Na twee dagen genieten van de tropische rust in de beschutting van de Iles des Salut van Frans Guyana, zijn we gisterenochtend om 5.45 uur weggevaren, bij het krieken van de dag. Toch altijd even spannend om is vrijwel donker ankerop te gaan en de open zee op te varen, met meteen een stevige bries van voren en steile golven, terwijl je nauwelijks iets kan zien. Volgens de verwachting zouden we 27 uur moeten zeilen tot aan de uiterton bij de monding van de Surinamerivier. Omdat we graag stroom mee wilden hebben bij binnenkomst, moesten we proberen zo vroeg mogelijk aan te komen, vandaar dit vroege vertrek.
We hadden meteen lekker de vaart erin, zeilen met 7 knopen en dan ook nog eens twee knopen kado door de stroom mee. Dat schoot lekker op. Toen de wind in de middag afnam, werd de gennaker gehesen voor een paar uur, om zoveel mogelijk mijlen af te leggen. In de nacht zelfs 2 uur de motor erbij aangezet, toen de snelheid even helemaal inzakte. En daarna ging het weer vlot met 17 knopen wind. Precies een etmaal na vertrek, bij de eerste tekenen van dageraad, kwamen we aan bij de uiterton. Heel fijn om bij daglicht de rivier op te varen, met al z’n ondieptes, staken, onverlichte boeien die op andere plekken lagen dan op onze kaart, en niet te vergeten de drijvende boomstammen. En dan hadden we ook nog de stroom mee de rivier op. Belangrijk voor ons, want vanaf de uiterton is het nog zo’n 37 mijl varen tot de marina, en met stroom tegen zou je er weleens heel erg lang over kunnen doen. Maar we gingen als een speer, en we konden nog zeilen ook. Vanmiddag om 12.45 uur lagen we dan ook al aangemeerd bij de marina en werden rondgeleid door Annette van de JanJorem. Zo, en het eerste Parbobiertje was meteen een feit!
De eerste indruk is heerlijk! Tropische temperaturen, het resort waar we bij liggen is prachtig aangelegd, we kunnen zwemmen in de rivier. Noël, de eigenaar, kwam kennismaken en wil van alles voor ons regelen, zeer hulpvaardig. Alles gaat hier rustig aan, dus morgen de boot aan kant maken, overmorgen inklaren en dan eens kijken wat er allemaal te ontdekken en ondernemen valt. We hebben zin in dit nieuwe avontuur!
Dag 10, 5 jan: we varen prachtig door de nacht. Geen buien, wel stroom mee, constante wind. Overdag bewolkt, dreiging van buien, wisselende windsterkte. De zee wordt ruwer, een klotszee met golven uit alle richtingen, mogelijk mede door de toenemende stroom. Ondanks dit ongemak, wel genieten van weer n prachtige sterrenhemel. Dagafstand: 176 nM.
Dag 11: ‘s Nachts ontstaan er veel buien met windshifts, we zijn tijdens onze diensten wakker en alert. Als ik Pieter afwissel zit hij in regenpak in de stromende regen. Met blote voeten, want het is heerlijk warm water. Het is een natte, donkere nacht met onstuimige wind die tot 27 knopen doortrekt. Door de inmiddels dikke stroom mee, gaan we veel te hard richting ons doel. We willen bij dageraad aankomen, dus moeten we vertragen. We rollen grootzeil weg en doen een stuk alleen op het werkfokje, we rollen vreselijk. Later voor het comfort toch het grootzeil met drie reven er weer bij voor stabiliteit. Het is een saaie grijze dag en de wind poeiert maar door, het zijn echt de laatste loodjes. Dagafstand: 184 nM!!!
Dag 12, 7 januari: We proberen alles om te vertragen, maar met zoveel meegaande stroom en dikke wind die maar niet wil afnemen is dat niet goed mogelijk. Om 4 uur in de ochtend zijn we op 5 mijl van ons doel. Het regent en waait meer dan 25 knopen. We gaan bijliggen, en laten ons verlijeren. Ik vind het spannend, we liggen scheef, de golven rollen van opzij tegen de romp, het water is nog maar 10 meter diep en de wind fluit door het want. Gelukkig is mijn Pieter de rust zelve…. om 6 uur gloort de dageraad en na eerst een spannend stukje hoog aan de wind tegen de golven in, kunnen we afvallen en komen in de beschutting van twee piepkleine eilandjes. De golven zijn meteen weg en de wind is gehalveerd. We strijken de zeilen en laten het anker vallen in een kleine baai van 5 meter diep. Oef, er valt iets van ons af. Terwijl de adrenaline van deze laatste spannende uurtjes nog voelbaar is, kunnen we nu opgelucht en voldaan adem halen: we did it again, we crossed the Atlantic!! Om 7 uur lokale tijd liggen we voor anker bij Île Royale, 1 van de drie Îles du Salut van Frans Guyana, daar waar het verhaal van Papillon zich afspeelde.
We zien overal palmbomen en dikke tropische begroeiing, hanen die kraaien, een koor van 1000 tropische vogels, het gekrijs van wat apen. De échte aankomst wordt in Suriname gevierd, maar we houden vast aan onze goede gewoonte en openen een klein flesje bubbels wat voor de gelegenheid was koud gelegd. Proost, op een veilige aankomst!
We krijgen een bericht van Vodafone: welkom op Frans Guyana. Hier kunt u uw abonnement gebruiken zoals in Nederland. Hahaha, wat grappig. Met slechts 1 streepje 4G als bereik kunnen we nu bellen, appen en proberen we nog wat dingen te downloaden: deze maand t abonnement niet voor niets doorbetaald 😄
We gaan hier een dag blijven en varen morgen door naar Suriname, nog een etmaal op zee.
11 dagen en 19 uur onderweg geweest, 1861 nM afgelegd. 0.4 motoruur, alleen bij ankermanoeuvres, verder alles gezeild.
Dag 1, 2 dec: om half negen varen we de marina van El Hierro uit. Er staat al een stevige bries en we zien flinke golven net buiten de pieren. Met goed gereefde zeilen komen we de oceaan op en komen meteen in de acceleratiezone rond het eiland terecht, met windstoten tot 33 knopen en hoge steile golven. Geen tijd om rustig te wennen, nee, meteen de wasmachine in. Oef, dat hadden we even onderschat. Wat een heftigheid om ons heen, wat voel je je dan toch nietig. Ik ben soms gewoon bang, zeker als de boot enorm oploeft door een hoge golf. Het geluid van fluitende wind en brekende golven om ons heen is indrukwekkend en niet echt prikkelarm. Niet mijn ding, zeg maar. Maar Pieter blijft de rust zelve, mijn rots in de branding. De boot doet het fantastisch en al snel bomen we uit en zeilen verder met onze favoriete set-up. Met mijn blik op de horizon gericht, gaat het wel. En wat leuk als ineens precies in die blikrichting, op nog geen 50 meter van de boot, een hoge spuit te zien is van een grote walvis die even een blik komt werpen, dat maakt weer veel goed.
Dag 2: Pittige nacht achter de rug met wind tussen 25-30 knopen en hoge golven. Slecht geslapen. Bijna nieuwe maan, dus extra donker in de nacht. Wel een geweldig mooie sterrenhemel en zelfs een paar vallende sterren. De wens om minder wind wordt echter nog niet gehoord. Overdag blijft het stevig waaien, maar aan het eind van de middag is het beter te doen. Gelukkig heb ik voor 3 dagen vooruit gekookt, dus eten is kwestie van opwarmen.
Dag 3: De zee is duidelijk wat rustiger geworden, de golven komen niet meer van alle kanten. Ook neemt de wind iets af. Ik schrijf in het logboek: het begint weer leuk te worden. We zien een paar grote springende vissen, blijkbaar opgejaagd door groot wild uit de diepte en zien een zeeschildpad voorbij drijven. We zijn halverwege! Vandaag het zonnetje erbij, dat maakt alles een stuk vriendelijker. Via Xander worden we op de hoogte gehouden van de kwalificatie, dankzij berichtjes via de satelliettelefoon: balen dat Max crasht in de laatste ronde!
Dag 4: Prima nacht gehad, lekker gezeild, we gaan als een speer. De boot doet het hartstikke goed, we hebben er veel vertrouwen in gekregen. Eigenlijk hadden we ons schip nog nooit goed kunnen testen omdat we de afgelopen drie jaren eigenlijk nooit heftig weer hebben gehad. ’s Nachts zien we een voor ons nieuw fenomeen: overal om ons heen, in de toppen van omkrullende golven en vooral in ons kielzog, felle lichtflitsen en grote lichtgevende bollen van zo’n 20-30 cm diameter; alsof er paparazzi met flitsende camera’s achter ons aanzitten. Prachtig! Overdag een lekker warme douche en daarna een dolfijnenshow, ze blijven wel 5 kwartier rond de boeg spelen en maken de mooiste sprongen. Met daggemiddelden van zo’n 150-155 mijl, gaan we morgennacht al aankomen!
Dag 5: Weer pittige wind vannacht, tot 30 knopen en meteen weer een opbouwende zee. Overdag wordt het rustiger en de vislijn gaat uit. Zo leuk als we een paar uur later een mooie mahimahi weten te landen, daar gaan we zeker 4 dagen van eten. De Watt&Sea sleepgenerator maakt stroom, de zonnepanelen staan uitgeklapt en ondertussen maakt de watermaker drinkwater voor ons, zodat we met gevulde tanks gaan aankomen. Weer zien we 2 walvissen niet ver van de boot vandaan. De laatste nacht gaat in. Rond 1 uur zien we de eerste lichtjes in de verte en om half vier laten we ons anker vallen in de volle baai, best nog een uitdaging in de pikdonkere nacht. Natuurlijk drinken we onze befaamde aankomstbubbels en na een douche om al het zout van ons af te spoelen, slapen we weer heerlijk in elkaars armen. We zijn na 4 dagen en 19 uur op dinsdag 7 dec om 3.30 uur veilig op Sal aangekomen na een pittige tocht, hoera!
Landvlaggetje hijsen met Quarantainevlag
Altijd een feestje, dolfijnen rond de boot
Proost, op een veilig aankomst na pittige tocht!
Kaap Verdië, Palmeira de Sal: Ook hier in de baai waait het flink. We maken eerst schoon schip en blazen de bijboot op. Rond 14 uur komen we aan op de kant, waar we ons melden bij de policia maritima. De health-official zegt dat we een negatieve test moeten kunnen laten zien: als blijkt dat we die niet hebben, worden we in een auto geladen en naar de hoofdstad meegenomen, waar er vlotjes een antigeentest wordt afgenomen en we binnen korte tijd een mooi officieel document hebben dat we beiden covid-negatief zijn, voor een tientje per persoon. Goed geregeld!
De rest van de formaliteiten wordt snel afgehandeld en dan zijn we ingeklaard, wat we vieren met een lokaal Strela biertje. We moeten wel even wennen, hoor. De mensen zijn wat opdringerig, het is er allemaal vies en stoffig, ze willen allemaal wat van ons. Vooral Pieter voelt zich hier erg ongemakkelijk bij. We overleggen de dag erna al verder te gaan: hier is toch niet veel te beleven, het was een noodzakelijke stop voor het inklaren wat niet op elk eiland kan. Morgen varen we naar Boa Vista, besluiten we.
Woensdag 8 december varen we door naar het volgende eiland, heerlijk zeilen met straffe wind, maar dat zijn we nu wel gewend. We gooien ons anker uit achter Ilha de Sal Rei bij het eiland Boa Vista, en liggen op azuurblauw water van 4 meter diep, met om ons heen de mooiste witte zandstranden. Ook hier moeten we ons netjes melden, maar als we aankomen bij het kantoor van de politie, is de maritieme officier al lekker naar huis, mañana terugkomen. We slenteren door het kleurrijke stadje, waar de mensen een zeer ontspannen en veel minder opdringerige indruk maken. We kopen wat fruit in de markthal en een kippenspies op straat bij de lieve mevrouw die achter een grote barbecue staat. We vinden het hier nu al zoveel leuker dan op Sal en zijn van plan hier een paar weken te gaan blijven. Gezellig dat de Noorderzon er ook blijkt te liggen, ’s avonds dus een uitgebreide borrel om bij te praten bij ons aan boord.
Lastig dat het zo hard waait, waardoor het erg choppy is op de ankerplek en het landen met de bijboot steeds weer een kleine uitdaging is. Maar de wind gaat de komende dagen afnemen, en dan wordt het hier heerlijk! We wandelen alvast wat rond op de witte stranden en eten een visje in een sfeervol tentje aan het water. Het leven is hier op z’n Afrikaans goed.
Donderdag 2 december voeren we weg van het meest westelijke eiland van de Canarische eilanden, EL Hierro, om bijna 5 dagen later aan te komen op Sal, Kaap Verdie. We hadden een pittige tocht met vooral in het begin veel wind en hoge golven. Wel veel zeeleven gezien, dolfijnen, meerdere walvissen, een zeeschildpad en als kroon op de tocht konden we de laatste dag een mooie mahimahi landen waar we zeker 4 dagen van kunnen eten. Dinsdag inklaren op Sal en woensdag meteen doorgevaren naar het veel leukere en kleurrijke eiland Boa Vista waar we op azuurblauw water voor anker liggen op zo’n 4 meter diepte. We zijn van plan hier een tijdje te blijven. Nog niet alles gaat soepel, zoals internet regelen en de telefoons weer kunnen gebruiken, dus daarom hoort het thuisfront even wat minder van ons. Maar alles is goed met ons!
Snel komt hier een uitgebreider verslag met foto’s erbij, tot dan!!!
Maandag 15 november varen we weg van het heerlijke eiland La Gomera, met een beetje pijn in ons hart. Het was fijn om ergens wat langer te blijven, de plaatselijke bakker te kennen en onze favoriete restaurantjes te hebben. Maar het is nou eenmaal tijd om te gaan, want we krijgen bezoek op Tenerife. Rustig varen we naar de overkant bij lichte wind, we zien een aantal grienden die heel dicht langs de boeg van onze boot zwemmen. Het laatste uurtje naar marina San Miguel is weer pittig, net als vorige keer, met meer dan 20 knopen wind op de neus en nare steile golven. Weer veel wind bij aankomst en deze keer krijgen we een box op een plek met nauwelijks manoeuvreerruimte, zonder vingersteiger, geen buurboten en twee veel te korte achterlijnen die uit de diepte moeten worden opgevist, eigenlijk is onze boot de groot voor de toegewezen plek. Flinke wind uit de verkeerde richting en een marinera die nieuw is en niets van schepen of wind lijkt te snappen, werken in ons nadeel: we komen dwars in de box te liggen met wat schade aan de boeg. We weten het wel weer op te lossen, maar ohhhhh, wat vinden we deze marina toch rampzalig. Later horen we meerdere gelijke ervaringen van andere crews, en ieder is het erover eens: wat een onbehulpzame staf en wat een nare marina. Het enige voordeel is, dat het dicht bij de airport ligt. En bij het hotel waar Merel met vriend Erik en de kinderen verblijven. Snel pakken we de fietsen en gaan naar ze toe voor het weerzien en een borrel.
We hadden een paar weken geleden een autootje weten te huren, de laatste die beschikbaar was, een fiat Panda, en helaas was er geen grotere meer beschikbaar gekomen. Dus de dag erna met z’n zessen erin, lekker krapjes op de achterbank. Maar waar een wil is…
Samen door het vulkanisch landschap gereden en de middag aan het strand doorgebracht. De volgende dag nemen we het gezelschap mee naar het befaamde Loro-Parque, een bijzondere dierentuin. We zien een indrukwekkende orkashow, en daarna shows met dolfijnen, papagaaien en zeeleeuwen. Het park is mooi aangelegd met tropische begroeiing. Heel bijzonder is het grote ijsverblijf waar Humboldt- en Koningspinguïns leven. Ook de aquaria zijn een feest voor het oog. Maar als we Tom vragen wat hij het leukste vond, is dat de speeltuin 🙂 Fijn om Merel en de kleinkinderen weer even om ons heen te hebben en leuk om Erik weer eens te zien! We nemen ’s avonds afscheid van de familie.
Donderdag gaan we eerst boodschappen doen. Helaas is de kajak die we van Anje hadden overgenomen recent kapotgegaan. We rijden naar Santa Cruz om daar onze nieuwe tweepersoonskajak op te halen bij de Decathlon. Fijn dat dit hier nog zo makkelijk kan, nu we nog in de EU zijn. We gaan er vast veel plezier aan beleven! Dan de algemene boodschappen en dan snel naar huis, om de boot netjes en gezellig te hebben voordat Ferdy en Anastasia aankomen. Dat lukt precies! Om half zes rijden ze het terrein van de haven op, wat een fijn weerzien!! Ze hebben een tas van wel 20 kilo aan spullen bij zich, die we in Nederland hadden besteld en bij hen hadden laten afleveren, wat een schatten dat ze bereid waren dit hierheen te sjouwen! En daarnaast hebben ze nog nog pepernoten in diverse smaken bij zich, gevulde koeken voor Pieter, mijn koekie-monster, en gemberbolletjes op siroop, die ik hier nergens kon vinden. Zo gezellig dat ze voor een lang weekend komen overgevlogen. En ze namen prima weer mee, dat wil zeggen: nauwelijks wind, blauwe luchten en zon. Vrijdag kunnen we dan ook het water op en zien rond de 1000 meter dieptelijn vele grienden, zelfs met jongen aan hun zij. Nastya maakt er prachtige filmpjes van. In de namiddag rijden we door de Masca-kloof, zien Los Gigantes bij avondlicht en gaan uit eten bij onze rennende Japanners. Zaterdag rijden we naar de vulkaan, lunchen aan zee bij Garachico, halen er de befaamde ijsjes van Abuelo en vinden een uitdagende weg naar huis, ideaal voor onze coureur Ferdy, die zijn hand hier niet voor omdraait. ’s Avonds hebben we mooie en dierbare gesprekken en leren we een nieuw spel van ze. Zondag is het alweer tijd om naar huis te vliegen. Wat een heerlijk bezoek van mijn allerbeste vriend en zijn vrouw, altijd welkom aan boord!! Zoals altijd na fijn bezoek aan boord, blijven we achter met een licht verdrietig gevoel maar vol goede herinneringen.
Gelukkig geeft de wedstrijd van Max weer mooie en bloedstollende afleiding, ohhh, wat is het spannend dit jaar in de Formule 1. We vrezen dat dit de laatste keer is dat we live kunnen kijken, de laatste twee wedstrijden van dit seizoen zullen we op zee of op de Kaap Verden zijn. Maar dan hebben we vast wat wal-supporters die ons op de hoogte gaan houden van de ontknoping. Voor het geval jullie het niet wisten: wij zijn voor Max!
Maandag 22 november varen we in de ochtend weg. Er lijkt flinke wind aan te komen in de komende week, dus nog geen geschikt moment om zuidwaarts te gaan. Dat geeft ons de gelegenheid nog een weekje te gaan genieten van het meest westelijk gelegen eiland van deze Canarische eilanden, El Hierro. Omdat het windstil is, motoren we in ruim 4 uur naar een prachtige ankerplek bij La Gomera, playa Suarez, waar we na aankomst meteen gaan snorkelen in kristalhelder water en zien vele gekleurde vissen. We slapen als rozen, gelukkig staat er zo goed als geen swell. De volgende ochtend varen we verder, 7 uur motoren over een olieachtige zee. We zien een grote zeeschildpad van dichtbij en cirkelen even om hem heen voor een mooi filmpje. Ook vangen we onderweg een middelgrote mahimahi die zich op het allerlaatst weet te bevrijden, de geluksvogel. Een paar uur later landen we wel een mooi tonijntje van 2 kgr, perfect om ’s avonds onze aankomst op El Hierro te vieren met een mooi bord sashimi. De haven is schitterend gelegen tegen een indrukwekkende rotswand aan, is zeer ruim opgezet en er blijkt plek genoeg te zijn. De aankomst verloopt zeer ontspannen en we zien meteen een aantal bekende crews. We weten het meteen al: we gaan hier een mooie tijd beleven.
Donderdagavond vliegen wij, Mieke en Pim, van Amsterdam naar Tenerife, waar Pieter en Monique diezelfde dag zijn aangekomen. Na het ophalen van de huurauto op het vliegveld rijden we naar de Marina waar Pieter en Monique ons opwachten met wijn en nog een ‘licht’ diner: gaspacho en gebakken zelfgevangen tonijn. Een geweldige ontvangst!
De volgende ochtend ontbijten we rustig op de boot en maken een plan voor die dag. Tickets voor de gondel naar de top van de vulkaan de Teide lijken online niet meer beschikbaar maar we besluiten toch die kant op te rijden en te proberen aan de balie nog iets te regelen. De route gaat over bochtige kleine weggetjes en is prachtig, het is heel bijzonder om vanaf zeeniveau naar 2000 meter te rijden.
Pieter krijgt ter plekke de tip dat er elk uur kaartjes worden vrijgegeven en het lukt hem meteen om te reserveren voor de gondel die een uur later vertrekt. We wandelen nog wat over het ruige maanachtige landschap en daarna brengt de gondel ons in 8 minuten nog eens 1500 meter hoger. Boven is er een prachtig uitzicht over de rest van het eiland en de zee. We doen een korte wandeling (best pittig op die hoogte!) en krijgen een prachtig uitzicht op La Gomera waar we hopelijk later naar toe zullen zeilen. Ook is de vulkaanuitbarsting op La Palma goed te zien, donkere as stijgt op en trekt een streep over de horizon, wat een natuurgeweld. Met een van de laatste gondels gaan we naar beneden en rijden via een andere route terug om nog wat meer van het eiland te kunnen zien. Onderweg stoppen we in een vissersdorpje en eten we heerlijke tapas (gefrituurde inktvis ringen) en drinken bier. Pim blijkt het kaartje van de parkeerplaats kwijt te zijn maar ziet deze op wonderlijke wijze nog over de grond vliegen bij de plek waar we eerder hebben gezeten. We kunnen zonder al te veel vertraging terug naar de boot waar Monique een geweldige curry uit de keuken tovert.
Zaterdag rijden we naar Masca, een dorpje in een vallei waar een mooie wandeling door de vallei naar het strand start. We hadden gedacht daar een stuk van te kunnen lopen maar het blijkt dat je van tevoren moet reserveren en de man bij de poort is onverbiddelijk, we mogen niet door. We kijken rond in het net geopende bezoekerscentrum, eten een heerlijke verse ananas en rijden daarna door naar Garachico, een stadje in het noordwesten. Monique scoort een tafel met prachtig uitzicht op zee en we lunchen paëlla en allerlei soorten verse vis, genieten!
We bezoeken de natuurlijke baden in zee, waar nu hele ruige golven zijn maar normaalgesproken gezwommen kan worden. ’s Avonds leveren Mieke en Pim de huurauto weer in op het vliegveld en organiseren Pieter en Monique een heerlijke barbecue aan boord.
Zondag staan we op tijd op en klaren uit in de haven. Rond 11 uur varen we de zee op en wordt het zeil gehesen. Pieter heeft van tevoren uitvoerig het weer bestudeerd en er was niet veel wind voorspeld maar we kunnen toch ruim een uur zeilen. Daarna wordt het wisselvallig en wordt af en toe de motor gestart. In de buurt van La Gomera trekt de wind weer aan en kan de motor uit, het laatste stuk gaat weer geheel op de kracht van de natuur!
De deining is bij vlagen onplezierig maar we worden getrakteerd op een paar grienden (kleine walvissen) vlakbij de boot. Er gaan een stuk of 6 boten richting La Gomera en als we aankomen bij de haven liggen er al 3 te wachten. Het gaat ontzettend traag maar als we uiteindelijk aan de beurt zijn weten ze dat we een reservering hebben en worden we vrolijk onthaald. We vieren de geslaagde overtocht met bubbels en gaan nog even het stadje in. Monique maakt pasta en we kijken de hele spannende overwinning van Max Verstappen in de kuip aan boord, geweldig!
Maandag regelen Pieter en Monique het inklaren, huren een auto en vertrekken we daarna met de auto naar het midden van het eiland voor een wandeling bij Imada, door de Guarimiar-kloof. De natuur is spectaculair en de uitzichten prachtig. Pieter stuurt ons vakkundig over de smalle weggetjes.
Lang leve de selfiestick
Prachtige uitzichten door de vallei van Valle Gran Rey
Natuurlijk ingebed tegen de flanken van de helling
Dinsdag beginnen we de dag aan het zwarte(!) strand. We zwemmen en snorkelen en maken met de drone een foto van onze felgekleurde handdoeken op het zwarte zand. Daarna vertrekken we naar El Cedro waar een spannende wandeling start. Het begin gaat door een 500 meter lange watertunnel waar je (mits er niet te veel regen is gevallen) doorheen kunt lopen. We horen van andere wandelaars dat er veel water ligt en je tot boven je enkels nat wordt. Gelukkig liggen er 3 paar Teva’s in de auto en durft Monique het op slippers aan. De meegebrachte zaklampen blijken geen overbodige luxe want het is stikdonker in de tunnel en we waden een heel stuk door dikke modder.
500 meter door aardedonkere tunnel vol modder
Dapper dat we dit hebben aangedurfd!!
We zijn blij met het letterlijke licht aan het einde van de tunnel en vervolgen de wandeling door een groot laurierbos omhoog. Dit gedeelte van het eiland is een stuk natter en daardoor ook groener, de afwisseling is prachtig! Op het laatste stuk vinden we een enorme bramenstruik en plukken verse bramen. ’s Avonds tovert Monique een heerlijke Marokkaanse maaltijd tevoorschijn.
De volgende dag gaan we naar het westen van het eiland richting Valle Gran Rey. We rijden naar de kust voor koffie en komen het mooie dal van Valle Gran Rey, waar in de jaren 70 een hippie-gemeenschap is ontstaan. Het blijkt een lieflijke haven te hebben waar we twee enorme roggen spotten. We hebben het plan om twee wandelingen te maken, de eerste naar een waterval en de tweede naar de hoogste berg van het eiland. De eerste wandeling start in El Guro en loopt door de (vrij droge) rivierbedding naar de waterval. Aan het begin van de wandeling wanen we ons op de prairie, de veelzijdigheid van de natuur op dit eiland is ongelofelijk. Al snel wordt het een glibberige en daardoor een (in)spannende tocht.
We hadden vrij optimistisch onze zwemkleding meegenomen maar pootjebaden blijkt de enige optie en we dalen snel weer af. Het is al redelijk laat en de gehele tweede wandeling lijkt niet meer te gaan lukken. We passen het plan aan en rijden tot op een kilometer van Alto de Garajonay, de hoogste berg van La Gomera. In 20 minuten wandelen we door de dichte mist naar de top, waar we een glimp van de zee zien maar de 360 graden view ontbreekt. Toch voldaan keren we terug naar de boot. Na een borrel aan boord eten we bij Iballa, een klein restaurantje in een mooie tuin, aangeraden door een oud-collega van Mieke. Het is een goede afsluiting van een geweldige week.
Donderdag pakken we na een heerlijk uitgebreid ontbijt onze tassen in, kopen wat souvenirtjes en vertrekken na een kop koffie richting de veerboot die ons terug zal brengen naar Tenerife. We kijken terug op een fantastische week aan boord. Lieve Pieter en Monique: bedankt voor de gezelligheid, de liefdevolle gastvrijheid en de mooie ervaring!
Zo gezellig met deze aanvulling op de gebruikelijke crew!!!
Woensdag 13 oktober varen we om 9.00 uur in de ochtend weg bij Porto Santo. We hadden hier best langer willen blijven, maar Madeira lonkt en we hebben niet veel tijd voordat onze gasten aan boord gaan komen in Tenerife. De dagen die we hebben willen we graag op Madeira doorbrengen, we zijn nieuwsgierig. We motoren een aantal uur en dan leggen we de rest van het stuk af met hulp van de gennaker, heerlijk ontspannen zeilen. We ronden de hoek van Madeira en gaan voor anker in de prachtige baai Ensenada de Abra, waar majestueuze rotswanden om ons heen oprijzen en we onder de indruk naar alle schakeringen bruin in de wanden kijken. We gaan meteen een stukje snorkelen en zien de eerste tropische vissen. Aan het eind van de dag gaan we met de dinghy naar de kant en maken een flinke wandeling tot aan de top, dwars door ruig landschap zonder begroeiing met uitzicht aan alle kanten over zee.
Onder gennaker het laatste stuk naar Madeira
Daar liggen we dan, in de Ensenada de Abra
Topbeklimming door prachtig ruig landschap
We weten nog steeds niet of we welkom zijn in de haven Quinta do Lorde. Deze haven ligt het meest oostelijk gelegen en biedt prima bescherming, maar is ook erg duur, bijna 70 euro per dag! De communicatie verloopt moeizaam, we worden al een kleine week aan het lijntje gehouden met de mededeling dat we op de wachtlijst staan. Pieter belt dagelijks, en hoewel de dames aan de telefoon altijd even aardig zijn, slagvaardig zijn ze niet. Mañana weten we meer, is steeds het antwoord. De volgende dag genieten we van deze bijzondere plek, als we rond half drie een belletje krijgen dat we welkom zijn! Een uur later varen we de marina binnen, waar tot onze verbazing vele boxen leeg zijn. Okee, sommige boxen zijn beschadigd, de pontoons hangen op half elf, daar kan je niet veilig liggen. Maar andere plekken zien er prima uit. Blijkbaar is de organisatie van deze marina niet helemaal op orde.
Ze zijn wel alleraardigst en de mevrouw achter de balie doet erg haar best een auto voor ons te reserveren. Alles blijkt verhuurd te zijn, het eiland wordt overspoeld door toeristen, mensen die allemaal hun vakanties willen inhalen die door Corona niet zijn doorgegaan. De enorme stroom toeristen kunnen ze nauwelijks aan, vertelt de mevrouw van de autoverhuur. We zijn enorm blij, dat we de laatste beschikbare auto voor drie dagen kunnen bemachtigen, al is het een 9-persoonsbus, haast een vrachtwagen. Die avond bereiden we de wandelingen van de komende dagen voor, we willen er zoveel mogelijk uit proberen te halen.
We hebben al snel door dat je op dit eiland zonder auto niets kan beginnen. De haven ligt helemaal afgelegen aan de oostzijde van het eiland. Madeira blijkt enorm rotsachtig te zijn, met steile wegen overal, hoge bergen en diepe kloven. Wat knap hoe dit eiland toegankelijk is gemaakt voor verkeer, dankzij de talloze tunnels die overal zijn aangelegd. De eerste dag maken we een prachtige wandeling naar Caldeira Verde en Inferno, langs een levada, op een smal pad langs een diepe afgrond. We komen door veel lage tunnels, maar goed dat we zaklampen hebben meegenomen.
De tweede wandeldag rijden we helemaal naar de westzijde van het eiland voor een tocht van drie uur door heel ander landschap, veel minder bijzonder. In de namiddag bezoeken we de hoofdstad Funchal, waar Pieter me langs alle bezienswaardigheden gidst, we het bloemenfestival bezoeken en ’s avonds in een van de gezellige straatjes neerstrijken bij een restaurant waar we ontzettend leuk worden bediend en heerlijk eten. De laatste dag lopen we meer dan vier uur, beginnend vanuit een klein dorpje Cruz, langs de lokale tuintjes en landerijen, steeds dieper de kloof in langs afgronden die loodrecht naar beneden gaan. Indrukwekkende vergezichten en groen overal waar het oog reikt. Wat een vruchtbaar eiland. Overal groen, overal bloemen, overal fruitbomen.
We gebruiken de auto nog even voor het doen van de boodschappen voor komende week, als Pim en Mieke aan boord zijn. En deze fijne dag sluiten we af met een gezellige borrel aan boord van de Pacific Blue, ook een Nederlands schip.
Vier dagen wandelen op Madeira is natuurlijk veel te kort, we zouden weken op dit eiland kunnen doorbrengen, maar we moeten verder. Dinsdagochtend varen we weg, dag prachtig Madeira, tot een volgende keer!
Zoals verwacht is het windstil, de eerste tien uur moeten we motoren. Het voordeel van vlak water is dat we veel meer zeeleven zien. We zien twee zeeschildpadden voorbij drijven en zien twee groepen kleine walvissen niet ver van de boot. De eerste groep zijn grienden, de tweede groep heeft een lichtgrijze kleur en is van een groter formaat, ze spuiten steeds fonteinen en soms zien we een grote grijze rug met een andere vorm rugvin dan de grienden, geen idee welk type walvissen dit zijn. Dan begint het te waaien en de rest van de etappe doen we onder zeil. Woensdagochtend gaat de vislijn uit en binnen driekwartier vangen we twee kleine tonijntjes en een bescheiden maat mahimahi. Yes, het vissersschip is weer in bedrijf. De wind neemt steeds verder toe, en donderdagochtend rond 5 uur zijn we bij de noordwestelijke punt van Tenerife, waar we vol in een acceleratiezone terechtkomen.
Gelukkig hadden we hierop geanticipeerd, maar ondanks derde rif in grootzeil en twee reven in de genua, vonden we de 33 knopen wind en flinke schuivers op de pittige golven een spannende ervaring, zo vlakbij het land, met een ander schip op ramkoers in het pikkedonker, die niet reageerde op onze marifoonoproep. Ohhh, wat ben ik dan toch trots op mijn kapitein, die onverschrokken achter het stuurwiel staat, rust uitstraalt, geen stress in zijn stem te horen, terwijl ik met witte knokkels me stevig vasthoud en de mijlen aftel naar vlak en beschut water…….
De wind valt inderdaad helemaal weg zodra we in de windschaduw van het hoge eiland terechtkomen. De laatste uren motoren we langs de vreselijk bebouwde kustlijn, waar alle toeristenresorts zijn neergezet. Ik kan me niet voorstellen dat er ook maar 1 architect bij is, die trots is op wat hier is gebouwd. Als we de laatste hoek omgaan richting onze beoogde marina, krijgen we de wind volop de kop en de laatste uurtjes motoren zijn dan ook erg onaangenaam, extra fijn dat we er zijn, in Marina Amarilla. Na wat gedoe liggen we in onze box, maken de boel globaal aan kant en gaan uitgeteld siësta houden. We slapen die middag van half vier tot half zeven, en moeten dan nog snel aan de slag om alles netjes aan kant te hebben voordat Mieke en Pim arriveren. Maar dan is het zover, rond 9 uur in de avond komt er een auto het terrein oprijden en we zien twee blije gezichten: heerlijk om onze familieleden te zien en aan boord te halen: we gaan ze een leuke week bezorgen!!
Over een uurtje gooien we de trossen los, op weg naar Madeira. Heel fijn om toch nog even een korte terugblik te schrijven over de afgelopen weken.
De week waarin we hier in de haven lagen, deed ons goed. Even rust, geen gereis, maar een vaste stek voor boot en bemanning. De omgeving van Leixoes marina was prima: vlakbij het strand met z’n woeste golven, ideaal voor wandelingen, potjes tennis en de ochtendyoga. We zijn twee keer op de fietsjes naar Porto stad gereden, 1 keer om het museum van moderne kunst te bezoeken, 1 keer om door de stad te dwalen, op zoek naar kadootjes voor het thuisfront. We hadden die week ook tijd voor wat achterstallig onderhoud, klusjes die we voor ons uitschoven omdat we er rust voor nodig hadden en stilliggen in een haven een voordeel was. Ook konden we ons bezoek aan Nederland goed voorbereiden: spullen uitzoeken die weer mee naar huis mochten en lijstje maken van de nieuwe aankopen in Nederland.
biertje aan ons strand naast de marina
Bezoek aan Porto
En weer terug, samen op onze Mahi mahi
Twee dagen voor onze vlucht haalden we de huurauto op. Prachtig om een dag door de Douro-vallei te trekken en de wijn-estates te zien. Toen zijn we naar Sevilla gereden waar we half vijf in de middag aankwamen, nog tijd genoeg om een indruk te krijgen van deze prachtige stad. Vooral het bezoek aan het Alcazar was de moeite waard. Zo leuk om op een klein pleintje wat tapas te eten, onder de sinaasappelbomen, terwijl een mevrouw prachtig op haar gitaar speelt.
In het Alcazar
De tuinen van het paleis
Moorse sferen
We slapen prima in ons hotelletje en in de ochtend rijden we naar de airport. Goede vlucht zonder problemen en als we op Eindhoven airport naar buiten lopen staat m’n moeder daar als verrassing op ons te wachten!!! Wat lief van haar!
We zijn zes dagen in Nederland geweest en we hebben alle familieleden van twee kanten gezien, met wat extra aandacht voor onze ouders en Pieters (klein)kinderen. De promotie van Merel was het hoogtepunt, wat deed ze het goed. Pieter was beretrots op haar, en we hopen dat Merel zelf nog lang blijft nagenieten van deze prestatie en mooie dag.
Even een woord van dank voor onze lieve zeilvrienden Meriam en Paul, die ons in die drukke week een thuishaven boden, vol vriendschap, gastvrijheid, verhalen en een heerlijk bed! Lieve allebei, we hebben het zo fijn gehad in jullie huis, dank jullie wel voor alles!!!
Samen met mn moeder
Anne heeft haar zwemdiploma gehaald
Samen met Meriam en Paul in hun fijne huis
In alle vroegte reden we naar Schiphol. Wat een verrassing toen ik ineens achter me bekende mensen zag, van Basalt! Lenie en Diny, wat SUPERGAAF om jullie te treffen en wat grappig dat jullie die ochtend nog over me hadden gepraat. Blijkbaar niet uit het oog, uit het hart. Tot over een half jaar, dan ben ik weer op de werkvloer, gezellig!
Weer terug in Sevilla stond de huurauto netjes op ons te wachten met achterin de golfbags, een tasje kleren en een tas vol was, hahaha, echte zeilers, zeg maar zo. Daarmee naar Las Chapas gereden bij Marbella, waar we Renée en Kees weer troffen in hun heerlijke casa Amarilla. ’s Avonds kwam de rest van het gezelschap er ook bij en er volgden vijf prachtige dagen met z’n achten, zonovergoten, waarin 4x werd gegolfd, elke avond heerlijk werd gegeten en regelmatig een potje werd gekaart. Lieve Kees en Renée, het blijft een cadeau om deze week jaarlijks met jullie te mogen vieren, wederom enorm bedankt voor alles!!!
Ons clubje van bridge-drivers
Samen uit eten aan het strand
Afgelopen maandag zijn we terug gereden naar de haven; fijn onze Mahi mahi weer te zien en net op tijd te zijn om het grootzeil op te halen wat bij het kantoor was afgeleverd in onze afwezigheid. Gisteren hebben we het oude zeil er afgehaald en het nieuwe gehesen. Te weinig wind voor een proefvaart, maar het ziet er meteen veel beter uit. Zometeen gaan we het uitproberen, we staan namelijk op het punt om los te gooien. De wind is gunstig en inderdaad vanuit het noorden, zoals het hoort in deze tijd van het jaar. De orka’s lijken voorbij te zijn, de laatste aanvallen zijn gemeld bij La Coruña, hoewel we gisteren ook iets lazen over attacks bij Cadiz, weer helemaal in het zuiden. Maar we gaan het erop wagen.
We hebben er zin in, om de zee op te gaan. Het zal een tocht worden van zo’n 5 dagen, iets meer dag 600 mijl: een mooie tijd om alles wat er in de afgelopen weken in gebeurd, nog eens rustig de revue te laten passeren.
Oh ja, zie het tabblad positie waar de link naar onze tracking staat: vanaf nu zijn we ook op zee te volgen.
Terwijl het vorige verhaal eindigde in Viveiro, de eerste echt ria waar we terechtkwamen, zijn we inmiddels alweer aangekomen in ria de Arousa, misschien wel de laatste ria voordat we zuidwaarts gaan richting Portugal. Wat vliegt de tijd toch voorbij! Tussen het laatste verhaal en nu zijn 13 dagen verstreken en wat hebben we in die dagen weer veel meegemaakt…..
Voor het overzicht heeft Pieter deze kaartjes gemaakt.
In de baai van Viveiro aan de noordzijde van Spanje, nog iets oost van de grote stad A Coruña, hadden we voor het eerst weer het gevoel wereldzeilers te zijn. We lagen zo mooi voor anker, helemaal alleen, vlakbij de rotsen aan de ene kant, het strand aan de andere kant, in de verte de open zee maar toch beschut tegen de deining. We bleven er twee nachten liggen en genoten van de plek, de natuur, de zonsondergangen. Beetje suppen in de baai, wat sporten op het strand, het eerste boek werd eindelijk uitgelezen. Er kwam een soort van rust over ons. Daarna zijn we naar de baai verhuisd vlakbij het stadje Viveiro, waardoor we makkelijk met de bijboot naar het centrum konden gaan. We bleven er twee dagen liggen. Twee keer lunchen in de stad, beetje wandelen door het oude centrum en ons Spaans wat oefenen aan de wal. Inmiddels zijn we serieus met ons lesprogramma aan de slag, elke dag 30 minuten een audioles, we maken duidelijk vorderingen!
Op het strand van Viveiro
Mooie kleuren in de lucht vanaf de ankerplek
Beetje suppen terwijl de visser lokale pulpo uit de fuiken haalt
Zondag 22 augustus varen we weer verder. Helaas is het die dag grijs, het miezert flink als we vertrekken en de baai is gehuld in laaghangende bewolking, wat wel iets beter wordt zodra we open zee bereiken. We zeilen een mijl of 30 naar het westen en komen aan bij Cedeira, waar we weliswaar een prima ankerplek vinden, maar wat ook bekend staat als een windtunnel. En inderdaad, die nacht begint het flink te poeieren, we gieren achter het anker en hebben een onrustige nacht. We zijn dan ook blij dat we de volgende dag die baai snel weer verlaten. Het enige leuke was het bezoek van de Thalassa, de Forgus 37: Ans, Charles en opstapper Bob kwamen ’s avonds even gezellig een kop koffie drinken.
We gaan op weg naar A Coruña, de stad waar we 8 jaar geleden na de oversteek van Biskaje aankwamen in potdichte mist bij 14 graden Celsius. We zijn benieuwd hoe de aankomst deze keer zal zijn. Het werd een pittige tocht van 25 mijl met flinke wind van achteren die bij het ronden van de laatste kaap flink toenam, waardoor we tweemaal uit het roer liepen en we met een maximale snelheid van 12.4 knopen van een golf afsurften, poeh, ik vond het maar spannend; wat een natuurgeweld en wat kun je je dan nietig voelen op de woeste baren. Des te blijer was ik toen we eindelijk in vlak water terecht kwamen en de marina Real binnenvoeren in het centrum van de stad.
A Coruña lag er prachtig bij, zonovergoten, 27 graden. Vanuit de haven hadden we een goed uitzicht op de glazen voorgevels, waar de stad zo bekend om is. Het werd een heel andere ervaring dan de vorige keer. Wat ons bezoek extra leuk maakte, waren wederom de ontmoetingen! In de haven kwamen we meerdere boten tegen die we reeds kenden via de appgroep van de vertrekkers van 2021. Zo ontmoetten we eindelijk in levenden lijve de crew van Senang, Tranquillity, Älskling 2 en Anna Sophia 2. We liepen een rondje stad bij zonsondergang en proefden de befaamde tapas op een van de terrassen van het uitgaanscentrum.
Mi esposo 🙂
Pulpo Gallician style
Menhirs op de kust
Torre de Hercules
Op de dag waarop we de haven binnenvoeren, werd er een pakket voor ons afgeleverd bij het havenkantoor door UPS. Een nieuwe lithiumaccu, aangezien 1 van de 3 recent gekochte accu’s niet naar behoren functioneerde. Perfecte service van Sailspecials! Pieter sluit de nieuwe accu aan en hij doet het meteen perfect! De oude wordt ingepakt in dezelfde doos en wordt een dag later door UPS weer opgehaald. Ongelooflijk hoe soepel dit is gegaan. Weer een zorg minder. We verhelpen meteen het probleem van de ankerlier en de zonnepanelen. Tja, zoals je ziet, er is altijd wel iets aan de hand aan boord, vervelen hoeven we ons nooit, we hebben eerder tijd te kort.
Aan de lokale gerechten
Nadat we de volgende dag boodschappen hebben gedaan, varen we weer uit: aan de overkant van de baai, nog geen 2 mijl van de marina vandaan, gaan we voor anker. Grappig om ons te realiseren met hoeveel gemak we dit nu doen, in tegenstelling tot vorige keer. Toen hebben we 4 dagen in een dure marina gelegen. We overwogen niet eens om voor anker te gaan, iets wat we nu veel makkelijker doen. Zo’n groepsapp helpt dan wel, we krijgen veel tips van onze voorgangers, de schepen die deze plek al gepasseerd zijn. De baai van Mera blijkt prachtig, we worden omringd door mooie witte zandstranden, die vol met badgasten zitten. Maar ’s avonds wordt het er rustig en heb je het strand voor je alleen. Hoewel we hier graag wat langer zouden willen blijven, is er morgen een redelijk weerwindow om zuidwestwaarts te gaan, de week erna lijkt er nauwelijks wind te zijn. Dus maken we de boot ‘s avonds al vaarklaar, na het bezoek van de crew van Barth, een jong stel French-Canadians die een biertje kwamen drinken.
Als we de volgende ochtend rond kwart voor acht anker op gaan, zien we dat er al meer leven is in de baai. Goed voorbeeld doet goed volgen 🙂 , en vlak na ons vertrek zien we dat er nog wel 8 andere schepen achter ons aankomen: iedereen maakt gebruik van dit weerwindow. Van deze armada, zijn er 6 met Nederlandse vlag!! Hoewel de beloofde wind helaas uitblijft…. Tweemaal proberen we een uurtje te zeilen, met 8 knopen werkelijke wind van achteren, maar door de hoge deining bij weinig wind, hebben we te weinig druk in de zeilen en geven we het uiteindelijk op. Later kregen we wel een foto van onze poging. We motoren uiteindelijk vrijwel het hele stuk. We zien het al enige tijd aankomen: in de verte hangt een steeds groter wordende wolk van mist. We varen deze wolk binnen en ons zicht vermindert tot nog geen 50 meter om ons heen. Een vreemde ervaring, met de zon die van boven nog lekker op ons staat te branden. Voor ons des te meer een reden om de eerstvolgende ria van Corme binnen te varen, terwijl we op de plotter zien dat de andere schepen, de meesten met AIS-signaal, een baai verderop kiezen. Zodra we de baai binnenvaren trekt de mist weg en zien we weer land. Corme blijkt een leuk plaatsje te zijn, waar we wat wandelen en een lokaal biertje drinken. De volgende ochtend roeien we met de bijboot naar de kant: we gaan onze tennisrackets eens uitproberen, tennis met shuttle, hartstikke leuk en een prima work-out! Een plons in het koude water ter afsluiting, een mooi begin van een nieuwe dag. Vandaag staan er wat klusjes en verbeterprojecten op de agenda. Later zijn er wat andere Nederlandse boten in de baai voor anker gegaan en ik ga ze op mijn supboard even gedag zeggen. ’s Avonds komt de crew van Barth gezellig bij ons barbecueën aan boord. Gelukkig is de serie The Serpent afgelopen, wat een vreselijk verhaal. Dankzij Pieter z’n creativiteit, kunnen we alsnog aanhaken bij de nieuwe serie Normal People, waar we al heel wat goeds over hebben gehoord. En zo eindigen we de dag net zo lekker als dat ie begon.
Voor anker in het restant van de mist
Het plaatsje Corme is het bezoeken waard
Na tennis op het strand even bijkomen met kopje thee
Vrijdag 27 augustus varen we weer verder. Mist en geen wind. Vreemd weer! Normaal gesproken verwacht je noordenwind in deze tijd van het jaar rond deze kustlijn, maar door een laag drukgebied voor de Portugese kust in combinatie met een noordelijkere positie van het Azorenhoog dan gebruikelijk, is er helemaal geen wind, en dat gaat waarschijnlijk nog wel een week zo blijven. We willen toch graag verder, ook omdat we eind september in de Algarve willen zijn ivm retourtje Nederland. Daarom kiezen we ervoor stukken te motoren. Leuk is het niet, je voortbewegen zonder zicht met herrie en stank van de motor. Wel zijn we heel blij met onze goed functionerende radar! De volgende ria is die van Camariñas. Als we aankomen, blijkt er in de baai nauwelijks mist te hangen en zien we meerdere Nederlandse schepen voor anker liggen. We horen al snel dat er ’s avonds een strand bbq wordt georganiseerd en of we ook willen komen. Tuurlijk, gezellig!
Ook voor de kleintjes leuk om een vuurtje te stoken
Uiteindelijk komen we samen op een strandje met nog 11 crews van andere schepen. 8 van de 12 hebben Nederlandse vlag! Heel leuk om nu ook de bemanning van Free Spirit, Make my Day, Kokomo en DanceMe te leren kennen. We hebben een hartstikke gezellige avond en in het donker zoeken we weer onze weg richting de schepen. De dag erna tintelen we nog helemaal na van deze leuke bijeenkomst. Zo anders dan 8 jaar geleden: toen kwamen we nauwelijks andere schepen tegen langs de Spaans-Portugese kust. De eerste strandparty was toen pas een feit op Lanzarote. Dankzij de groepsapp en veel meer gebruik van AIS, weten we nu veel beter waar andere schepen zich bevinden, hartstikke leuk! Want zoals we al eerder schreven: de ontmoetingen en het delen van dit mooie bestaan met elkaar, dat geeft er zoveel extra kleur aan. Over delen gesproken: inmiddels weten we dat Mieke, Pieters zus, ons komt bezoeken als we op de Canarische eilanden zijn. Misschien komen Sterre en/of Pim mee, onze nicht en neef. Hoe dan ook, we hebben nu al zin in die week samenzijn.
Samenkomen voor een gezellige strandparty
12 dinghy’s op een rij
De volgende dag gaan we weer op pad; er wordt in de namiddag wat wind verwacht, en we willen graag Cabo Finisterre voorbij. Weer blijft de beloofde wind uit en we motoren langs de beruchte Costa del Morte op een spiegelglad zeetje. We varen vlak langs de rotsen waarop de befaamde vuurtoren van Finisterre staat. Deze vuurtoren staat op het meest westelijk gelegen stukje land van Europa. Finisterre betekent dan ook “het eind van de wereld”. Vroeger, in de tijd van de ontdekkingsreizen dacht met dat er verder naar het westen niets meer was.
We gaan voor anker bij het stadje waar ’s avonds muziek wordt gemaakt en de terrassen overvol zitten. De volgende dag maken we een mooie wandeling naar de vuurtoren. We komen met een tas vol bramen weer terug en genieten van een lekker visplateau op een terrasje in de stad. We verkassen naar de ria de Sardiñeiro voor een rustig nachtje voor een prachtig groot strand, ideaal voor wat potjes tennis. Tijd om weer verder zuidwaarts te gaan. Gisteren hebben we een prachtige zeildag gehad, tegen de verwachting in. Deze keer was er helemaal geen wind voorspeld. Daarom was het des te leuker dat er toch een zeewindje bleek te ontstaan, uiteindelijk hebben we heel de tocht van zo’n 32 mijl kunnen zeilen, al was het met zo’n 3 knopen. Inmiddels zijn we aangekomen in ria de Arousa. We hebben gelezen en gehoord dat dit een prachtige baai met vele ankerplekken is. We hebben besloten komende week hier te blijven, dik te gaan genieten van de mooie plekken en ontmoetingen, onze kayaks op te blazen en op verkenning uit te gaan. En we varen pas weer zuidwaarts als de wind is teruggekomen!
Prachtige wandeling op cabo de Finisterre
Lokale vissersvloot bij de haven van Finisterre
Uitzicht op de vuurtoren en bijgebouwen
Cabo Finisterre vanaf zee, met tafelkleed van mist
Op een terrasje in de genietstand
Horreos, om mais in te laten drogen en tegen ratten te beschermen
.
Op dit moment liggen we voor anker op een idyllische plek. Tussen de rotsen bij een onbewoond klein eilandje. Witte strandjes, azuurblauw water, prachtig kayakken en heerlijk om te zijn. Naast ons ligt de Heron, het schip van weer een ander avontuurlijk Nederlands koppel wat we hebben leren kennen. Morgen waarschijnlijk weer een strandbarbecue: het leven voorbij het eind van de wereld bevalt ons heel erg goed!
Voor we wegvaren uit Sables d’Olonne nog even gezellig op de koffie bij Jan Willem en Renée op hun Iskander. Omdat ze aan de L-pontoon liggen, zien we ook de racemonsters van de Vendée Globe die daar afgemeerd liggen nog even van dichtbij. Om half twaalf varen we uit, zin om weer de zee op te gaan na 6 nachten in deze haven door ons binnenlandse avontuur. Het doel van vandaag is Île de Ré, een tocht van circa 30 mijl over een woelige zee. We komen midden in een veld van een internationale zeilwedstrijd terecht, gaaf om al die solozeilers in hun kleine racers van dichtbij te zien.
Aankomst bij de haven op Île de Ré vonden we wel spannend, omdat het er droogvalt bij laagwater en we benieuwd zijn hoeveel water er onder de kiel zal staan als we rond hoog water binnenvaren. Zodra de sluis van de haven opengaat, zijn wij de eersten die naar binnenvaren. We kunnen prima langs de kade afmeren van de op dat moment rustige haven van St. Martin. Even later liggen er vier boten tegen ons afgemeerd en de dag erna wordt de rest van de havenkom afgevuld met schepen. De havenkom ligt midden in het levendige en toeristische stadje, waar de terrassen vol zitten, er life muziek klinkt en waar een megagrote ijswinkel is met meer dan 50 smaken ijs!
Hoe bezoek je Île de Ré? Op de fiets! Iedereen lijkt er een fiets te huren om het eiland rond te fietsen, we rijden dus regelmatig in een kolonne van toeristen. Maar de schoonheid van het gebied ontgaat ons niet. Overal zoutpannen, uitbundige bloemenpracht en talrijke vogels. Langs de kust vele oesterbedden met ter plekke kleine uitspanningen waar je ze kan proeven. Die kans laten we niet onbenut en we spoelen de zeevruchten weg met een lokaal glas witte wijn. Leuk, zeker ook omdat we langs vele wijngaarden fietsen.
Als we die avond tevreden in onze kuip zitten, komt de Duitse Doris zich voorstellen: Hallo Malö, zegt ze. Ze blijkt samen met Peter een Malö 39 classic te bezitten. We zagen hun boot al eerder liggen bij île d’Houat, maar ze waren al weg voordat we ze konden opzoeken. Extra leuk dat ze nu in St. Martin blijken te liggen, als laatste boot in het rijtje wat tegen ons aan ligt. Het voelt meteen goed als we met haar praten en we nodigen haar uit aan boord. Peter staat aan dek en ook hij wordt gewenkt. Voor we het weten zijn we volop in gesprek over onze vergelijkbare boten, alle handigheidjes en snufjes, we wisselen wetenswaardigheden uit en de fles rosé lijkt zomaar te verdampen. Dan een rondleiding op hun schip en pas ver na middernacht liggen we in bed. Het voelt alsof we nieuwe vrienden hebben ontmoet!
De volgende ochtend willen we om 9 uur vertrekken. Daarvoor moeten alle buren dus plaatsmaken, terwijl in de rijen voor en achter ons geen beweging komt. Kleine uitdaging om als laatste van de rij weg te komen uit zo’n nauw gat, maar het gaat zo perfect, dat ik er een uur later nog trots over loop te stuiteren 🙂
We varen naar La Rochelle waar we een plek krijgen in port des Minimes, een haven met bijna 5000 ligplekken, in zo’n grote jachthaven waren we nog niet eerder. We nemen meteen de elektrische veerpont naar de stad; een emotioneel moment als we tussen de twee prachtige torens de oude binnenstad invaren. Deze view kenden we al….. ruim 17 jaar geleden zagen we deze torens al eens, weliswaar door een extreem roze bril, tijdens ons eerste romantische weekendje samen weg, sweet memories. Dat herdenken we tijdens een lunch vlakbij de torens, bij visgerechten en een half flesje Pouilly-fumé.
Weer aan boord maken we alles netjes, want vanavond komt onze gast! Clémence heeft tot half acht ’s avonds gewerkt en rond 20 uur is ze in de auto gestapt in Cap Breton, om ruim drie en half uur later aan te komen bij onze haven. Weer een fijn weerzien, waarbij ze ons verrast met een grote doos Baskische lekkernijen die worden verkocht in de boutique waar ze werkt. Ze heeft ook gesealde plakjes ham meegenomen, Bellota, Curado en Pata Negra, waar toeristen blijkbaar vet geld voor neerleggen. Echte delicatessen!
Jammer genoeg zijn de weersverwachtingen voor dit weekend niet ideaal. Weinig wind in de ochtend en als de wind aantrekt vanuit de verkeerde hoek, lastig om een leuke en beschutte ankerplek te vinden. We willen Clémence graag een nautische ervaring geven, en een nacht voor anker hoort daar wel bij. We zeilen verder wel lekker, komen langs het bekende fort Boyard waar de bekende televisieserie wordt opgenomen. Uiteindelijk gaan we voor anker vlakbij Boyardville, wat op Île d’Oléron ligt, met uitzicht op fort Boyard.
We liggen veilig vast, maar de zee is meer choppy dan we hadden gehoopt. Wij zitten er meer mee dan Clémence, die alles prachtig vindt en geen last van zeeziekte blijkt te hebben. Clémence en ik hebben fijne gesprekken op het voordek; herinneringen worden opgehaald, emoties worden gedeeld en gaten in het geheugen worden weer opgevuld. Zo dierbaar, zo dichtbij. Pieter zorgt goed voor ons en verzorgt die avond een heerlijke barbecue.
Zondagochtend begint met een zwemmetje in zonlicht, daarna een dinghytocht naar het dorpje en in de middag gaan we weer terug naar la Rochelle. Samen zwaaien we die kleine, dappere, verstandige en zeer zelfstandige dame uit, die ik trots mijn kleine zusje kan noemen!
Na zo’n emotioneel afscheid is er geen betere remedie dan de gezelligheid aan boord van de Scheer! Harrie en Roosje liggen er ook!! Vlak voordat we Clémence uit gingen zwaaien belde Harrie op. Pieter zei dat we even weinig tijd hadden, maar dat we terug zouden bellen. Hij hoorde al wel, dat Harrie ergens mee zat. Ze bleken een motorprobleem te hebben aan boord. Meteen schiet mijn analytische Pieter in zijn neurologen-modus, stelt een paar vragen, denkt na, en duikt met Harrie het motorruim in.
Terwijl Roos en ik verhalen delen en heel wat aflachen, wordt onderdeks de diagnose gesteld: de startaccu is overleden. Nou, dat is oplosbaar! Harrie is zichtbaar opgelucht. Dit moet worden gevierd. Prompt komt hij naar boven met een schaal vol oesters, wat perfect past bij de fles witte wijn die inmiddels al open is gegaan en dat om half vijf ’s middags. We hebben het weer beregezellig samen; wat fijn toch om zulke vertrouwde vrienden te treffen. En zoals Roos al zei: we zien elkaar niet vaak, maar het voelt gewoon hartstikke goed!
Die avond nog zoek ik contact met Maxime. Max is de oudste zoon van de Barrots en woont op zo’n anderhalf uur rijden van La Rochelle vandaan, ergens in de binnenlanden van de Poitou-Charente. Hij heeft maandagavond tijd voor ons. Meteen bel ik Monique Poupet op. Ze neemt op en als ze doorheeft wie ik ben en wat ik vraag, volgt een explosie van enthousiasme en we worden prompt uitgenodigd voor de lunch op maandagmiddag.
Als ik ophang, regelen we meteen een huurauto voor de dag erna. We kijken elkaar aan: jeetje, zo rollen we wel van de ene in de andere ontmoeting! Maar ergens ook goed om dit zo snel te plannen, want we willen ook weer verder, de sprong over de golf van Biskaje gaan maken, Spanje roept!
Maandagochtend halen we onze knaloranje Twingo op, hihi, wat een bizar koekblikje, maar hij blijkt nog lekker te rijden ook. Zonder problemen rijden we naar Sanxay, het dorp waar ik al die jaren kwam, omdat familie Barrot er woonde. We worden allerhartelijkst ontvangen bij Michel en Monique. Michel was de oude burgemeester van het dorp en hij was een hele goede vriend van Marie Christine. Inmiddels is hij 85 en zij 86 jaar maar still going strong. Ze vinden het fantastisch dat we hen bezoeken en alles wordt uit de kast gehaald. Eerst gaat er een mooie fles champagne open en als later als hoofdgerecht de eendenborst op tafel komt, wordt er een St. Emillion Grand Cru opengetrokken. We hebben een gezellige middag en blijven veel langer hangen dan gedacht, genoeg verhalen om te delen met elkaar.
Daarna rijden we naar Forzon. Heerlijk om die lange oprijlaan weer eens op te rijden en dan dat mooie huis te zien opdoemen. De nieuwe eigenaren hebben hard gewerkt, alle kozijnen zijn vervangen en alle ruiten zijn weer heel. Ook zit er een nieuw dak op de schuur. Ik maak wat foto’s voor de familie en dan rijden we naar Maxime en Virginie, die haast nog meer in de middle of nowhere wonen dan Sylvain. Ze blijken een prachtig en creatief huis te bezitten met mooi verwilderde tuin en geweldig uitzicht op heuvels en weide met schapen. Ook hier is de ontvangst weer fijn! Na de rondleiding maken we een flinke wandeling en eten we samen. Wat fijn toch om te weten waar twee van de zonen terecht zijn gekomen en me nu een voorstelling te kunnen maken van hun levens. En te weten dat we áltijd weer welkom zijn om terug te komen. De tijd gaat veel te snel en het is zo tien uur, tijd om te gaan. Om middernacht komen we aan bij de boot, ook weer fijn om thuis te zijn.
Dinsdag brengen we de auto onbeschadigd terug. We bezoeken nog wel het maritiem museum waar we ruim drie uur in ronddolen. Moe komen we thuis, moe van alle indrukken, van alle intense ontmoetingen, vol van alles wat we in de afgelopen 10 dagen hebben meegemaakt. Voorlopig willen we even niets meer, rust om ons heen, even cocoonen. Lekker samen zijn, beetje varen, even niets meer plannen. Omdat er vies weer aan zit te komen met regen en vooral flink veel wind, gaan we woensdag 4 augustus op pad: we zeilen naar de entree van de rivier de Charente en gaan de rivier op met alleen de genua uit. We vinden 10 mijl stroomopwaarts een mooring bij het dorpje Soubise waar we de boot aan vastmaken. Inmiddels is de wind opgestoken, en de wolken pakken dichter samen. De kuiptent staat, alles is dichtgeritst. Wij zitten lekker binnen en niets kan ons deren. Even stilte, verder even niets. Even alleen met alle mooie herinneringen aan boord van ons heerlijke comfortabele schip.