Hèhè, het voelde als een opluchting om weg te varen van St Maarten, richting een nieuwe bestemming. We hadden intensieve weken achter de rug in Nederland en daarna een boel pech achter elkaar na terugkomst in het Caribisch gebied. We zijn toe aan een nieuw hoofdstuk van onze reis, nieuwe ervaringen en eigenlijk gewoon ook aan een beetje bijkomen. De Britse Maagdeneilanden, ofwel de British Virgin Islands, the BVI’s, lijkt zich hier prima voor te lenen. We lazen ooit: “Als Walt Disney een zeilparadijs zou bedenken, zou het eruit zien als de BVI’s. Overal eilanden, overal ankerplekjes, korte afstanden, blauw water, prachtig snorkelen, mooie natuur.” Dat klinkt goed!! Wel oppassen voor de ontelbare charterboten, vooral catamarans. Het is een populair gebied om naar toe te vliegen met vrienden of familie met een grote zak geld om hier rond te varen voor een dikke week. We zijn benieuwd.
De tocht erheen was in elk geval al heerlijk; achterlijk windje van zo’n 14 knopen, onze favoriete zeil-setup, een nachtje doorvaren onder prachtige sterrenhemel, tja, dan zijn we allebei gewoon helemaal in ons element.
We komen op dinsdag 20 februari aan bij Virgin Gorda en klaren in bij de hoofdstad, Spanish Town. Dan zoeken we een mooi ankerplekje op en gaan per dinghy naar The Bath, een begrip hier; een enorm indrukwekkend gebied met de mooiste rotsformaties, megagrote ronde keien, die kriskras verspreid door het landschap liggen en soms hoog op elkaar gestapeld, waardoor je je afvraagt wat hier zich ooit geologisch gezien heeft afgespeeld. Echt heel bijzonder, vooral het stuk waarbij je tussen de rotsblokken klautert, alsof je door tunnels kruipt. Bij terugkomst op de boot zien we dat dezelfde Duitse monohull naast ons geankerd ligt als vanochtend, op de inklaarplek. Latina, mooie naam.
De volgende ochtend zeilen we in alle rust met zo’n 3-4 knopen naar de volgende ankerplek. Er staat weinig wind en het valt ons op dat we ongeveer de enigen zijn die zich onder zeil verplaatsen, de meeste catamarans om ons heen zetten de motoren open en racen er vandoor. We vragen ons af of de zeilen in zo’n charterweek überhaupt gebruikt worden. De zeilen die we op zien staan zijn zo slecht getrimd, dat je meteen weet hoe weinig zeilervaring er aan boord is.
We hebben een plekje op het oog, beschut achter een eiland en vlak achter het rif: we verwachten een paar dagen pittige wind en dit lijkt ons het beste plekje van de hele omgeving. Tot onze verbazing ligt er helemaal niemand. Een half uurtje later komt ook Latina bij ons liggen, echte zeilers dus, mensen die ook naar het weer kijken, dat hebben we meteen door. Alle charterboten gaan gewoon naar de klaarliggende mooringvelden, waar je twee soorten boeien hebt; de oranje die je voor 55 USD per nacht online kunt boeken, en de witte ballen waarvoor geldt “wie het eerst komt, die het eerst maalt”, daar betaal je 40 USD voor en dit geld wordt in de namiddag opgehaald. Maar je kunt dus ook zelf ankeren. We liggen op een prachtplek en genieten van de rust en van het snorkelen. Wel even heel intimiderend als een barracuda van zeker een meter vlakbij ons zwemt en ons almaar blijft achtervolgen op 2 meter afstand; snel het water uit, wat een griezel van dichtbij met z’n bek vol scherpe tanden. Onze Duitse buurman van Latina komt zich even voorstellen en we nodigen ze beiden uit voor een borrel aan boord die avond. Heidi en Dirk zijn leuk, we hebben een goede klik en dus een heel gezellige avond. Twee dagen liggen we hier en doen wat klussen aan boord. De lieren worden alle zes door mij geserviced, waar ik een tijdje zoet mee ben, en wat hard nodig was….de laatste keer was bijna 2 jaar geleden. Een lekkende naad van de buiskap hebben we helemaal schoongemaakt en opnieuw gekit, weer zo’n klus waar we zomaar drie uur mee bezig zijn met z’n tweetjes, maar wat een tevreden gevoel oplevert. Als de wind is afgenomen verkassen we naar het eiland tegenover, waar we een mooi uitzicht hebben over een zout binnenwater, van waaruit we met onze heerlijke nieuwe stoere dinghy naar het rif stuiteren om te snorkelen, waar we stukjes kayaken, tennissen op het strand en waar we genieten van Happy-hour op Saba Rock, ook alweer zo’n fenomeen, een sjiek restaurant op een mini-eiland, waar iedereen naartoe trekt. Hartstikke leuke sfeer!!
De avond erna verleggen we de boot naar om de hoek, naast de Latina, en hebben weer een fijne avond met onze nieuwe vrienden, waarbij we heel wat aflachen, Dirk is grappig! Wat zijn de contacten tijdens zo’n reis toch belangrijk. Soms is het heerlijk om alleen maar samen te zijn met niemand om je heen, en soms is de gezelligheid met andere zielsverwanten heel heilzaam.
Vijf dagen zijn we in deze heerlijk sound geweest, op verschillende plekjes. We hebben het fijn gehad, zijn echt een beetje bijgekomen, uitgerust en hebben zin om verder te gaan. We gaan ankerop en varen plat voor het lapje naar Salt island, tien mijl verderop terwijl we onderweg water maken, heerlijk dat de watermaker het weer zo goed doet. We stoppen er, wandelen even naar het zoute meer en gaan vlot verder. Om de hoek ligt het wrak van Rhone, een vrachtschip en tevens een duikattractie. Terwijl ik met de Mahi mahi ronddobber, snorkelt Pieter erheen. Daarna door naar Pieters island, waar we voor anker gaan in een prachtige baai waar maar 1 ander schip ligt, het blijft ons verbazen. We snorkelen op een prachtige plek, met eindelijk wat levend koraal en veel vis en mijn dag kan niet meer kapot als ik een hele bijzondere schelp voor m’n verzameling vind.
We horen van onze vrienden van de Offcourse, die al in de United Stated Virgin Islands, the USVI’s zijn aangekomen, dat ze bevriend zijn met de buurboot in onze baai. De volgende ochtend regent het pijpenstelen tot 10 uur, heel knus, dat constante geroffel op de boot. Ideaal weer om eens wat muffins te bakken. Als het weer droog is, sup ik naar de buren met een zakje muffins, we worden meteen voor de koffie uitgenodigd. Colette en Miles komen met hun dochter vanuit Nieuw Zeeland, hartstikke leuke mensen weer, we hopen ze gauw nog eens te ontmoeten.
Die middag varen we een klein stukje verderop naar Kelly’s Cove waar we 1 van de 5 betaalde moorings oppikken, wat echt de moeite waard is. We liggen op een prachtplek, in een soort kom omringd door rotsen, zonder deining. Heel mooi om te suppen en ’s avonds te genieten op het voordek van de afnemende maan bij een krekelconcert.
De dag erna op snorkelexpeditie. Eerst met de dinghy naar TreasurePoint, waar we met zaklamp in de hand de grotten al zwemmend verkennen. Daarna door naar Indian Rocks, ruim een mijl over ruig open water, maar de moeite waard: we snorkelen rond de rotsen met steile wanden vol levend koraal en talloze vissen. Heel stoer van Pieter dat hij door een onderwatertunnel durft te zwemmen.
Tevreden drogen we op van dit avontuur en gaan op pad naar het hoofdeiland Tortola, en dan naar de plek met de bijzondere naam Sopers Hole. We kunnen er niet ankeren en nemen dus een mooring, maar liggen dan ook op een mooi plekkie in dit gebied. Felgekleurde huizen op de kant en blijkbaar een boel leuke plekjes om wat te eten en drinken, lezen we in de pilot. Er stopt een dinghy bij de boot, met daarin Folkert, een Fries, die hier woont en zeilles geeft. Hij vertelt dat er op woensdagavond met radiobestuurbare boten een wedstijdje wordt gehouden en dat het gezellig pizza eten in bij the Admiralities Club. Wij erheen. Pieter staat gebiologeerd te kijken naar het wedstijdzeilen met mini-lasers, en dan krijgt hij zo’n afstandbediening in z’n handen gedrukt met een paar regels uitleg. Hij rommelt er even mee en dan wordt er al afgeteld naar de start. Pieter speert ervandoor met zn boot nr 59, hij rondt de boei en komt als winnaar over de finishlijn! Hij glimt van trots, mijn held. Nog nooit gedaan en meteen onder de knie 🙂
Hierna smaken de biertjes en pizza’s nog beter en hebben we een leuk gesprek met een jong Brits koppel dat hier woont en werkt om het Engelse klimaat te ontvluchten.
Donderdag op pad om een belangrijke hobbel te nemen. We hebben een paar dagen geleden een ESTA aangevraagd en deze moeten we activeren, voordat we de boot mogen meenemen naar Amerikaans grondgebied.
Dit kunnen we doen door met de ferry naar de USVI’s te gaan, ons daar formeel in te klaren en een stempel in onze paspoort te krijgen. Pieter heeft online tickets geregeld, wat niet zonder slag of stoot ging. Maar uiteindelijk is het gelukt en om 8 uur staan we al klaar bij de ferry’s. Alles gaat soepel, bij elk loket moet weer wat betaald worden, maar dan vertrekken we. In een kwartiertje zijn we in Cruz Bay, de hoofdstad van het Amerikaanse St. Johns. Daar moet iedereen van boord, paspoorten worden gecontroleerd, persoonsfoto gemaakt, vingerafdrukken worden genomen. Maar dan gebeurt het, de felbegeerde stempel wordt gezet en daarmee hebben we een geldig toeristenvisum voor 90 dagen, waarmee we, als het goed is, ook welkom zijn in Puerto Rico. Daar is het ons allemaal om te doen. Het kost wat, maar hopelijk hebben we dan ook wat, we gaan het beleven! Drie uur na vertrek zijn we weer terug aan boord. We kunnen hier mooi nog een wasje doen, boodschappen halen bij een prima supermarkt en gaan nog even naar livemuziek luisteren aan de kant, onder het genot van een hapje, terwijl het buiten weer regent. Deze dagen trekt er een front over met veel wind en regen maar daarna wordt er weer stralend weer verwacht.
Pieter schreef al dat we Murphy op St. Maarten hebben achtergelaten, maar dat betekent niet dat we gevrijwaard zijn van pech, integendeel. Hoe heerlijk we het ook hebben op de BVI’s, we hebben wel weer een portie tegenslag, deels eigen schuld! We varen met de nieuwe dinghy achter ons aan slepend. We lazen dat we in zo’n geval een langere lijn moeten beleggen en we vinden hier een perfecte lijn voor. Maar waar we niet echt aan dachten bij de eerste ankermanoeuvre was dat dit geen drijvende lijn is en een stuk langer dan we gewend waren, met als gevolg dat de lijn in de schroef verstrikt raakt bij het achteruitslaan en KLOINK…de motor er abrupt mee stopt. Gelukkig zijn de motorsteunen door de klap niet gebroken of ontzet! ’s Avonds zitten we binnen tv te kijken, ineens bam, elektra schakelt volledig uit, de accu’s op standby, wij en de boot in het duister gehuld. Dat is ons nog nooit overkomen. Pieter houdt via een app altijd de accu’s in de gaten. We hadden inderdaad geen zonnige dag en best wat elektra gebruikt, maar ze leken nog voldoende gevuld. Op basis van deze app-gegevens bepalen we of we elektrisch kunnen koken (meestal), of op gas (soms). 1 van de accu’s communiceert niet zo lekker via bluetooth, dat probleem was al langer bekend, maar blijkbaar geven ze soms ook een hoger laadniveau aan dan overeenkomt met de werkelijkheid! Dat betekende dus een uurtje de motor laten draaien op de ankerplek, de tweede keer dat we dit moeten doen in ons zeilende bestaan. En dan het volgende: we liggen in Sopers Hole aan een mooring terwijl het een onrustige nacht is met harde vlagen wind waardoor de boot soms onrustig beweegt. Ik weet nog dat ik een vreemd hard geluid hoorde waardoor ik wakker schrok, maar ging ervan uit dat het de peddels waren op dek, maar die had ik wel vastgebonden, dus draaide ik me om. ’s Ochtends zitten we te ontbijten in de kuip, zie ik ineens een elektradraadje omlaag bungelen vanaf de bimini. Ik kijk omhoog; Pieter!! Er is een zonnepaneel weggewaaid!! Jeetje mina, er liggen twee flexibele zonnepanelen op de bimini, ze zitten vast met twee strips klittenband over de hele lengte. Is er toch een volledig afgerukt door een windvlaag, nog nooit meegemaakt. Tja, en waar is ie nu? Zinkt zo’n ding meteen, is ie misschien tientallen meters door de lucht gevlogen voordat hij ging zwemmen? Heeft de uitgaande stroom hem meegesleept richting zee? Waar we liggen is het ruim 10 meter diep. We zien er wat tegenop, maar uiteindelijk helpt Pieter me in het duikharnasje van ons nood-duiksetje en daar ga ik. Na vier meter zakken zie ik de bodem al wat vaag, en na 20 seconden zie ik ons paneel heel rustig op me liggen wachten, pal onder de boot. Dat was dan weer een meevaller, en hij blijkt nog te werken ook, oef.
De wind is nog niet uitgeraasd maar we willen verder. Deze plek kennen we inmiddels en het is een bijzondere dag. Het is namelijk 2 maart, onze trouwdag en daar willen we iets feestelijks mee doen. We besluiten te vertrekken en zeilen bij ruim 20 knopen wind hoog aan de wind de 5 mijl naar de beoogde ankerplek bij het eiland Jost van Dyke. Daar trakteren we ons weer op een mooring, wel zo relaxed met deze wind en de riffen in de buurt. We kijken eerst de eerste wedstrijd van Max van dit seizoen, Pieter heeft weer weten te regelen dat we op de ipad kunnen kijken, altijd leuk, al is het een saaie wedstrijd door de overmacht van onze held.
Daarna op pad, we lopen naar the bubbly pool, een plek waar bij hoog water de golven met geweld tussen de rotsen door naar binnen komen en er een soort schuimend bubbelbad ontstaat. Prachtig om te zien en heel leuk om in te zitten. We genieten een tijdje van deze plek. Op de terugweg kopen we iets moois bij een lokale kunstenaar en spreken met het restaurantje op de kant af dat we die avond kreeft komen eten. Ze hebben er nog een paar liggen, die zijn voor ons! We hebben een heerlijk diner op een romantische plek met iets te veel wind, maar dat deert ons niet. We kijken met plezier terug op de voorgaande jaren, zijn blij met elkaar en met onze beslissingen in het leven en realiseren ons maar al te goed hoe fijn we het hebben. Hier willen we nog wel een tijdje samen mee doorgaan.