste stuk gaat weer geheel op de kracht van de natuur! 

De deining is bij vlagen onplezierig maar we worden getrakteerd op een paar grienden (kleine walvissen) vlakbij de boot. Er gaan een stuk of 6 boten richting La Gomera en als we aankomen bij de haven liggen er al 3 te wachten. Het gaat ontzettend traag maar als we uiteindelijk aan de beurt zijn weten ze dat we een reservering hebben en worden we vrolijk onthaald. We vieren de geslaagde overtocht met bubbels en gaan nog even het stadje in. Monique maakt pasta en we kijken de hele spannende overwinning van Max Verstappen in de kuip aan boord, geweldig!

Maandag regelen Pieter en Monique het inklaren, huren een auto en vertrekken we daarna met de auto naar het midden van het eiland voor een wandeling bij Imada, door de Guarimiar-kloof. De natuur is spectaculair en de uitzichten prachtig. Pieter stuurt ons vakkundig over de smalle weggetjes. 

Dinsdag beginnen we de dag aan het zwarte(!) strand. We zwemmen en snorkelen en maken met de drone een foto van onze felgekleurde handdoeken op het zwarte zand. Daarna vertrekken we naar El Cedro waar een spannende wandeling start. Het begin gaat door een 500 meter lange watertunnel waar je (mits er niet te veel regen is gevallen) doorheen kunt lopen. We horen van andere wandelaars dat er veel water ligt en je tot boven je enkels nat wordt. Gelukkig liggen er 3 paar Teva’s in de auto en durft Monique het op slippers aan. De meegebrachte zaklampen blijken geen overbodige luxe want het is stikdonker in de tunnel en we waden een heel stuk door dikke modder. 

We zijn blij met het letterlijke licht aan het einde van de tunnel en vervolgen de wandeling door een groot laurierbos omhoog. Dit gedeelte van het eiland is een stuk natter en daardoor ook groener, de afwisseling is prachtig! Op het laatste stuk vinden we een enorme bramenstruik en plukken verse bramen. ’s Avonds tovert Monique een heerlijke Marokkaanse maaltijd tevoorschijn. 

De volgende dag gaan we naar het westen van het eiland richting Valle Gran Rey. We rijden naar de kust voor koffie en komen het mooie dal van Valle Gran Rey, waar in de jaren 70 een hippie-gemeenschap is ontstaan. Het blijkt een lieflijke haven te hebben waar we twee enorme roggen spotten. We hebben het plan om twee wandelingen te maken, de eerste naar een waterval en de tweede naar de hoogste berg van het eiland. De eerste wandeling start in El Guro en loopt door de (vrij droge) rivierbedding naar de waterval. Aan het begin van de wandeling wanen we ons op de prairie, de veelzijdigheid van de natuur op dit eiland is ongelofelijk. Al snel wordt het een glibberige en daardoor een (in)spannende tocht. 

We hadden vrij optimistisch onze zwemkleding meegenomen maar pootjebaden blijkt de enige optie en we dalen snel weer af. Het is al redelijk laat en de gehele tweede wandeling lijkt niet meer te gaan lukken. We passen het plan aan en rijden tot op een kilometer van Alto de Garajonay, de hoogste berg van La Gomera. In 20 minuten wandelen we door de dichte mist naar de top, waar we een glimp van de zee zien maar de 360 graden view ontbreekt. Toch voldaan keren we terug naar de boot. Na een borrel aan boord eten we bij Iballa, een klein restaurantje in een mooie tuin, aangeraden door een oud-collega van Mieke. Het is een goede afsluiting van een geweldige week. 

Donderdag pakken we na een heerlijk uitgebreid ontbijt onze tassen in, kopen wat souvenirtjes en vertrekken na een kop koffie richting de veerboot die ons terug zal brengen naar Tenerife. We kijken terug op een fantastische week aan boord. Lieve Pieter en Monique: bedankt voor de gezelligheid, de liefdevolle gastvrijheid en de mooie ervaring!

Bloemeneiland Madeira

Woensdag 13 oktober varen we om 9.00 uur in de ochtend weg bij Porto Santo. We hadden hier best langer willen blijven, maar Madeira lonkt en we hebben niet veel tijd voordat onze gasten aan boord gaan komen in Tenerife. De dagen die we hebben willen we graag op Madeira doorbrengen, we zijn nieuwsgierig. We motoren een aantal uur en dan leggen we de rest van het stuk af met hulp van de gennaker, heerlijk ontspannen zeilen. We ronden de hoek van Madeira en gaan voor anker in de prachtige baai Ensenada de Abra, waar majestueuze rotswanden om ons heen oprijzen en we onder de indruk naar alle schakeringen bruin in de wanden kijken. We gaan meteen een stukje snorkelen en zien de eerste tropische vissen. Aan het eind van de dag gaan we met de dinghy naar de kant en maken een flinke wandeling tot aan de top, dwars door ruig landschap zonder begroeiing met uitzicht aan alle kanten over zee.

We weten nog steeds niet of we welkom zijn in de haven Quinta do Lorde. Deze haven ligt het meest oostelijk gelegen en biedt prima bescherming, maar is ook erg duur, bijna 70 euro per dag! De communicatie verloopt moeizaam, we worden al een kleine week aan het lijntje gehouden met de mededeling dat we op de wachtlijst staan. Pieter belt dagelijks, en hoewel de dames aan de telefoon altijd even aardig zijn, slagvaardig zijn ze niet. Mañana weten we meer, is steeds het antwoord. De volgende dag genieten we van deze bijzondere plek, als we rond half drie een belletje krijgen dat we welkom zijn! Een uur later varen we de marina binnen, waar tot onze verbazing vele boxen leeg zijn. Okee, sommige boxen zijn beschadigd, de pontoons hangen op half elf, daar kan je niet veilig liggen. Maar andere plekken zien er prima uit. Blijkbaar is de organisatie van deze marina niet helemaal op orde.

Ze zijn wel alleraardigst en de mevrouw achter de balie doet erg haar best een auto voor ons te reserveren. Alles blijkt verhuurd te zijn, het eiland wordt overspoeld door toeristen, mensen die allemaal hun vakanties willen inhalen die door Corona niet zijn doorgegaan. De enorme stroom toeristen kunnen ze nauwelijks aan, vertelt de mevrouw van de autoverhuur. We zijn enorm blij, dat we de laatste beschikbare auto voor drie dagen kunnen bemachtigen, al is het een 9-persoonsbus, haast een vrachtwagen. Die avond bereiden we de wandelingen van de komende dagen voor, we willen er zoveel mogelijk uit proberen te halen.

We hebben al snel door dat je op dit eiland zonder auto niets kan beginnen. De haven ligt helemaal afgelegen aan de oostzijde van het eiland. Madeira blijkt enorm rotsachtig te zijn, met steile wegen overal, hoge bergen en diepe kloven. Wat knap hoe dit eiland toegankelijk is gemaakt voor verkeer, dankzij de talloze tunnels die overal zijn aangelegd. De eerste dag maken we een prachtige wandeling naar Caldeira Verde en Inferno, langs een levada, op een smal pad langs een diepe afgrond. We komen door veel lage tunnels, maar goed dat we zaklampen hebben meegenomen.

De tweede wandeldag rijden we helemaal naar de westzijde van het eiland voor een tocht van drie uur door heel ander landschap, veel minder bijzonder. In de namiddag bezoeken we de hoofdstad Funchal, waar Pieter me langs alle bezienswaardigheden gidst, we het bloemenfestival bezoeken en ’s avonds in een van de gezellige straatjes neerstrijken bij een restaurant waar we ontzettend leuk worden bediend en heerlijk eten. De laatste dag lopen we meer dan vier uur, beginnend vanuit een klein dorpje Cruz, langs de lokale tuintjes en landerijen, steeds dieper de kloof in langs afgronden die loodrecht naar beneden gaan. Indrukwekkende vergezichten en groen overal waar het oog reikt. Wat een vruchtbaar eiland. Overal groen, overal bloemen, overal fruitbomen.

We gebruiken de auto nog even voor het doen van de boodschappen voor komende week, als Pim en Mieke aan boord zijn. En deze fijne dag sluiten we af met een gezellige borrel aan boord van de Pacific Blue, ook een Nederlands schip.

Vier dagen wandelen op Madeira is natuurlijk veel te kort, we zouden weken op dit eiland kunnen doorbrengen, maar we moeten verder. Dinsdagochtend varen we weg, dag prachtig Madeira, tot een volgende keer!

Zoals verwacht is het windstil, de eerste tien uur moeten we motoren. Het voordeel van vlak water is dat we veel meer zeeleven zien. We zien twee zeeschildpadden voorbij drijven en zien twee groepen kleine walvissen niet ver van de boot. De eerste groep zijn grienden, de tweede groep heeft een lichtgrijze kleur en is van een groter formaat, ze spuiten steeds fonteinen en soms zien we een grote grijze rug met een andere vorm rugvin dan de grienden, geen idee welk type walvissen dit zijn. Dan begint het te waaien en de rest van de etappe doen we onder zeil. Woensdagochtend gaat de vislijn uit en binnen driekwartier vangen we twee kleine tonijntjes en een bescheiden maat mahimahi. Yes, het vissersschip is weer in bedrijf. De wind neemt steeds verder toe, en donderdagochtend rond 5 uur zijn we bij de noordwestelijke punt van Tenerife, waar we vol in een acceleratiezone terechtkomen.

Gelukkig hadden we hierop geanticipeerd, maar ondanks derde rif in grootzeil en twee reven in de genua, vonden we de 33 knopen wind en flinke schuivers op de pittige golven een spannende ervaring, zo vlakbij het land, met een ander schip op ramkoers in het pikkedonker, die niet reageerde op onze marifoonoproep. Ohhh, wat ben ik dan toch trots op mijn kapitein, die onverschrokken achter het stuurwiel staat, rust uitstraalt, geen stress in zijn stem te horen, terwijl ik met witte knokkels me stevig vasthoud en de mijlen aftel naar vlak en beschut water…….

De wind valt inderdaad helemaal weg zodra we in de windschaduw van het hoge eiland terechtkomen. De laatste uren motoren we langs de vreselijk bebouwde kustlijn, waar alle toeristenresorts zijn neergezet. Ik kan me niet voorstellen dat er ook maar 1 architect bij is, die trots is op wat hier is gebouwd. Als we de laatste hoek omgaan richting onze beoogde marina, krijgen we de wind volop de kop en de laatste uurtjes motoren zijn dan ook erg onaangenaam, extra fijn dat we er zijn, in Marina Amarilla. Na wat gedoe liggen we in onze box, maken de boel globaal aan kant en gaan uitgeteld siësta houden. We slapen die middag van half vier tot half zeven, en moeten dan nog snel aan de slag om alles netjes aan kant te hebben voordat Mieke en Pim arriveren. Maar dan is het zover, rond 9 uur in de avond komt er een auto het terrein oprijden en we zien twee blije gezichten: heerlijk om onze familieleden te zien en aan boord te halen: we gaan ze een leuke week bezorgen!!

De reis naar Madeira

Vandaag een week geleden vertrokken we vanuit Leixoes, bij Porto, voor een tocht van ruim 600 mijl naar Porto Santo, het meest Noordelijk gelegen eiland(je) van de Madeiragroep. Uitgaand van een gemiddelde van 120 tot 140 mijl per dag zouden we dan op maandag overdag aan moeten komen. We zijn nog wat onzeker over de orka’s en sturen de eerste dag niet in een rechte lijn naar ons doel, maar wat verder van de kust af. Het is lang geleden dat we een tocht van 5 etmalen hebben gezeild en het voelt dan ook onwennig. De eerste middag, avond en nacht is het licht weer, windkracht drie, en we varen een ruime koers. De windvaaninrichting stuurt. Die maakt geen geluid en gebruikt geen energie. Het gaat prima. Er staat een behoorlijke deining, en omdat er weinig winddruk in het zeil is rollen we nogal. Die eerste dag krijgen we tot driemaal toe bezoek van een grote groep dolfijnen. Altijd een feest.
‘s Nachts is het nieuwe maan. De sterrenhemel is overweldigend. De volgende ochtend zijn we ver genoeg uit de kust en verleggen we de koers recht naar Porto Santo. Daardoor komt de wind bijna recht van achteren. Dat is voor zeilers altijd een lastige koers omdat het gevaar bestaat dat de boot erg om zijn lengteas gaat rollen (van links naar rechts). Op de Déesse hadden we daar een mooie oplossing voor gevonden: we zeilen met een uitgeboomd voorzeil (genua) naar loef, dus aan de kant waar niet het grootzeil staat. En achter de voorstag hijsen we een tweede voorzeil (fok) die wel aan dezelfde kant als het grootzeil staat. De fok trekken we dan redelijk strak naar achteren. Deze fok gaat het rollen tegen en zorgt voor meer druk in de genua, waardoor de genua beter vol blijft staan en de snelheid ook nog wat toeneemt. Dit beviel ons zo goed dat we op de Mahimahi wat aanpassingen hebben gedaan zodat we dit zeilplan daar ook kunnen gebruiken. En het werkt! De boot is goed in balans, we rollen veel minder en de windvaan stuurinrichting kan de boot hierbij prima op koers houden. Alles gaat op rolletjes. De voortgang is goed, het weer is aangenaam zonnig, Monique kookt weer de heerlijkste gerechten, de zonnepanelen houden de accu’s vol. We hebben zoveel stroom dat we volledig elektrisch koken (waterkoker en eenpits inductie kookplaatje) en we houden zelfs wat over om de boiler wat op te warmen. De kapitein heeft het helemaal naar z’n zin. Het is gewoon een heerlijk gevoel als alle systemen blijken te werken zoals we het hadden bedacht.


De wind neemt geleidelijk toe tot een dikke windkracht 5. Er gaan riffen in de zeilen. Omdat de windsterkte steeds flink wisselt is het erg lastig de boot goed in balans te houden. En dat is weer nodig om de windvaan goed zijn werk te kunnen laten doen. De golven nemen ook flink toe en komen uit meerdere richtingen. Ze zijn tot ruim 2 meter hoog en vrij steil. Soms duwen ze de boot even uit koers, maar de windvaan kan het allemaal aan. We doen een wachtschema van 3 uur op, drie uur af. Dat houden we ‘s avonds en ‘s nachts strikt aan, overdag zijn we losser. De wacht is in de kuip, controleert regelmatig de koers, de windsterkte en richting, de zeilbalans en let op andere scheepvaart. Tussendoor ligt de wacht ook wel op de kuipbank met de ogen dicht. Je merkt het daar meteen als er iets verandert.
Met het toenemen van de wind en van de zeegang wordt het natuurlijk wel minder comfortabel en soms even spannend. Maar in de loop van de dagen groeit het vertrouwen in de boot en in onszelf en raken we steeds meer ontspannen.
De laatste helft van de tocht is er veel bewolking en valt de opbrengst van de zonnepanelen tegen. Gelukkig hebben we nog een troef, onze nieuwe sleepgenerator. We brengen die in stelling en al is de opbrengst beduidend minder dan die van onze set van 4 zonnepanelen (mét zon tenminste), de accu’s blijven op een acceptabel peil. We kunnen nog steeds elektrisch koken, alleen de boiler warmen we niet meer op.
Steeds verder zuid komend, merken we dat het geleidelijk warmer wordt. Ook de zeewatertemperatuur stijgt, van 20 graden bij vertrek naar bijna 24 graden bij aankomst in Porto Santo. ‘s Nachts is er veel minder condens, het dek en de ruiten blijven droog. Een heerlijk gevoel dat het steeds tropischer wordt.
We hebben onze snelheid duidelijk te laag ingeschat. We doen ruim 150 mijl per dag en het ziet er naar uit dat we niet op maandag overdag, maar op zondagavond gaan aankomen. Hopelijk nog bij licht, want in het donker ankeren op een onbekende plek met ongetwijfeld veel boten voor anker is niet echt leuk. We zijn goed op schema voor een aankomst bij licht, maar de laatste dag valt de wind tegen en het wordt alsnog ankeren bij Porto Santo in het pikkedonker, we zijn maar een uurtje te laat. Hoe zuidelijker we komen, hoe sneller de nacht valt, er is nauwelijks een twilight-zone. 


Volgens traditie vieren we de goede aankomst met bubbels. We kijken terug op een geslaagde meerdaagse tocht, de langste met de Mahi mahi tot nu toe. De omstandigheden waren best pittig, maar ons vertrouwen is gegroeid en het plezier in het zeilen daarmee ook.


We slapen die eerste nacht voor anker maar matig, er staat een behoorlijke deining op de ankerplaats, waardoor we flink rollen. In de ochtend worden we wakker in een prachtige omgeving. Deels vulkanisch landschap, enkele groene heuvels, een kilometers lang strand. Dat is vrij bijzonder en ook juist aantrekkelijk, want het veel grotere Madeira (voluit Madeira grande) heeft juist helemaal geen strand. Het water is azuurblauw en kraakhelder. Er liggen wel 15 boten voor anker, waarvan 4 Nederlandse die we allemaal nog niet kennen. De bijboot gaat te water en we varen eerst naar het havenkantoor voor de formaliteiten. We hebben de vouwfietsen meegenomen om het eilandje te verkennen.

We fietsen langs 10 km strand en lunchen in een tropische setting. We hebben nog volop energie en maken een wandeling naar de Pico Castelo, een mooie groene steile heuvel. Dat het groen is, is te danken aan één persoon, Antonio Schiappa de Azevedo, die er eind negentiende eeuw, grotendeels eigenhandig voor zorgde dat de kale berg herbebost werd. Er was door erosie maar een dunne zandlaag over, die door zware regen steeds wegspoelde. Met keien bouwde hij duizenden muurtjes waardoor miniterrassen ontstonden, waarop hij verschillende soorten bomen plantte. Het resultaat mag er zijn. Het doet ons denken aan de inspanningen van o.a Darwin op Ascension, waar door ingrijpen van de mens een kale berg werd omgetoverd tot een regenwoud, niet om de berg te behoeden voor de regenval, maar juist als “raincatcher”.


De volgende dag zijn we vooral aan boord, we maken kennis met de Nederlandse jachten in de buurt en we nemen het initiatief voor een strandborrel waarbij iedereen ook hapjes meeneemt. ‘s Avonds zijn de bemanningen van 7 jachten van de partij, naast 3 Nederlandse ook een Belgische, een Duitse, een Britse en een Portugese, ruim 20 man. Een heerlijke avond op het strand bij ondergaande zon en later bij ledlantaarntjes. We delen mooie ervaringen. Maar we horen ook van meerdere bemanningen dat zij de overtocht vanaf Portugal (in de hetzelfde weerwindow als wij) als zwaar en vervelend hebben ervaren. Ruige zeeën, slaande zeilen, lawaai, angst, zeeziekte, motorproblemen, falende windvanen. Sommigen moesten er dagen van bijkomen. Voor hun was het dan ook de eerste “lange” oversteek. Op zo’n moment realiseren we hoe ervaren we al zijn, hoe goed het ons lukt de boot te laten “lopen”, ook onder lastige omstandigheden, hoeveel zelfvertrouwen we alweer snel oppikten, hoe we er in slagen onderweg onze rust te nemen. We zijn best een beetje trots op de Mahi mahi en op onszelf.



Los van het vasteland

Over een uurtje gooien we de trossen los, op weg naar Madeira. Heel fijn om toch nog even een korte terugblik te schrijven over de afgelopen weken.

De week waarin we hier in de haven lagen, deed ons goed. Even rust, geen gereis, maar een vaste stek voor boot en bemanning. De omgeving van Leixoes marina was prima: vlakbij het strand met z’n woeste golven, ideaal voor wandelingen, potjes tennis en de ochtendyoga. We zijn twee keer op de fietsjes naar Porto stad gereden, 1 keer om het museum van moderne kunst te bezoeken, 1 keer om door de stad te dwalen, op zoek naar kadootjes voor het thuisfront. We hadden die week ook tijd voor wat achterstallig onderhoud, klusjes die we voor ons uitschoven omdat we er rust voor nodig hadden en stilliggen in een haven een voordeel was. Ook konden we ons bezoek aan Nederland goed voorbereiden: spullen uitzoeken die weer mee naar huis mochten en lijstje maken van de nieuwe aankopen in Nederland.

Twee dagen voor onze vlucht haalden we de huurauto op. Prachtig om een dag door de Douro-vallei te trekken en de wijn-estates te zien. Toen zijn we naar Sevilla gereden waar we half vijf in de middag aankwamen, nog tijd genoeg om een indruk te krijgen van deze prachtige stad. Vooral het bezoek aan het Alcazar was de moeite waard. Zo leuk om op een klein pleintje wat tapas te eten, onder de sinaasappelbomen, terwijl een mevrouw prachtig op haar gitaar speelt.

We slapen prima in ons hotelletje en in de ochtend rijden we naar de airport. Goede vlucht zonder problemen en als we op Eindhoven airport naar buiten lopen staat m’n moeder daar als verrassing op ons te wachten!!! Wat lief van haar!

We zijn zes dagen in Nederland geweest en we hebben alle familieleden van twee kanten gezien, met wat extra aandacht voor onze ouders en Pieters (klein)kinderen. De promotie van Merel was het hoogtepunt, wat deed ze het goed. Pieter was beretrots op haar, en we hopen dat Merel zelf nog lang blijft nagenieten van deze prestatie en mooie dag.

Even een woord van dank voor onze lieve zeilvrienden Meriam en Paul, die ons in die drukke week een thuishaven boden, vol vriendschap, gastvrijheid, verhalen en een heerlijk bed! Lieve allebei, we hebben het zo fijn gehad in jullie huis, dank jullie wel voor alles!!!

In alle vroegte reden we naar Schiphol. Wat een verrassing toen ik ineens achter me bekende mensen zag, van Basalt! Lenie en Diny, wat SUPERGAAF om jullie te treffen en wat grappig dat jullie die ochtend nog over me hadden gepraat. Blijkbaar niet uit het oog, uit het hart. Tot over een half jaar, dan ben ik weer op de werkvloer, gezellig!

Weer terug in Sevilla stond de huurauto netjes op ons te wachten met achterin de golfbags, een tasje kleren en een tas vol was, hahaha, echte zeilers, zeg maar zo. Daarmee naar Las Chapas gereden bij Marbella, waar we Renée en Kees weer troffen in hun heerlijke casa Amarilla. ’s Avonds kwam de rest van het gezelschap er ook bij en er volgden vijf prachtige dagen met z’n achten, zonovergoten, waarin 4x werd gegolfd, elke avond heerlijk werd gegeten en regelmatig een potje werd gekaart. Lieve Kees en Renée, het blijft een cadeau om deze week jaarlijks met jullie te mogen vieren, wederom enorm bedankt voor alles!!!

Afgelopen maandag zijn we terug gereden naar de haven; fijn onze Mahi mahi weer te zien en net op tijd te zijn om het grootzeil op te halen wat bij het kantoor was afgeleverd in onze afwezigheid. Gisteren hebben we het oude zeil er afgehaald en het nieuwe gehesen. Te weinig wind voor een proefvaart, maar het ziet er meteen veel beter uit. Zometeen gaan we het uitproberen, we staan namelijk op het punt om los te gooien. De wind is gunstig en inderdaad vanuit het noorden, zoals het hoort in deze tijd van het jaar. De orka’s lijken voorbij te zijn, de laatste aanvallen zijn gemeld bij La Coruña, hoewel we gisteren ook iets lazen over attacks bij Cadiz, weer helemaal in het zuiden. Maar we gaan het erop wagen.

We hebben er zin in, om de zee op te gaan. Het zal een tocht worden van zo’n 5 dagen, iets meer dag 600 mijl: een mooie tijd om alles wat er in de afgelopen weken in gebeurd, nog eens rustig de revue te laten passeren.

Oh ja, zie het tabblad positie waar de link naar onze tracking staat: vanaf nu zijn we ook op zee te volgen.