De terugweg is begonnen!

Inmiddels zijn we alweer bijna 3 weken alleen met ons tweeën aan boord. De 4 weken daarvoor stonden in het teken van het bezoek van mijn zussen; eerst Brigitte en Theo en een paar dagen na hun vertrek kwam Mieke. Het waren heerlijke weken en wij genieten enorm als we ons bijzondere leven met anderen kunnen delen. Het is daarna altijd weer even wennen om alleen met elkaar te zijn.

Nagenieten, onze eigen routines weer oppakken, de boot weer even vertroetelen en nieuwe plannen maken. Met Barbuda hadden we het meest noordelijke punt van deze reis bereikt en met het afzetten van Mieke op Antigua zijn we in feite weer op de weg terug, richting Trinidad. Want daar gaat de Mahi mahi over een paar weken weer op de kant, sterker nog, vandaag over precies een maand vliegen we daar alweer weg.
Op Antigua zetten we onze doelen voor de komende weken maar eens op een rijtje. We hebben er 5 maanden over gedaan om tot hier te komen, voor de weg terug hebben we een week of zes, dus we moeten keuzes maken.

Eerst willen we een paar dagen niks, lekker voor anker bij English Harbour, samen met de vrienden van de Off Course. We gaven eerder als verjaarscadeau aan Oda dat we een avond op hun zoontje Jasper zouden passen, zodat zij en Onno, voor het eerst in 2 jaar, eens samen een avond uit eten konden. Dit is een mooie gelegenheid om die belofte in te lossen. Op de weg naar het zuiden willen we graag wat langer op Dominica doorbrengen. Noordwaarts hielden we dat kort, in verband met de aankomst van Brigitte en Theo op Guadeloupe. We willen er ook een freedivecursus doen en een bijzondere wandeling.  Op Martinique moeten we ook nog zijn. Er wordt daar voor ons een pakketje afgeleverd, daarover zo meer. En het is een prima plek om betaalbaar te fourageren voor de laatste weken. Daarna hoeven we niet zoveel plekken meer aan te doen. Wel willen we nog graag 2 boten ontmoeten, de Shambala (van Joshua en Maaike, met dochter Sophie) en de Walkabout (van  Paul en Meriam). Beide koppels zagen we vorig jaar zomer voor het laatst. Met Paul en Meriam wordt het de eerste ontmoeting sinds ze Nederland verlieten.
Op Antigua genieten we nog even van de heerlijke ankerplek, aan een prachtig strand, erachter een 5 sterrenhotel waar de kamers 1000$ per nacht kosten. Maar het strand is er voor iedereen, dat is een erfenis van de Britse geschiedenis. De luxe ligstoelen van het hotel staan netjes naar achteren, op het privé-terrein van het hotel. We hebben een paar gezellige sundowners op het strand met de Off Course en maken de boot klaar voor een aantal lange dagtochten.
Het zeilen aan de Caribische kant van deze eilanden lijkt in eerste instantie niet uitdagend, de wind is namelijk altijd ongeveer oost, en of je nou naar het noorden of zuiden vaart, je hebt altijd een bezeilde koers. De praktijk is toch anders. Als je langs een eiland vaart, krult de wind rond de bergen van het eiland. Daardoor variëren windrichting en sterkte enorm. Soms vaar je in de luwte, soms zijn er juist enorme versnellingen. Je hebt er geen last van oceaangolven, maar je bent voortdurend in de weer met aanpassen van de stand van de zeilen, met reven en ontreven. Langs de kusten heb je daarnaast ook last van fuiken van vissers, gemarkeerd door een klein boeitje of alleen maar een lege colafles, nauwelijks zichtbaar. Je moet ze wel ontwijken en daarom varen we alleen overdag. Alleen als het dieper is dan 200 meter zijn ze er niet meer. Vaar je tússen de eilanden, dan hebben de harde wind en oceaangolven vrij spel, waardoor het zeilen op een andere manier uitdagend en soms ook oncomfortabel is. Nee, doe ons maar een oceaanoversteek, met stabiele winden meestal van achteren, weinig helling en maar af en toe aanpassing van de zeilen.

We varen in 3 opeenvolgende dagtochten van Antigua naar Dominica. We slaan allerlei mooie plekken over, maar waar we op onze wereldreis (2013 tot 2016) als mantra hadden, als we een mooie bestemming oversloegen: “dat doen we wel de volgende keer”, kunnen we nu volstaan met: “dat hoeft niet, daar zijn we al geweest”.
Bij een van de twee tussenstops op Guadeloupe kunnen we nog wel mooi even snorkelen aan de westzijde van Pigeon Island. Toen we daar met Brigitte en Theo waren stond de wind daarvoor niet goed, te veel golven. Nu prachtig en zeer goed zicht.
We hebben voor Dominica ruim de tijd genomen. Eerst een paar dagen voor anker bij Portsmouth. We liggen naast de “Wahoo”. Mooi gezicht, twee roofvissen naast elkaar, en alletwee nog lekker ook. Dat vraagt om een kennismaking. Hmmm, Amerikaanse vlag, vaak zijn Amerikaanse zeilers schreeuwerige blaaskaken, van de verkeerde partij zal ik maar zeggen. “Maar wij komen uit New Orleans”, blijkt een van de vaste uitspraken van Roy en/of Dale. Hij is 79, zij twee jaar jonger. De Wahoo een stoer schip, waarmee ze sinds hun pensioen vrijwel onafgebroken onderweg zijn. Vroeger runden ze een klein hotel. Het blijken erg gezellige mensen, met een genuanceerdheid die je zelden bij Amerikanen ziet. “Yes, but we are from New Orleans”. Ze vragen ons mee op een trip over het eiland. We aarzelen, hadden we al eens gedaan, maar we gaan mee, zien allerlei plekken die we niet eerder zagen en lunchen heerlijk bij een lokaal restaurant. Vooral de enige en zeer ambachtelijke chocoladefabriek maakt indruk. En ook leuk om in de Emeraldpool onder de waterval te zwemmen.


Een andere avond zijn we voor een sundowner bij hun aan boord en eten er “Louisiana shrimps, the best there is”. Ze hebben er 20 kg van in hun diepvries. Ook leren we fried breadfruit eten, inderdaad heerlijk, Roy!

Wij verkassen naar Roseau, de hoofdstad, niet omdat het daar mooier ankeren is, maar omdat je van daaruit de mooiste wandelingen kunt maken en omdat we er een freedivecursus hebben geboekt. Freediven is eigenlijk snorkelen, maar dan diep, anders gezegd, het is duiken zonder flessen. Alles op éen ademteug dus. Souffriere op Dominica blijkt het Mecca van het freediven te zijn. Alles klopt er: het is vlak bij de kant al enorm diep, de baai is zeer beschut tegen de wind dus er zijn geen golven, er staat geen stroming en het water is lekker warm. De échte freedivers gaan alleen maar zo diep mogelijk, recht omlaag. Goede freedivers gaan tientallen meters diep, de kampioenen meer dan 100 meter. Daar is het ons niet om te doen. We willen ons comfortabel voelen tussen de 5 en 10 meter om daar van koraal en vissen te genieten.

Ons freedive groepje met onze juf op de voorgrond

Wij doen een cursus van 2 dagen. De kerncompetenties zijn totale ontspanning (lichaam en geest), ademtechniek en klaren (van de druk op de oren). Eerst 2 uur theorie en oefenen op het droge (ontspannen, ademhalen en klaren), dan het water in en om de beurt (we zijn met vier cursisten) langs een lijn naar beneden. Het is best spannend. Eerst trekken we ons langs de lijn omlaag, de tweede dag doen we het vooral met de vinnen. Het valt niet mee, het voelt spannend, terwijl ontspannen juist de voorwaarde is. De wereldrecordhouder (134 meter) zien we een paar oefenduikjes maken naar een meter of 50. Wij verleggen alle vier onze grenzen. Ik haalde zelfs het eindpunt van de lijn toen die op dag 2 naar 20 meter was gebracht. Monique was ook heel tevreden met haar 7 meter diepte.

Dan is het Pasen. We hadden geen speciale plannen, maar ineens komt de bemanning van Wahoo langszij: gaan jullie zometeen mee naar de paaslunch bij dat hotel aan de wal? Daar schijnt het erg goed te zijn! Natuurlijk, gezellig! En een paar uur laten zitten we in goed gezelschap te genieten van een grandioos buffet, begeleid door een steelband. We voelen ons op ons Paasbest 🙂
Daarna was er nog één doel op Dominica, een van de bijzondere wandelingen volbrengen. Het klapstuk is daarbij de tocht naar het “boiling lake”, een van de twee ter wereld, waar het water kookt door vulkanische activiteit. Het is een zeer inspannende tocht, 6-9 uur durend. Eerst is het weer nog matig, maar dan komen er een paar mooie dagen aan. Ik zou het liefst met een gids gaan, dat adviseert mijn (weliswaar maritieme) gids, maar Monique hoort van andere zeilers dat het best zonder kan. Ik laat me overtuigen en om 7 uur ‘s morgens staan we langs de kant te liften naar het vertrekpunt. We hebben geluk en worden bijna aan de start afgezet. We zijn niet de enigen, we zien een man of 15 onderweg. Monique heeft de route goed voorbereid en we volgen die probleemloos. We lopen door een adembenemend landschap van regenwoud, mistwoud, er zijn prachtige uitzichten naar andere groene heuvels van het nationale park de “Trois Pitons”. Stijgen en dalen wisselen elkaar af. Vaak is het klauteren, een enkele keer ondersteund door touwen. De meeste stukken zijn droog, soms is het modderig en glad. Op tweederde van de tocht lopen we door een kaal vulcanisch landschap, grijze en groene neerslagen op de rotsen, stoom komt op verschillende plaatsen uit de grond en sommige stroompjes dampen van het hete water. Uiteindelijk, na 3 uur, bereiken we een klein plateau dat uitkijkt op, ja, eigenlijk op een wolk van stoom onder ons. Geen meer te bekennen. Maar dan trekt de stoom weg en zien we het meer 60 meter in doorsnee, in het midden woest kokend. Wat een belevenis!


De terugtocht is net zo inspannend als de weg heen. Het is nu meer dalen dan stijgen, en dalen is in de steile, soms gladde stukken het moeilijkste. Onderweg rusten we even uit in een hotpool, een natuurlijk badje, net niet te heet om in te liggen. Als we zeven uur na vertrek weer aan de start staan zijn we behoorlijk uitgeput. Terugliften gaat gelukkig vlot. De dagen erna denken we er nog veel aan terug, niet in het minst door de spierpijn in kuiten en bovenbenen.
We kunnen nu door naar Martinique, onderweg hebben we een brief encounter met 2 orka’s! Indrukwekkend, ze zijn op tegenkoers en komen vlak langs de boot. Ze zijn snel weer onder, met het fototoestel zijn we te laat. Maar wat een fascinerende verschijningen! We zijn er stil van, we hebben nog maar zelden grote walvissen op open water ontmoet.
Op Martinique is ons “pakket” inmiddels aangekomen. Tja, we zochten naar een nieuwe nautische uitdaging. We probeerden kitesurfen, maar dat vonden we toch te gevaarlijk en het combineert slecht met leven op een boot. Wingfoilen daarentegen…… daarbij sta je op een kleine surfplank met een draagvleugel eronder. In je handen heb je een “wing”, een vleugel die wel lijkt op die bij kitesurfen, alleen veel kleiner en je hebt hem gewoon vast, niet via lijnen. Het lijkt ook wel een beetje op windsurfen, maar daar zit het zeil met een mast vast op de plank. Dus is het de bedoeling dat je op de plank gaat staan, dat de vleugel je plank snelheid geeft en dat de plank door die snelheid en de draagvleugel (foil) uit het water wordt getild, waardoor je met de plank boven het water zweeft. Het ziet er best makkelijk uit.
We konden zo’n set in Frankrijk bestellen en goedkoop in Martinique af laten leveren. Soort van binnenlands tarief. Inmiddels hebben we hem uitgepakt en in elkaar gezet. Even met de vleugel droog geoefend op het strand. En toen het water in. Niet op de plank met foil, nog te eng, maar op Moniques sup-board. Het lijkt nog helemaal nergens op. We komen niet tot stand, geknield kunnen we kleine stukjes afleggen. Oefenen dus! De tweede dag durven we al op de echte plank en lukt het Monique zelfs al om een klein stukje staand af te leggen, dit is fun!!


En nu zeilen we een dezer dagen verder zuidwaarts. We hebben op Mayreau afgesproken met de Walkabout. Daar kijken we erg naar uit. We leven al jaren met 
Paul en Meriam mee, met de voorbereidingen en voorpret, een aantal keren samen met Paul klussen op hun boot, afscheid nemen bij hun “vertrek” vorige zomer in Scheveningen, sindsdien vaak digitaal contact, af en toe zijn we een steuntje op afstand. Maar nu zijn ze vlakbij, helemaal op eigen kracht. Dat gaan we samen vieren!

Op bezoek in Antigua en Barbuda, geschreven door Mieke!

Er zaten maar een paar dagen tussen het ene bezoek en het volgende. Een paar dagen om de oversteek naar Antigua te maken, de boot te poetsen en de was te doen.

Als gast was daar niets van te merken. Toen ik donderdagavond 16 maart in de Marina van Jolly Harbour aankwam, waren de gastheer en -vrouw zeer ontspannen en bleken aan boord het bed gedekt, de koelkast gevuld en de biertjes koud. Heerlijk om elkaar te zien en te proosten op de dagen die voor ons liggen! 

Na een ochtendzwemmetje en een heerlijk ontbijt vertrokken we in de loop van de dag naar het noorden en legden na een lekker zeiltochtje aan in Deep Bay. Prachtig gekleurd water in een mooie baai, met uitzicht op een duur resort waar de huisjes niet alleen een strandview hebben maar ook allemaal een eigen zwembadje. Door de harde wind blijven we zaterdag grotendeels aan boord en maken we aan het eind van de dag een wandelingetje naar Fort Barrington en drinken we rosé op een mooi uitzichtpunt.  

Zondag is de wind rustiger en wandelen we naar St. John, de hoofdstad van het eilandje. Mooi om via de buitenwijkjes te lopen en te zien hoe het leven zich hier afspeelt. Nou ja, leven….

Ondanks de twee grote cruiseschepen die zijn aangemeerd is er nauwelijks leven te bekennen in de winkelstraatjes van St. John. We videobellen met oma op de trappen van de overdekte markt. Met veel moeite vinden we de pittoreske huisjes aan het havenfont maar koffie… ho maar. Daarvoor moeten we naar een Subway waar het verrassend druk is met locals. We bezoeken de kathedraal met een mooi houten interieur, kopen wat fruit en nemen een taxi terug naar de baai. We zijn precies op tijd aan boord om Max te zien racen. We snorkelen en zien grote schildpadden, koraal en kleinere vissen en Monique duikt een prachtige grote schelp op, een conch.  

Omdat de weersverwachtingen zeiltechnisch niet heel gunstig zijn varen we op maandag terug naar Jolly Harbour en vinden daar een mooring waar we comfortabel aan kunnen liggen. We informeren naar huurauto’s en drinken heerlijke sundowners op het strand. Dinsdag halen we de huurauto op en verkennen we het eiland via land. We rijden een mooie route, zien een plantage van zwarte ananas, een van de plaatselijke specialiteiten, en gaan via Fig Tree Drive (geen vijgen maar bananen 🙂 ) het binnenland in. In de buurt van Falmouth zien we een prachtig groen kerkje maar als we binnen kijken zien we heel wat kapotte ramen. We hebben zin om te lunchen bij het Shirley Heights Lookout maar dat gaat zomaar niet. Het blijkt onderdeel te zijn van een nationaal park en de toegangsprijs is fors. Voor een lunch vinden we dat onzin dus keren we de auto maar dan wordt er door een dame op het raampje getikt: als we alleen gaan lunchen mogen we gratis het park in, op voorwaarde dat we straks het lunchbonnetje laten zien. Zo gezegd, zo gedaan.

We doen nog even het Blockhouse aan, waar we fraai uitzicht hebben op Indian Creek en het huis van Eric Clapton. Ook het uitzicht bij Shirley Heights is prachtig. We zien Falmouth Harbour en English Harbour en Monique spot hele actieve walvissen, de humpbacks springen hoog uit het water op om met een grote plons weer te landen! Na de lunch rijden we weer naar beneden, laten keurig de lunchbon zien en zetten koers naar een opvang voor ezeltjes, die we even borstelen. Het slavernijmuseum bij Betty’s Hope, de grootste voormalige suikerplantage van Antigua, is helaas al dicht. Aan de oostkant van het eiland stoppen we bij Devil’s bridge, een door wind- en zoutwatererosie natuurlijk gevormde brug waar het water van de Atlantische Oceaan wild opspat. Op de terugweg nemen we een lifter mee, die hardop uitspreekt dat hij verbaasd is dat hij ‘van ons soort mensen’ een lift krijgt. We zijn er een beetje stil van. Hij vertelt opgewekt over het zware werk dat hij doet: het aanleggen van een grote muur ter bescherming van het landschap.

We rijden nog een mooie route door het binnenland naar het westen en leveren aan het eind van de middag helemaal voldaan de auto weer in. We sluiten af met een sundowner op het strand. 

Woensdag 22 maart maken we de oversteek naar Barbuda. Als we de baai uitvaren zien we een mooie dubbele regenboog en spettert het even. Bij windkracht 6 en een noord-oostelijke koers is het echt een pittige tocht met korte steile golven die elkaar in hoog tempo opvolgen. Mijn maag vindt het niet echt leuk. Pieter maakt het zo aangenaam mogelijk door het schip met de hand door de vlagen heen te loodsen. Er zijn niet veel schepen onderweg, al hebben we via de boordradio contact met twee andere Nederlandse crews. We zijn blij als Barbuda in zicht komt en leggen aan ter hoogte van Palm Beach. Een prachtig smal langgerekt strand voor onze neus met een laguna aan de andere kant en verder helemaal niks, geen begroeiing, geen bebouwing, alleen maar weidsheid. We drinken champagne om de oversteek te vieren en Monique tovert weer eens een heerlijke maaltijd op tafel. ’s Avonds zien we een prachtige sterrenhemel, alles is extra goed zichtbaar omdat er totaal geen lichtvervuiling is.  

Donderdagochtend gaan we al op tijd met de bijboot naar de kant en maken we een heerlijke strandwandeling. Er zijn veel wolken maar af en toe zien we toch het strand wat rozig kleuren.  

In de loop van de ochtend varen we, in de regen en nog steeds met harde wind, zuidwaarts en leggen we aan bij Diana Beach, waar ook de Rebel Rebel en de Danae liggen. Ook hier weer een mooie baai, weliswaar met wat meer bedrijvigheid en werkgeluiden, maar ook die weidsheid, schitterende kleuren van het water en heerlijk zand aan de voeten. Het is een feestje om hier te snorkelen; door de verschillende (on)dieptes is er een heel afwisselend onderwater landschap en valt er veel te bekijken. Ook nu weer mooi hersenkoraal, sierlijk bewegende roggen en kleine en grote vissen.  

Robert de Niro schijnt hier een aandeel te hebben in de bouw van prachtige panden en een landingsbaan voor helikopters. Wij vinden het smaakvol met roze parasols, gebouwen in onopvallende kleuren en een mooi aangelegde fitnessruimte (buiten!) maar hebben vooral lol dat wij hier gratis liggen 🙂 .  

Terwijl de buurboten oefenen met windsurfen en wingfoilen gaan wij naar de kant voor een mooie strandwandeling en een plaatselijk biertje bij het enige strandtentje dat je hier tegenkomt en reserveren we alvast een ‘lobster-on-the-beach’-maaltijd voor de dag erna.  

De volgende dag maken we een strandwandeling naar Cocoa Point, het meest zuidelijke puntje waar je goed het rif kunt zien. Monique vindt een prachtige schelp, ingegraven in het zand, die we meenemen als souvenir voor mij. ‘s Middags probeert Pieter of hij na 45 jaar nog kan windsurfen en verdomd… hij blijft een heel eind staan! Samen met de bemanning van de Rebel Rebel en de Danae drinken we Caribische biertjes bij Shack-a-Kaï en hebben we met Quinten en Lisanne een heel gezellige en lekkere kreeftenavond. In het donker naar de bijboot, daarna op zoek naar de Rebel Rebel en daar nog een heerlijk afzakkertje… we gaan alweer tevreden ons bed in.  

Op zaterdag verhuizen we voor de laatste keer op Barbuda. We zetten koers naar Spanish Point, het meest zuidwestelijke puntje van het eiland. Een spannend tochtje vanwege de enorme ondieptes die er zijn. Monique loodst ons er vakkundig doorheen en rond de middag liggen we op een perfecte plek. We maken een lange wandeling en zien weer hele andere natuur: grote cactussen, sommige in bloei, flinke vetplanten en forse begroeiing maar ook een heel drooggevallen zilte bekken. Aan de kustlijn valt vooral de grote hoeveelheid Sargasso én het aangespoelde plastic op: kratjes, netten, stootwillen, heel naar om te zien. We eten heerlijk fingerfood met een lekker glas rosé en verbazen ons over de kundigheid van Monique: al tien dagen aan boord, steeds vers en heel lekker gegeten en tussendoor geen boodschappen gedaan…  

Zondag varen we onder perfecte omstandigheden terug naar Antigua: de wind is nog steeds fors maar met een andere koers (halve en ruime wind) en een zonnetje kunnen we de golven prima aan. We zien vliegende vissen en Pieter spot een vin van een dolfijn. Leuk om nu plekken via zee te zien die we eerder door de autorit vanaf land zagen. Rond half vier leggen we op de beste plek aan in English Harbour, vlakbij de kant en met voldoende afstand van andere boten. We doen een zwemmetje en lopen dan omhoog naar Shirley Heights met de bedoeling om met andere bemanningen te genieten van de zondag barbecue die daar wekelijks wordt gehouden. Zover komt het niet. Na een heerlijke rumpunch en een prachtige zonsondergang ontvluchten we de drukte en hebben we een heerlijke laatste avondmaaltijd met kaas na op de boot. Onwerkelijk dat het alweer bijna voorbij is. 

Maandag verkennen we nog Nelson’s Dockyard, vergapen ons aan enorme grote en soms mooie schepen, reserveren een taxi, lunchen nog aan boord en dan is het toch echt voorbij. Met de schelp stevig ingepakt, een tas vol zoute kleren en een hoofd en hart vol mooie ervaringen, zwaai ik vanuit de taxi naar Pieter en Monique, die me zo’n onvergetelijke reis hebben gegeven. Dank, lieverds, voor dit geweldige inkijkje in jullie leven, voor de gastvrijheid en de gezelligheid en voor al die kleine en grote bijzondere momenten!