Tijdens de tocht van Trinidad naar Union merkten we dat het pomphuis van het toilet weer lekte. Weer, want eind vorig seizoen was dat ook het geval. De pomp, handbediend, zit vast aan het toilet, en dient ervoor om de pot leeg te pompen en te spoelen, via een twee-standenschakelaar. Het is een vernuftig systeem, met kleppen, slangen, veren en rubberballen en pakkingen, die alle vloeistofstromen in goede banen moeten leiden en lekkages moeten voorkomen. Ongeveer een keer per jaar staat het pomphuis wel op onze klustafel, wordt volledig gedemonteerd om te reinigen, smeren en controleren. Ook eind vorig seizoen, toen er steeds een plasje slecht ruikend water op de badkamervloer stond nam ik hem onder handen. Alle pakkingen gecontroleerd en stevig genoeg aangedraaid, het leek dat het lek boven water was, maar dat bleek niet het geval. De lekkage werd duidelijk ook steeds erger, zonder dat we konden zien waar het precies vandaan kwam. Maar onderzoek is moeilijk op een schommelende en steigerende boot. Eenmaal aangekomen op Union werd het tijd voor een grondige inspectie. En wat bleek, er zaten barsten in het kunststof pomphuis zelf! Daar is maar één oplossing voor: vervangen. Een search op internet leerde dat in de hele Carieb er maar 2 eilanden zijn waar ze dit pomphuis op voorraad hebben, Carriacou en Grenada. En laten we die twee eilanden nou net voorbij gevaren zijn! Helaas geen mogelijkheden op de plaatsen waar we nog gaan komen. Dus besluiten we om het inklaren op Union uit te stellen en maken we nog dezelfde middag rechtsomkeer en varen we in zuidelijke richting naar Carriacou, waar we in de schemer aankomen. De volgende ochtend staan we rond openingstijd bij de watersportwinkel en na even zoeken wordt het enige voorradige pomphuis gelukkig gevonden.
Korte tijd later zijn we alweer op weg naar Union Island, waar we in de loop van de middag voor een tweede keer aankomen. Ja, in dit leven is het doen van een boodschapje soms een hele onderneming. Eigenlijk hadden we op Carriacou ook moeten inklaren en uitklaren (douane en paspoorten), maar dat had ons een extra dag gekost; dan maar even illegaal aan land voor een gerichte boodschap. We kochten er alleen het pomphuis, een kunststofgietstuk, dus de volgende dag gaat voor een groot deel op aan het overzetten van alle andere onderdelen van de pomp. Nu werkt het weer als een zonnetje. Toch wel fijn, een werkend toilet aan boord. OK, hangend aan de zwemtrap lukt na enige oefening ook, maar op een wat vollere ankerplaats is dat toch ongemakkelijk.
Na de rituele inklaarprocedures bij immigration en customs in Clifton verkassen we de boot naar de ankerplek bij Frigate Island. Ooit waren hier plannen voor een grote jachthaven; het kleine Frigate eiland werd door een dam met Union verbonden. Er was corruptie en het was eigenlijk ook beschermd natuurgebied. Het plan is stilgelegd, maar nu is er een bijzondere baai ontstaan, door de dam beschermd tegen de golven, maar waar de wind vrij spel heeft. Geweldig voor allerlei watersporten zoals kitesurfen en wingfoilen. Twee plaatselijke kitescholen geven daar hun lessen. Maar het is ook een gewilde ligplaats voor zeilboten zoals wij, waarvan de crew deze sporten graag wil beoefenen. Om de natuur te beschermen (tegen het ankeren) liggen er meerboeien, ideaal.
Vorig jaar zetten we hier onze eerste schreden op het pad van kitesurfen. Heftige sport hoor, gaaf om te doen, maar nadat ik door een val enkele ribben brak hadden we vorig jaar al besloten om het softere wingfoilen te gaan proberen. We hebben inmiddels een eigen set (opblaasbare plank met foil en zeil) en ons plan was om eens ruim de tijd te nemen om les te krijgen en ook zelf te oefenen, maar ook om ons zelf de tijd te gunnen om bij te komen van de drukke tijd we achter ons hadden.
Heerlijk om geen haast te hebben. Te zwemmen, te snorkelen. Het hoofdstadje (Ashton) is op dinghy (bijboot) afstand. Op zaterdag horen we prachtige zang vanuit een van de vele kerkjes komen (als je denkt dat er in Nederland veel christelijke gezindten zijn moet je eens in de Carieb kijken). We sneaken naar binnen, maar blijven niet onopgemerkt. We worden hartelijk welkom geheten en onze nationaliteit wordt gevraagd. We blijven een tijdje voor de zang, maar als de voorganger op dreef raakt in zijn preek, sluipen we toch weg om gehoorschade te voorkomen. In Ashton zelf zijn een paar kleine winkeltjes waar ze van alles verkopen, ook wat groente. En als ze een verkoopster geen bananenchips blijkt te hebben gilt ze over de heuvels naar een vriendin 150 meter hogerop, en kunnen we daar terecht. Maar voor een ruimere keuze en voor fruit moet je naar Clifton, waar we ook inklaarden. Heen doen we lopend, terug met volle tassen nemen we een “maxitaxi”, rondrijdende kleine busjes waar heel veel klanten in blijken te passen. Dagelijks komen ook bootjes bij je langs om vis, kreeft of bananenbrood aan te bieden.
Het leven is hier heerlijk, vooral ook omdat de boot zo rustig ligt, dicht achter de dam die Frigate met het hoofdeiland verbindt.
We beginnen met onze lessen, 3 uur op een ochtend en dan steeds 2 of 3 dagen zonder les, om met ons eigen materiaal te oefenen. We gaan met sprongen vooruit, leren het board goed te hanteren en kunnen steeds langer blijven staan. En ja, vallen doe je ook heel veel, maar in water van 31 graden is dat gewoon lekker. Alleen het foilen, waarbij de plank uit het water moet komen en dan op de draagvleugel boven het water zweeft lukt steeds maar een paar seconden. OK, het zou net nog iets harder moeten waaien, dan gaat dat gemakkelijker. De lerares pakt nog wat grotere wings (vleugelzeilen), maar die zijn dan weer lastiger te hanteren. We hebben veel lol in het samen oefenen op de lesvrije dagen. De een op het board, de ander blijft met de bijboot in de buurt en neemt de foiler op sleeptouw als we wat te ver downwind komen. En zo wisselen we elkaar af, soms oefenen we wel 3 keer op een dag. Het is fysiek inspannend, we slapen dan ook als rozen, 9 uur per nacht. We wandelen over het eiland en gaan 2 keer heerlijk uit lunchen, een keer aan de oostkust op het strand en een keer in Clifton.
Bij het begin van de laatste les maak ik helaas toch een ongelukkige val. Nee, het ging helemaal niet hard en wat er precies gebeurde weet ik niet, maar tijdens mijn val voelde ik een heftige pijn in mijn linker knie. Einde wingfoilen voorlopig voor mij en een domper voor ons alle twee. Ernstig letsel lijkt er niet te zijn, de knie is stabiel, maar het zal toch even duren voor ik weer alles kan. Tja, moet ik dan toch accepteren dat ook deze sport te veel is voor dit oude lijf? De beoefenaren zeggen dat deze sport weinig blessuregevoelig is en dat dit gewoon domme pech is. Ik hoop er dus over een tijdje weer op te staan.
Op een middag komen 2 Nederlanders in een dinghy langszij. “We zitten in onze laatste week, we hebben teveel drank over, willen jullie ons met dat probleem helpen?” Verrassend, we hadden geen Nederlandse vlag gezien. Ze blijken op een Franse huurboot te zitten. Een jong koppel uit Den Haag notabene, ze genieten van een sabbatical van 6 maanden, waarvan 2 maanden met een zeilboot in de Carieb. In twee gezellige avonden, waarin we op meerdere vlakken zielsverwanten blijken te zijn, helpen we ze van hun probleem af. Daarbij eten we heerlijke sashimi van een groot stuk tonijn dat we in Clifton op de kop tikten. We bezoeken hun huurboot, slechts vier jaar oud, maar volledig afgeleefd. Bladderend houtfineer, kapotte scharnieren en sluitingen. Om van de grotere technische problemen maar te zwijgen. Van de 8 weken lagen ze er twee in havens voor noodzakelijke reparaties. En daar betalen ze dan een vermogen per dag voor! Wat prijzen wij ons dan rijk met ons prachtig, goed onderhouden schip, wat voor minimale kosten in de Carieb verblijft.
De passaatwind waait de laatste dagen wat minder. Dat is voor foilen niet optimaal en het is nu ook minder leuk als er maar een van ons kan oefenen. We besluiten daarom wat andere mooie plekken in de omgeving aan te doen.
We varen in 2 uur naar de Tobago Cays, het reservaat voor zeeschildpadden en roggen en we snorkelen er weer heerlijk. Maar het water is onrustig en de volgende dag varen we naar ons favorietje strand van dit deel van de Carieb, Saline bay op Mayreau. Ook maar een kort stukje varen. Wandelen op het strand doet Monique nu noodgedwongen in haar eentje, maar we kunnen wel samen snorkelen. Ook net weer, hier gewoon langs de rotsen, waar we maar 30 meter vandaan liggen. Een sprookjeswereld onder water. En nu komen er weer heerlijke geuren uit de keuken, alweer een mooie lunch in de maak. OK, fijn dat ik een toilet kan repareren, maar een vrouw die koken als hobby heeft is echt een feest aan boord.
Hierbij onze digitale kerstwens voor iedereen!