Na een paar hectische laatste weken in Nederland, was het dan zover: op dinsdagochtend 28 november werden we door Pieters zus Brigitte afgezet bij Schiphol, wat een lieve service! Gelukkig hadden we alleen handbagage bij ons deze keer, ieder met 1 tas in de hand en 1 tasje op de rug door de security; heel anders dan vorig jaar, toen we uiteindelijk met 7 tassen op Trinidad aankwamen. De vlucht verliep zonder problemen en na landing waren we redelijk snel door de immigratie-controle heen. Oei, dan nog even die hobbel van customs…. Een beetje met knikkende knieën het vinkje gezet bij “No food to declare” en we lopen door naar de vriendelijke dame die een kort praatje met ons maakte en vervolgens gebaarde dat we door mochten lopen. Oef, daar krijgen we allebei toch klamme handjes van, en nu genieten we des te meer van o.a. de verse Hollandse kaas, de noten, muesli en zilvervliesrijst, allemaal producten die hier of niet te krijgen zijn of peperduur 🙂
De chauffeur van onze werf kwam al snel voorrijden (ook al zo’n supernette service!) en we waren nog net voor sluitingstijd bij de plaatselijke supermarkt om twee tassen vol boodschappen mee naar de boot te nemen. ’s Avonds half negen lokale tijd waren we weer aan boord, home again!
We rekken de avond nog tot tien uur en slapen vervolgens tot zeven uur in de ochtend, hopla, meteen in het ritme. Tjonge, wat is het heet hier!!! Daar moeten we wel weer aan wennen, het zweet gutst langs je lijf, zelfs als je voorzichtig niets doet. We kunnen nog een paar dingen checken aan het onderwaterschip en rond 13 uur staat gepland dat we het water in gaan. Maar goed ook dat we die uurtjes nog hebben, want 1 probleem aan de schroef blijkt nog niet te zijn opgelost. Ruim 6 maanden geleden hadden we een plaatselijk bedrijf de opdracht gegeven iets te fixen, er ontbrak namelijk 1 van de 3 schokdempertjes van onze klapschroef. “No problem, dat zullen we bestellen”. Iemand anders tipte ons al eerder dat deze man wel achter de broek moest worden gezeten, dus Pieter had een maand geleden al eens navraag gedaan. Toen bleek het onderdeel net te zijn geleverd maar helaas de verkeerde maat. Ze zouden het opnieuw gaan bestellen, ze hadden de juiste maat in Denemarken gevonden. Pieter had er al geen goed gevoel over, had daarom voor de zekerheid zelf in NL zo’n blokje besteld. Bleek het er inderdaad dus niet in te zitten die ochtend, en nog maar een paar uur voor de te waterlating. Pieter naar het kantoortje toe: ja, het blokje was besteld, zou vandaag via DHL worden geleverd, “no worries”. Ongelooflijk, toch?? Hoe groot was onze verbazing toen we om 11 uur een busje van DHL het terrein op zagen rijden en vervolgens onze man aan kwam lopen met het benodigde onderdeel….. een uurtje later zat de klapschroef er weer op met meteen maar alle drie de blokjes vervangen. Hoezo last minute….
Daar hangt ie dan, ons schip in de banden en bijna gaat er weer zout water langs de kiel stromen. Altijd even spannend, zal de motor zo meteen starten? Kan ik het nog, de boot op het stromende water de box uit manoeuvreren en de havenbox weer invaren? Zorgen om niets, alles liep gesmeerd en om half drie liggen we bij Crews Inn Marina in het zwembad. Heel gezellig dat Niek en Mar van de Tak Terhinggha er nog zijn, we trakteren ze graag op een gezellig etentje aan de wal die avond en vieren samen onze aankomst met een lekker koud biertje.
Dag erna de zeilen erop gezet en alle lijnen weer ingeschoren. We zwaaien Mar en Niek uit die naar Grenada vertrekken. Zelf checken wij vrijdagmiddag uit, nadat we nog een paar dingen hebben geregeld en met plaatselijk busje de laatste inkopen hebben gehaald. Nog even een tankstop voor wat benzine voor de buitenboordmotor en off we go! Heel relaxed op alleen een fokje varen we naar Scotland Bay, een uurtje zeilen, om daar ons anker te laten vallen. Er liggen nog drie andere schepen en er bivakkeert een groep Trini’s op het strand in een soort kampement, die er duidelijk de nacht gaan doorbrengen. Het zal er primitief zijn aan de rand van het oerwoud onder een zeiltje wat tussen wat bomen gespannen is en waar een kampvuurtje bij brandt, maar in elk geval zijn de boxen meegekomen, zoals bij elk Trinidees feestje, en de muziek schalt over het water. De nacht valt, we dansen op het voordek onder de sterren en zijn zo gelukkig dat we weer hier zijn, samen op onze boot die we in perfecte staat aantroffen, in dit heerlijke gebied met z’n warme temperatuur en met de vrijheid aan onze voeten. We slapen als rozen.
De volgende ochtend lichten we om 9 uur het anker en varen weg, op naar het noorden met Union Island als doel. We hebben een prima eerste tocht, die 22 uur duurt en hebben allebei geen enkele last van zeeziekte. We genieten van het zeilen, het buiten zijn, de schittering op het water. Ik staar naar het kunst-aasje wat af en toe uit het water opspringt, helaas zonder er een vis mee te lokken. We verbazen ons dat we helemaal geen sargasso-wier zien! We varen dus meteen een nacht door, en het lijkt alsof we niet zijn weggeweest. We pikken de inmiddels diep ingesleten routine zonder hapering weer op, samen zeilen zit zo diep in ons systeem verankerd, heerlijk. We verdelen de wachten weer en genieten ieder afzonderlijk van een adembenemende sterrenhemel, zittend in korte broek en t-shirtje in de kuip. Wat is het leven toch mooi!