Reisverslag van twee opstappers

Donderdagavond vliegen wij, Mieke en Pim, van Amsterdam naar Tenerife, waar Pieter en Monique diezelfde dag zijn aangekomen. Na het ophalen van de huurauto op het vliegveld rijden we naar de Marina waar Pieter en Monique ons opwachten met wijn en nog een ‘licht’ diner: gaspacho en gebakken zelfgevangen tonijn. Een geweldige ontvangst! 

De volgende ochtend ontbijten we rustig op de boot en maken een plan voor die dag. Tickets voor de gondel naar de top van de vulkaan de Teide lijken online niet meer beschikbaar maar we besluiten toch die kant op te rijden en te proberen aan de balie nog iets te regelen. De route gaat over bochtige kleine weggetjes en is prachtig, het is heel bijzonder om vanaf zeeniveau naar 2000 meter te rijden. 

Pieter krijgt ter plekke de tip dat er elk uur kaartjes worden vrijgegeven en het lukt hem meteen om te reserveren voor de gondel die een uur later vertrekt. We wandelen nog wat over het ruige maanachtige landschap en daarna brengt de gondel ons in 8 minuten nog eens 1500 meter hoger. Boven is er een prachtig uitzicht over de rest van het eiland en de zee. We doen een korte wandeling (best pittig op die hoogte!) en krijgen een prachtig uitzicht op La Gomera waar we hopelijk later naar toe zullen zeilen. Ook is de vulkaanuitbarsting op La Palma goed te zien, donkere as stijgt op en trekt een streep over de horizon, wat een natuurgeweld. 
Met een van de laatste gondels gaan we naar beneden en rijden via een andere route terug om nog wat meer van het eiland te kunnen zien. Onderweg stoppen we in een vissersdorpje en eten we heerlijke tapas (gefrituurde inktvis ringen) en drinken bier. Pim blijkt het kaartje van de parkeerplaats kwijt te zijn maar ziet deze op wonderlijke wijze nog over de grond vliegen bij de plek waar we eerder hebben gezeten. We kunnen zonder al te veel vertraging terug naar de boot waar Monique een geweldige curry uit de keuken tovert.

Zaterdag rijden we naar Masca, een dorpje in een vallei waar een mooie wandeling door de vallei naar het strand start. We hadden gedacht daar een stuk van te kunnen lopen maar het blijkt dat je van tevoren moet reserveren en de man bij de poort is onverbiddelijk, we mogen niet door. We kijken rond in het net geopende bezoekerscentrum, eten een heerlijke verse ananas en rijden daarna door naar Garachico, een stadje in het noordwesten. Monique scoort een tafel met prachtig uitzicht op zee en we lunchen paëlla en allerlei soorten verse vis, genieten! 

We bezoeken de natuurlijke baden in zee, waar nu hele ruige golven zijn maar normaalgesproken gezwommen kan worden. ’s Avonds leveren Mieke en Pim de huurauto weer in op het vliegveld en organiseren Pieter en Monique een heerlijke barbecue aan boord.

Zondag staan we op tijd op en klaren uit in de haven. Rond 11 uur varen we de zee op en wordt het zeil gehesen. Pieter heeft van tevoren uitvoerig het weer bestudeerd en er was niet veel wind voorspeld maar we kunnen toch ruim een uur zeilen. Daarna wordt het wisselvallig en wordt af en toe de motor gestart. In de buurt van La Gomera trekt de wind weer aan en kan de motor uit, het laatste stuk gaat weer geheel op de kracht van de natuur! 

De deining is bij vlagen onplezierig maar we worden getrakteerd op een paar grienden (kleine walvissen) vlakbij de boot. Er gaan een stuk of 6 boten richting La Gomera en als we aankomen bij de haven liggen er al 3 te wachten. Het gaat ontzettend traag maar als we uiteindelijk aan de beurt zijn weten ze dat we een reservering hebben en worden we vrolijk onthaald. We vieren de geslaagde overtocht met bubbels en gaan nog even het stadje in. Monique maakt pasta en we kijken de hele spannende overwinning van Max Verstappen in de kuip aan boord, geweldig!

Maandag regelen Pieter en Monique het inklaren, huren een auto en vertrekken we daarna met de auto naar het midden van het eiland voor een wandeling bij Imada, door de Guarimiar-kloof. De natuur is spectaculair en de uitzichten prachtig. Pieter stuurt ons vakkundig over de smalle weggetjes. 

Dinsdag beginnen we de dag aan het zwarte(!) strand. We zwemmen en snorkelen en maken met de drone een foto van onze felgekleurde handdoeken op het zwarte zand. Daarna vertrekken we naar El Cedro waar een spannende wandeling start. Het begin gaat door een 500 meter lange watertunnel waar je (mits er niet te veel regen is gevallen) doorheen kunt lopen. We horen van andere wandelaars dat er veel water ligt en je tot boven je enkels nat wordt. Gelukkig liggen er 3 paar Teva’s in de auto en durft Monique het op slippers aan. De meegebrachte zaklampen blijken geen overbodige luxe want het is stikdonker in de tunnel en we waden een heel stuk door dikke modder. 

We zijn blij met het letterlijke licht aan het einde van de tunnel en vervolgen de wandeling door een groot laurierbos omhoog. Dit gedeelte van het eiland is een stuk natter en daardoor ook groener, de afwisseling is prachtig! Op het laatste stuk vinden we een enorme bramenstruik en plukken verse bramen. ’s Avonds tovert Monique een heerlijke Marokkaanse maaltijd tevoorschijn. 

De volgende dag gaan we naar het westen van het eiland richting Valle Gran Rey. We rijden naar de kust voor koffie en komen het mooie dal van Valle Gran Rey, waar in de jaren 70 een hippie-gemeenschap is ontstaan. Het blijkt een lieflijke haven te hebben waar we twee enorme roggen spotten. We hebben het plan om twee wandelingen te maken, de eerste naar een waterval en de tweede naar de hoogste berg van het eiland. De eerste wandeling start in El Guro en loopt door de (vrij droge) rivierbedding naar de waterval. Aan het begin van de wandeling wanen we ons op de prairie, de veelzijdigheid van de natuur op dit eiland is ongelofelijk. Al snel wordt het een glibberige en daardoor een (in)spannende tocht. 

We hadden vrij optimistisch onze zwemkleding meegenomen maar pootjebaden blijkt de enige optie en we dalen snel weer af. Het is al redelijk laat en de gehele tweede wandeling lijkt niet meer te gaan lukken. We passen het plan aan en rijden tot op een kilometer van Alto de Garajonay, de hoogste berg van La Gomera. In 20 minuten wandelen we door de dichte mist naar de top, waar we een glimp van de zee zien maar de 360 graden view ontbreekt. Toch voldaan keren we terug naar de boot. Na een borrel aan boord eten we bij Iballa, een klein restaurantje in een mooie tuin, aangeraden door een oud-collega van Mieke. Het is een goede afsluiting van een geweldige week. 

Donderdag pakken we na een heerlijk uitgebreid ontbijt onze tassen in, kopen wat souvenirtjes en vertrekken na een kop koffie richting de veerboot die ons terug zal brengen naar Tenerife. We kijken terug op een fantastische week aan boord. Lieve Pieter en Monique: bedankt voor de gezelligheid, de liefdevolle gastvrijheid en de mooie ervaring!

Bloemeneiland Madeira

Woensdag 13 oktober varen we om 9.00 uur in de ochtend weg bij Porto Santo. We hadden hier best langer willen blijven, maar Madeira lonkt en we hebben niet veel tijd voordat onze gasten aan boord gaan komen in Tenerife. De dagen die we hebben willen we graag op Madeira doorbrengen, we zijn nieuwsgierig. We motoren een aantal uur en dan leggen we de rest van het stuk af met hulp van de gennaker, heerlijk ontspannen zeilen. We ronden de hoek van Madeira en gaan voor anker in de prachtige baai Ensenada de Abra, waar majestueuze rotswanden om ons heen oprijzen en we onder de indruk naar alle schakeringen bruin in de wanden kijken. We gaan meteen een stukje snorkelen en zien de eerste tropische vissen. Aan het eind van de dag gaan we met de dinghy naar de kant en maken een flinke wandeling tot aan de top, dwars door ruig landschap zonder begroeiing met uitzicht aan alle kanten over zee.

We weten nog steeds niet of we welkom zijn in de haven Quinta do Lorde. Deze haven ligt het meest oostelijk gelegen en biedt prima bescherming, maar is ook erg duur, bijna 70 euro per dag! De communicatie verloopt moeizaam, we worden al een kleine week aan het lijntje gehouden met de mededeling dat we op de wachtlijst staan. Pieter belt dagelijks, en hoewel de dames aan de telefoon altijd even aardig zijn, slagvaardig zijn ze niet. Mañana weten we meer, is steeds het antwoord. De volgende dag genieten we van deze bijzondere plek, als we rond half drie een belletje krijgen dat we welkom zijn! Een uur later varen we de marina binnen, waar tot onze verbazing vele boxen leeg zijn. Okee, sommige boxen zijn beschadigd, de pontoons hangen op half elf, daar kan je niet veilig liggen. Maar andere plekken zien er prima uit. Blijkbaar is de organisatie van deze marina niet helemaal op orde.

Ze zijn wel alleraardigst en de mevrouw achter de balie doet erg haar best een auto voor ons te reserveren. Alles blijkt verhuurd te zijn, het eiland wordt overspoeld door toeristen, mensen die allemaal hun vakanties willen inhalen die door Corona niet zijn doorgegaan. De enorme stroom toeristen kunnen ze nauwelijks aan, vertelt de mevrouw van de autoverhuur. We zijn enorm blij, dat we de laatste beschikbare auto voor drie dagen kunnen bemachtigen, al is het een 9-persoonsbus, haast een vrachtwagen. Die avond bereiden we de wandelingen van de komende dagen voor, we willen er zoveel mogelijk uit proberen te halen.

We hebben al snel door dat je op dit eiland zonder auto niets kan beginnen. De haven ligt helemaal afgelegen aan de oostzijde van het eiland. Madeira blijkt enorm rotsachtig te zijn, met steile wegen overal, hoge bergen en diepe kloven. Wat knap hoe dit eiland toegankelijk is gemaakt voor verkeer, dankzij de talloze tunnels die overal zijn aangelegd. De eerste dag maken we een prachtige wandeling naar Caldeira Verde en Inferno, langs een levada, op een smal pad langs een diepe afgrond. We komen door veel lage tunnels, maar goed dat we zaklampen hebben meegenomen.

De tweede wandeldag rijden we helemaal naar de westzijde van het eiland voor een tocht van drie uur door heel ander landschap, veel minder bijzonder. In de namiddag bezoeken we de hoofdstad Funchal, waar Pieter me langs alle bezienswaardigheden gidst, we het bloemenfestival bezoeken en ’s avonds in een van de gezellige straatjes neerstrijken bij een restaurant waar we ontzettend leuk worden bediend en heerlijk eten. De laatste dag lopen we meer dan vier uur, beginnend vanuit een klein dorpje Cruz, langs de lokale tuintjes en landerijen, steeds dieper de kloof in langs afgronden die loodrecht naar beneden gaan. Indrukwekkende vergezichten en groen overal waar het oog reikt. Wat een vruchtbaar eiland. Overal groen, overal bloemen, overal fruitbomen.

We gebruiken de auto nog even voor het doen van de boodschappen voor komende week, als Pim en Mieke aan boord zijn. En deze fijne dag sluiten we af met een gezellige borrel aan boord van de Pacific Blue, ook een Nederlands schip.

Vier dagen wandelen op Madeira is natuurlijk veel te kort, we zouden weken op dit eiland kunnen doorbrengen, maar we moeten verder. Dinsdagochtend varen we weg, dag prachtig Madeira, tot een volgende keer!

Zoals verwacht is het windstil, de eerste tien uur moeten we motoren. Het voordeel van vlak water is dat we veel meer zeeleven zien. We zien twee zeeschildpadden voorbij drijven en zien twee groepen kleine walvissen niet ver van de boot. De eerste groep zijn grienden, de tweede groep heeft een lichtgrijze kleur en is van een groter formaat, ze spuiten steeds fonteinen en soms zien we een grote grijze rug met een andere vorm rugvin dan de grienden, geen idee welk type walvissen dit zijn. Dan begint het te waaien en de rest van de etappe doen we onder zeil. Woensdagochtend gaat de vislijn uit en binnen driekwartier vangen we twee kleine tonijntjes en een bescheiden maat mahimahi. Yes, het vissersschip is weer in bedrijf. De wind neemt steeds verder toe, en donderdagochtend rond 5 uur zijn we bij de noordwestelijke punt van Tenerife, waar we vol in een acceleratiezone terechtkomen.

Gelukkig hadden we hierop geanticipeerd, maar ondanks derde rif in grootzeil en twee reven in de genua, vonden we de 33 knopen wind en flinke schuivers op de pittige golven een spannende ervaring, zo vlakbij het land, met een ander schip op ramkoers in het pikkedonker, die niet reageerde op onze marifoonoproep. Ohhh, wat ben ik dan toch trots op mijn kapitein, die onverschrokken achter het stuurwiel staat, rust uitstraalt, geen stress in zijn stem te horen, terwijl ik met witte knokkels me stevig vasthoud en de mijlen aftel naar vlak en beschut water…….

De wind valt inderdaad helemaal weg zodra we in de windschaduw van het hoge eiland terechtkomen. De laatste uren motoren we langs de vreselijk bebouwde kustlijn, waar alle toeristenresorts zijn neergezet. Ik kan me niet voorstellen dat er ook maar 1 architect bij is, die trots is op wat hier is gebouwd. Als we de laatste hoek omgaan richting onze beoogde marina, krijgen we de wind volop de kop en de laatste uurtjes motoren zijn dan ook erg onaangenaam, extra fijn dat we er zijn, in Marina Amarilla. Na wat gedoe liggen we in onze box, maken de boel globaal aan kant en gaan uitgeteld siësta houden. We slapen die middag van half vier tot half zeven, en moeten dan nog snel aan de slag om alles netjes aan kant te hebben voordat Mieke en Pim arriveren. Maar dan is het zover, rond 9 uur in de avond komt er een auto het terrein oprijden en we zien twee blije gezichten: heerlijk om onze familieleden te zien en aan boord te halen: we gaan ze een leuke week bezorgen!!

De reis naar Madeira

Vandaag een week geleden vertrokken we vanuit Leixoes, bij Porto, voor een tocht van ruim 600 mijl naar Porto Santo, het meest Noordelijk gelegen eiland(je) van de Madeiragroep. Uitgaand van een gemiddelde van 120 tot 140 mijl per dag zouden we dan op maandag overdag aan moeten komen. We zijn nog wat onzeker over de orka’s en sturen de eerste dag niet in een rechte lijn naar ons doel, maar wat verder van de kust af. Het is lang geleden dat we een tocht van 5 etmalen hebben gezeild en het voelt dan ook onwennig. De eerste middag, avond en nacht is het licht weer, windkracht drie, en we varen een ruime koers. De windvaaninrichting stuurt. Die maakt geen geluid en gebruikt geen energie. Het gaat prima. Er staat een behoorlijke deining, en omdat er weinig winddruk in het zeil is rollen we nogal. Die eerste dag krijgen we tot driemaal toe bezoek van een grote groep dolfijnen. Altijd een feest.
‘s Nachts is het nieuwe maan. De sterrenhemel is overweldigend. De volgende ochtend zijn we ver genoeg uit de kust en verleggen we de koers recht naar Porto Santo. Daardoor komt de wind bijna recht van achteren. Dat is voor zeilers altijd een lastige koers omdat het gevaar bestaat dat de boot erg om zijn lengteas gaat rollen (van links naar rechts). Op de Déesse hadden we daar een mooie oplossing voor gevonden: we zeilen met een uitgeboomd voorzeil (genua) naar loef, dus aan de kant waar niet het grootzeil staat. En achter de voorstag hijsen we een tweede voorzeil (fok) die wel aan dezelfde kant als het grootzeil staat. De fok trekken we dan redelijk strak naar achteren. Deze fok gaat het rollen tegen en zorgt voor meer druk in de genua, waardoor de genua beter vol blijft staan en de snelheid ook nog wat toeneemt. Dit beviel ons zo goed dat we op de Mahimahi wat aanpassingen hebben gedaan zodat we dit zeilplan daar ook kunnen gebruiken. En het werkt! De boot is goed in balans, we rollen veel minder en de windvaan stuurinrichting kan de boot hierbij prima op koers houden. Alles gaat op rolletjes. De voortgang is goed, het weer is aangenaam zonnig, Monique kookt weer de heerlijkste gerechten, de zonnepanelen houden de accu’s vol. We hebben zoveel stroom dat we volledig elektrisch koken (waterkoker en eenpits inductie kookplaatje) en we houden zelfs wat over om de boiler wat op te warmen. De kapitein heeft het helemaal naar z’n zin. Het is gewoon een heerlijk gevoel als alle systemen blijken te werken zoals we het hadden bedacht.


De wind neemt geleidelijk toe tot een dikke windkracht 5. Er gaan riffen in de zeilen. Omdat de windsterkte steeds flink wisselt is het erg lastig de boot goed in balans te houden. En dat is weer nodig om de windvaan goed zijn werk te kunnen laten doen. De golven nemen ook flink toe en komen uit meerdere richtingen. Ze zijn tot ruim 2 meter hoog en vrij steil. Soms duwen ze de boot even uit koers, maar de windvaan kan het allemaal aan. We doen een wachtschema van 3 uur op, drie uur af. Dat houden we ‘s avonds en ‘s nachts strikt aan, overdag zijn we losser. De wacht is in de kuip, controleert regelmatig de koers, de windsterkte en richting, de zeilbalans en let op andere scheepvaart. Tussendoor ligt de wacht ook wel op de kuipbank met de ogen dicht. Je merkt het daar meteen als er iets verandert.
Met het toenemen van de wind en van de zeegang wordt het natuurlijk wel minder comfortabel en soms even spannend. Maar in de loop van de dagen groeit het vertrouwen in de boot en in onszelf en raken we steeds meer ontspannen.
De laatste helft van de tocht is er veel bewolking en valt de opbrengst van de zonnepanelen tegen. Gelukkig hebben we nog een troef, onze nieuwe sleepgenerator. We brengen die in stelling en al is de opbrengst beduidend minder dan die van onze set van 4 zonnepanelen (mét zon tenminste), de accu’s blijven op een acceptabel peil. We kunnen nog steeds elektrisch koken, alleen de boiler warmen we niet meer op.
Steeds verder zuid komend, merken we dat het geleidelijk warmer wordt. Ook de zeewatertemperatuur stijgt, van 20 graden bij vertrek naar bijna 24 graden bij aankomst in Porto Santo. ‘s Nachts is er veel minder condens, het dek en de ruiten blijven droog. Een heerlijk gevoel dat het steeds tropischer wordt.
We hebben onze snelheid duidelijk te laag ingeschat. We doen ruim 150 mijl per dag en het ziet er naar uit dat we niet op maandag overdag, maar op zondagavond gaan aankomen. Hopelijk nog bij licht, want in het donker ankeren op een onbekende plek met ongetwijfeld veel boten voor anker is niet echt leuk. We zijn goed op schema voor een aankomst bij licht, maar de laatste dag valt de wind tegen en het wordt alsnog ankeren bij Porto Santo in het pikkedonker, we zijn maar een uurtje te laat. Hoe zuidelijker we komen, hoe sneller de nacht valt, er is nauwelijks een twilight-zone. 


Volgens traditie vieren we de goede aankomst met bubbels. We kijken terug op een geslaagde meerdaagse tocht, de langste met de Mahi mahi tot nu toe. De omstandigheden waren best pittig, maar ons vertrouwen is gegroeid en het plezier in het zeilen daarmee ook.


We slapen die eerste nacht voor anker maar matig, er staat een behoorlijke deining op de ankerplaats, waardoor we flink rollen. In de ochtend worden we wakker in een prachtige omgeving. Deels vulkanisch landschap, enkele groene heuvels, een kilometers lang strand. Dat is vrij bijzonder en ook juist aantrekkelijk, want het veel grotere Madeira (voluit Madeira grande) heeft juist helemaal geen strand. Het water is azuurblauw en kraakhelder. Er liggen wel 15 boten voor anker, waarvan 4 Nederlandse die we allemaal nog niet kennen. De bijboot gaat te water en we varen eerst naar het havenkantoor voor de formaliteiten. We hebben de vouwfietsen meegenomen om het eilandje te verkennen.

We fietsen langs 10 km strand en lunchen in een tropische setting. We hebben nog volop energie en maken een wandeling naar de Pico Castelo, een mooie groene steile heuvel. Dat het groen is, is te danken aan één persoon, Antonio Schiappa de Azevedo, die er eind negentiende eeuw, grotendeels eigenhandig voor zorgde dat de kale berg herbebost werd. Er was door erosie maar een dunne zandlaag over, die door zware regen steeds wegspoelde. Met keien bouwde hij duizenden muurtjes waardoor miniterrassen ontstonden, waarop hij verschillende soorten bomen plantte. Het resultaat mag er zijn. Het doet ons denken aan de inspanningen van o.a Darwin op Ascension, waar door ingrijpen van de mens een kale berg werd omgetoverd tot een regenwoud, niet om de berg te behoeden voor de regenval, maar juist als “raincatcher”.


De volgende dag zijn we vooral aan boord, we maken kennis met de Nederlandse jachten in de buurt en we nemen het initiatief voor een strandborrel waarbij iedereen ook hapjes meeneemt. ‘s Avonds zijn de bemanningen van 7 jachten van de partij, naast 3 Nederlandse ook een Belgische, een Duitse, een Britse en een Portugese, ruim 20 man. Een heerlijke avond op het strand bij ondergaande zon en later bij ledlantaarntjes. We delen mooie ervaringen. Maar we horen ook van meerdere bemanningen dat zij de overtocht vanaf Portugal (in de hetzelfde weerwindow als wij) als zwaar en vervelend hebben ervaren. Ruige zeeën, slaande zeilen, lawaai, angst, zeeziekte, motorproblemen, falende windvanen. Sommigen moesten er dagen van bijkomen. Voor hun was het dan ook de eerste “lange” oversteek. Op zo’n moment realiseren we hoe ervaren we al zijn, hoe goed het ons lukt de boot te laten “lopen”, ook onder lastige omstandigheden, hoeveel zelfvertrouwen we alweer snel oppikten, hoe we er in slagen onderweg onze rust te nemen. We zijn best een beetje trots op de Mahi mahi en op onszelf.



Los van het vasteland

Over een uurtje gooien we de trossen los, op weg naar Madeira. Heel fijn om toch nog even een korte terugblik te schrijven over de afgelopen weken.

De week waarin we hier in de haven lagen, deed ons goed. Even rust, geen gereis, maar een vaste stek voor boot en bemanning. De omgeving van Leixoes marina was prima: vlakbij het strand met z’n woeste golven, ideaal voor wandelingen, potjes tennis en de ochtendyoga. We zijn twee keer op de fietsjes naar Porto stad gereden, 1 keer om het museum van moderne kunst te bezoeken, 1 keer om door de stad te dwalen, op zoek naar kadootjes voor het thuisfront. We hadden die week ook tijd voor wat achterstallig onderhoud, klusjes die we voor ons uitschoven omdat we er rust voor nodig hadden en stilliggen in een haven een voordeel was. Ook konden we ons bezoek aan Nederland goed voorbereiden: spullen uitzoeken die weer mee naar huis mochten en lijstje maken van de nieuwe aankopen in Nederland.

Twee dagen voor onze vlucht haalden we de huurauto op. Prachtig om een dag door de Douro-vallei te trekken en de wijn-estates te zien. Toen zijn we naar Sevilla gereden waar we half vijf in de middag aankwamen, nog tijd genoeg om een indruk te krijgen van deze prachtige stad. Vooral het bezoek aan het Alcazar was de moeite waard. Zo leuk om op een klein pleintje wat tapas te eten, onder de sinaasappelbomen, terwijl een mevrouw prachtig op haar gitaar speelt.

We slapen prima in ons hotelletje en in de ochtend rijden we naar de airport. Goede vlucht zonder problemen en als we op Eindhoven airport naar buiten lopen staat m’n moeder daar als verrassing op ons te wachten!!! Wat lief van haar!

We zijn zes dagen in Nederland geweest en we hebben alle familieleden van twee kanten gezien, met wat extra aandacht voor onze ouders en Pieters (klein)kinderen. De promotie van Merel was het hoogtepunt, wat deed ze het goed. Pieter was beretrots op haar, en we hopen dat Merel zelf nog lang blijft nagenieten van deze prestatie en mooie dag.

Even een woord van dank voor onze lieve zeilvrienden Meriam en Paul, die ons in die drukke week een thuishaven boden, vol vriendschap, gastvrijheid, verhalen en een heerlijk bed! Lieve allebei, we hebben het zo fijn gehad in jullie huis, dank jullie wel voor alles!!!

In alle vroegte reden we naar Schiphol. Wat een verrassing toen ik ineens achter me bekende mensen zag, van Basalt! Lenie en Diny, wat SUPERGAAF om jullie te treffen en wat grappig dat jullie die ochtend nog over me hadden gepraat. Blijkbaar niet uit het oog, uit het hart. Tot over een half jaar, dan ben ik weer op de werkvloer, gezellig!

Weer terug in Sevilla stond de huurauto netjes op ons te wachten met achterin de golfbags, een tasje kleren en een tas vol was, hahaha, echte zeilers, zeg maar zo. Daarmee naar Las Chapas gereden bij Marbella, waar we Renée en Kees weer troffen in hun heerlijke casa Amarilla. ’s Avonds kwam de rest van het gezelschap er ook bij en er volgden vijf prachtige dagen met z’n achten, zonovergoten, waarin 4x werd gegolfd, elke avond heerlijk werd gegeten en regelmatig een potje werd gekaart. Lieve Kees en Renée, het blijft een cadeau om deze week jaarlijks met jullie te mogen vieren, wederom enorm bedankt voor alles!!!

Afgelopen maandag zijn we terug gereden naar de haven; fijn onze Mahi mahi weer te zien en net op tijd te zijn om het grootzeil op te halen wat bij het kantoor was afgeleverd in onze afwezigheid. Gisteren hebben we het oude zeil er afgehaald en het nieuwe gehesen. Te weinig wind voor een proefvaart, maar het ziet er meteen veel beter uit. Zometeen gaan we het uitproberen, we staan namelijk op het punt om los te gooien. De wind is gunstig en inderdaad vanuit het noorden, zoals het hoort in deze tijd van het jaar. De orka’s lijken voorbij te zijn, de laatste aanvallen zijn gemeld bij La Coruña, hoewel we gisteren ook iets lazen over attacks bij Cadiz, weer helemaal in het zuiden. Maar we gaan het erop wagen.

We hebben er zin in, om de zee op te gaan. Het zal een tocht worden van zo’n 5 dagen, iets meer dag 600 mijl: een mooie tijd om alles wat er in de afgelopen weken in gebeurd, nog eens rustig de revue te laten passeren.

Oh ja, zie het tabblad positie waar de link naar onze tracking staat: vanaf nu zijn we ook op zee te volgen.