Reisverslag van twee opstappers

Donderdagavond vliegen wij, Mieke en Pim, van Amsterdam naar Tenerife, waar Pieter en Monique diezelfde dag zijn aangekomen. Na het ophalen van de huurauto op het vliegveld rijden we naar de Marina waar Pieter en Monique ons opwachten met wijn en nog een ‘licht’ diner: gaspacho en gebakken zelfgevangen tonijn. Een geweldige ontvangst! 

De volgende ochtend ontbijten we rustig op de boot en maken een plan voor die dag. Tickets voor de gondel naar de top van de vulkaan de Teide lijken online niet meer beschikbaar maar we besluiten toch die kant op te rijden en te proberen aan de balie nog iets te regelen. De route gaat over bochtige kleine weggetjes en is prachtig, het is heel bijzonder om vanaf zeeniveau naar 2000 meter te rijden. 

Pieter krijgt ter plekke de tip dat er elk uur kaartjes worden vrijgegeven en het lukt hem meteen om te reserveren voor de gondel die een uur later vertrekt. We wandelen nog wat over het ruige maanachtige landschap en daarna brengt de gondel ons in 8 minuten nog eens 1500 meter hoger. Boven is er een prachtig uitzicht over de rest van het eiland en de zee. We doen een korte wandeling (best pittig op die hoogte!) en krijgen een prachtig uitzicht op La Gomera waar we hopelijk later naar toe zullen zeilen. Ook is de vulkaanuitbarsting op La Palma goed te zien, donkere as stijgt op en trekt een streep over de horizon, wat een natuurgeweld. 
Met een van de laatste gondels gaan we naar beneden en rijden via een andere route terug om nog wat meer van het eiland te kunnen zien. Onderweg stoppen we in een vissersdorpje en eten we heerlijke tapas (gefrituurde inktvis ringen) en drinken bier. Pim blijkt het kaartje van de parkeerplaats kwijt te zijn maar ziet deze op wonderlijke wijze nog over de grond vliegen bij de plek waar we eerder hebben gezeten. We kunnen zonder al te veel vertraging terug naar de boot waar Monique een geweldige curry uit de keuken tovert.

Zaterdag rijden we naar Masca, een dorpje in een vallei waar een mooie wandeling door de vallei naar het strand start. We hadden gedacht daar een stuk van te kunnen lopen maar het blijkt dat je van tevoren moet reserveren en de man bij de poort is onverbiddelijk, we mogen niet door. We kijken rond in het net geopende bezoekerscentrum, eten een heerlijke verse ananas en rijden daarna door naar Garachico, een stadje in het noordwesten. Monique scoort een tafel met prachtig uitzicht op zee en we lunchen paëlla en allerlei soorten verse vis, genieten! 

We bezoeken de natuurlijke baden in zee, waar nu hele ruige golven zijn maar normaalgesproken gezwommen kan worden. ’s Avonds leveren Mieke en Pim de huurauto weer in op het vliegveld en organiseren Pieter en Monique een heerlijke barbecue aan boord.

Zondag staan we op tijd op en klaren uit in de haven. Rond 11 uur varen we de zee op en wordt het zeil gehesen. Pieter heeft van tevoren uitvoerig het weer bestudeerd en er was niet veel wind voorspeld maar we kunnen toch ruim een uur zeilen. Daarna wordt het wisselvallig en wordt af en toe de motor gestart. In de buurt van La Gomera trekt de wind weer aan en kan de motor uit, het laatste stuk gaat weer geheel op de kracht van de natuur! 

De deining is bij vlagen onplezierig maar we worden getrakteerd op een paar grienden (kleine walvissen) vlakbij de boot. Er gaan een stuk of 6 boten richting La Gomera en als we aankomen bij de haven liggen er al 3 te wachten. Het gaat ontzettend traag maar als we uiteindelijk aan de beurt zijn weten ze dat we een reservering hebben en worden we vrolijk onthaald. We vieren de geslaagde overtocht met bubbels en gaan nog even het stadje in. Monique maakt pasta en we kijken de hele spannende overwinning van Max Verstappen in de kuip aan boord, geweldig!

Maandag regelen Pieter en Monique het inklaren, huren een auto en vertrekken we daarna met de auto naar het midden van het eiland voor een wandeling bij Imada, door de Guarimiar-kloof. De natuur is spectaculair en de uitzichten prachtig. Pieter stuurt ons vakkundig over de smalle weggetjes. 

Dinsdag beginnen we de dag aan het zwarte(!) strand. We zwemmen en snorkelen en maken met de drone een foto van onze felgekleurde handdoeken op het zwarte zand. Daarna vertrekken we naar El Cedro waar een spannende wandeling start. Het begin gaat door een 500 meter lange watertunnel waar je (mits er niet te veel regen is gevallen) doorheen kunt lopen. We horen van andere wandelaars dat er veel water ligt en je tot boven je enkels nat wordt. Gelukkig liggen er 3 paar Teva’s in de auto en durft Monique het op slippers aan. De meegebrachte zaklampen blijken geen overbodige luxe want het is stikdonker in de tunnel en we waden een heel stuk door dikke modder. 

We zijn blij met het letterlijke licht aan het einde van de tunnel en vervolgen de wandeling door een groot laurierbos omhoog. Dit gedeelte van het eiland is een stuk natter en daardoor ook groener, de afwisseling is prachtig! Op het laatste stuk vinden we een enorme bramenstruik en plukken verse bramen. ’s Avonds tovert Monique een heerlijke Marokkaanse maaltijd tevoorschijn. 

De volgende dag gaan we naar het westen van het eiland richting Valle Gran Rey. We rijden naar de kust voor koffie en komen het mooie dal van Valle Gran Rey, waar in de jaren 70 een hippie-gemeenschap is ontstaan. Het blijkt een lieflijke haven te hebben waar we twee enorme roggen spotten. We hebben het plan om twee wandelingen te maken, de eerste naar een waterval en de tweede naar de hoogste berg van het eiland. De eerste wandeling start in El Guro en loopt door de (vrij droge) rivierbedding naar de waterval. Aan het begin van de wandeling wanen we ons op de prairie, de veelzijdigheid van de natuur op dit eiland is ongelofelijk. Al snel wordt het een glibberige en daardoor een (in)spannende tocht. 

We hadden vrij optimistisch onze zwemkleding meegenomen maar pootjebaden blijkt de enige optie en we dalen snel weer af. Het is al redelijk laat en de gehele tweede wandeling lijkt niet meer te gaan lukken. We passen het plan aan en rijden tot op een kilometer van Alto de Garajonay, de hoogste berg van La Gomera. In 20 minuten wandelen we door de dichte mist naar de top, waar we een glimp van de zee zien maar de 360 graden view ontbreekt. Toch voldaan keren we terug naar de boot. Na een borrel aan boord eten we bij Iballa, een klein restaurantje in een mooie tuin, aangeraden door een oud-collega van Mieke. Het is een goede afsluiting van een geweldige week. 

Donderdag pakken we na een heerlijk uitgebreid ontbijt onze tassen in, kopen wat souvenirtjes en vertrekken na een kop koffie richting de veerboot die ons terug zal brengen naar Tenerife. We kijken terug op een fantastische week aan boord. Lieve Pieter en Monique: bedankt voor de gezelligheid, de liefdevolle gastvrijheid en de mooie ervaring!

Bloemeneiland Madeira

Woensdag 13 oktober varen we om 9.00 uur in de ochtend weg bij Porto Santo. We hadden hier best langer willen blijven, maar Madeira lonkt en we hebben niet veel tijd voordat onze gasten aan boord gaan komen in Tenerife. De dagen die we hebben willen we graag op Madeira doorbrengen, we zijn nieuwsgierig. We motoren een aantal uur en dan leggen we de rest van het stuk af met hulp van de gennaker, heerlijk ontspannen zeilen. We ronden de hoek van Madeira en gaan voor anker in de prachtige baai Ensenada de Abra, waar majestueuze rotswanden om ons heen oprijzen en we onder de indruk naar alle schakeringen bruin in de wanden kijken. We gaan meteen een stukje snorkelen en zien de eerste tropische vissen. Aan het eind van de dag gaan we met de dinghy naar de kant en maken een flinke wandeling tot aan de top, dwars door ruig landschap zonder begroeiing met uitzicht aan alle kanten over zee.

We weten nog steeds niet of we welkom zijn in de haven Quinta do Lorde. Deze haven ligt het meest oostelijk gelegen en biedt prima bescherming, maar is ook erg duur, bijna 70 euro per dag! De communicatie verloopt moeizaam, we worden al een kleine week aan het lijntje gehouden met de mededeling dat we op de wachtlijst staan. Pieter belt dagelijks, en hoewel de dames aan de telefoon altijd even aardig zijn, slagvaardig zijn ze niet. Mañana weten we meer, is steeds het antwoord. De volgende dag genieten we van deze bijzondere plek, als we rond half drie een belletje krijgen dat we welkom zijn! Een uur later varen we de marina binnen, waar tot onze verbazing vele boxen leeg zijn. Okee, sommige boxen zijn beschadigd, de pontoons hangen op half elf, daar kan je niet veilig liggen. Maar andere plekken zien er prima uit. Blijkbaar is de organisatie van deze marina niet helemaal op orde.

Ze zijn wel alleraardigst en de mevrouw achter de balie doet erg haar best een auto voor ons te reserveren. Alles blijkt verhuurd te zijn, het eiland wordt overspoeld door toeristen, mensen die allemaal hun vakanties willen inhalen die door Corona niet zijn doorgegaan. De enorme stroom toeristen kunnen ze nauwelijks aan, vertelt de mevrouw van de autoverhuur. We zijn enorm blij, dat we de laatste beschikbare auto voor drie dagen kunnen bemachtigen, al is het een 9-persoonsbus, haast een vrachtwagen. Die avond bereiden we de wandelingen van de komende dagen voor, we willen er zoveel mogelijk uit proberen te halen.

We hebben al snel door dat je op dit eiland zonder auto niets kan beginnen. De haven ligt helemaal afgelegen aan de oostzijde van het eiland. Madeira blijkt enorm rotsachtig te zijn, met steile wegen overal, hoge bergen en diepe kloven. Wat knap hoe dit eiland toegankelijk is gemaakt voor verkeer, dankzij de talloze tunnels die overal zijn aangelegd. De eerste dag maken we een prachtige wandeling naar Caldeira Verde en Inferno, langs een levada, op een smal pad langs een diepe afgrond. We komen door veel lage tunnels, maar goed dat we zaklampen hebben meegenomen.

De tweede wandeldag rijden we helemaal naar de westzijde van het eiland voor een tocht van drie uur door heel ander landschap, veel minder bijzonder. In de namiddag bezoeken we de hoofdstad Funchal, waar Pieter me langs alle bezienswaardigheden gidst, we het bloemenfestival bezoeken en ’s avonds in een van de gezellige straatjes neerstrijken bij een restaurant waar we ontzettend leuk worden bediend en heerlijk eten. De laatste dag lopen we meer dan vier uur, beginnend vanuit een klein dorpje Cruz, langs de lokale tuintjes en landerijen, steeds dieper de kloof in langs afgronden die loodrecht naar beneden gaan. Indrukwekkende vergezichten en groen overal waar het oog reikt. Wat een vruchtbaar eiland. Overal groen, overal bloemen, overal fruitbomen.

We gebruiken de auto nog even voor het doen van de boodschappen voor komende week, als Pim en Mieke aan boord zijn. En deze fijne dag sluiten we af met een gezellige borrel aan boord van de Pacific Blue, ook een Nederlands schip.

Vier dagen wandelen op Madeira is natuurlijk veel te kort, we zouden weken op dit eiland kunnen doorbrengen, maar we moeten verder. Dinsdagochtend varen we weg, dag prachtig Madeira, tot een volgende keer!

Zoals verwacht is het windstil, de eerste tien uur moeten we motoren. Het voordeel van vlak water is dat we veel meer zeeleven zien. We zien twee zeeschildpadden voorbij drijven en zien twee groepen kleine walvissen niet ver van de boot. De eerste groep zijn grienden, de tweede groep heeft een lichtgrijze kleur en is van een groter formaat, ze spuiten steeds fonteinen en soms zien we een grote grijze rug met een andere vorm rugvin dan de grienden, geen idee welk type walvissen dit zijn. Dan begint het te waaien en de rest van de etappe doen we onder zeil. Woensdagochtend gaat de vislijn uit en binnen driekwartier vangen we twee kleine tonijntjes en een bescheiden maat mahimahi. Yes, het vissersschip is weer in bedrijf. De wind neemt steeds verder toe, en donderdagochtend rond 5 uur zijn we bij de noordwestelijke punt van Tenerife, waar we vol in een acceleratiezone terechtkomen.

Gelukkig hadden we hierop geanticipeerd, maar ondanks derde rif in grootzeil en twee reven in de genua, vonden we de 33 knopen wind en flinke schuivers op de pittige golven een spannende ervaring, zo vlakbij het land, met een ander schip op ramkoers in het pikkedonker, die niet reageerde op onze marifoonoproep. Ohhh, wat ben ik dan toch trots op mijn kapitein, die onverschrokken achter het stuurwiel staat, rust uitstraalt, geen stress in zijn stem te horen, terwijl ik met witte knokkels me stevig vasthoud en de mijlen aftel naar vlak en beschut water…….

De wind valt inderdaad helemaal weg zodra we in de windschaduw van het hoge eiland terechtkomen. De laatste uren motoren we langs de vreselijk bebouwde kustlijn, waar alle toeristenresorts zijn neergezet. Ik kan me niet voorstellen dat er ook maar 1 architect bij is, die trots is op wat hier is gebouwd. Als we de laatste hoek omgaan richting onze beoogde marina, krijgen we de wind volop de kop en de laatste uurtjes motoren zijn dan ook erg onaangenaam, extra fijn dat we er zijn, in Marina Amarilla. Na wat gedoe liggen we in onze box, maken de boel globaal aan kant en gaan uitgeteld siësta houden. We slapen die middag van half vier tot half zeven, en moeten dan nog snel aan de slag om alles netjes aan kant te hebben voordat Mieke en Pim arriveren. Maar dan is het zover, rond 9 uur in de avond komt er een auto het terrein oprijden en we zien twee blije gezichten: heerlijk om onze familieleden te zien en aan boord te halen: we gaan ze een leuke week bezorgen!!

Los van het vasteland

Over een uurtje gooien we de trossen los, op weg naar Madeira. Heel fijn om toch nog even een korte terugblik te schrijven over de afgelopen weken.

De week waarin we hier in de haven lagen, deed ons goed. Even rust, geen gereis, maar een vaste stek voor boot en bemanning. De omgeving van Leixoes marina was prima: vlakbij het strand met z’n woeste golven, ideaal voor wandelingen, potjes tennis en de ochtendyoga. We zijn twee keer op de fietsjes naar Porto stad gereden, 1 keer om het museum van moderne kunst te bezoeken, 1 keer om door de stad te dwalen, op zoek naar kadootjes voor het thuisfront. We hadden die week ook tijd voor wat achterstallig onderhoud, klusjes die we voor ons uitschoven omdat we er rust voor nodig hadden en stilliggen in een haven een voordeel was. Ook konden we ons bezoek aan Nederland goed voorbereiden: spullen uitzoeken die weer mee naar huis mochten en lijstje maken van de nieuwe aankopen in Nederland.

Twee dagen voor onze vlucht haalden we de huurauto op. Prachtig om een dag door de Douro-vallei te trekken en de wijn-estates te zien. Toen zijn we naar Sevilla gereden waar we half vijf in de middag aankwamen, nog tijd genoeg om een indruk te krijgen van deze prachtige stad. Vooral het bezoek aan het Alcazar was de moeite waard. Zo leuk om op een klein pleintje wat tapas te eten, onder de sinaasappelbomen, terwijl een mevrouw prachtig op haar gitaar speelt.

We slapen prima in ons hotelletje en in de ochtend rijden we naar de airport. Goede vlucht zonder problemen en als we op Eindhoven airport naar buiten lopen staat m’n moeder daar als verrassing op ons te wachten!!! Wat lief van haar!

We zijn zes dagen in Nederland geweest en we hebben alle familieleden van twee kanten gezien, met wat extra aandacht voor onze ouders en Pieters (klein)kinderen. De promotie van Merel was het hoogtepunt, wat deed ze het goed. Pieter was beretrots op haar, en we hopen dat Merel zelf nog lang blijft nagenieten van deze prestatie en mooie dag.

Even een woord van dank voor onze lieve zeilvrienden Meriam en Paul, die ons in die drukke week een thuishaven boden, vol vriendschap, gastvrijheid, verhalen en een heerlijk bed! Lieve allebei, we hebben het zo fijn gehad in jullie huis, dank jullie wel voor alles!!!

In alle vroegte reden we naar Schiphol. Wat een verrassing toen ik ineens achter me bekende mensen zag, van Basalt! Lenie en Diny, wat SUPERGAAF om jullie te treffen en wat grappig dat jullie die ochtend nog over me hadden gepraat. Blijkbaar niet uit het oog, uit het hart. Tot over een half jaar, dan ben ik weer op de werkvloer, gezellig!

Weer terug in Sevilla stond de huurauto netjes op ons te wachten met achterin de golfbags, een tasje kleren en een tas vol was, hahaha, echte zeilers, zeg maar zo. Daarmee naar Las Chapas gereden bij Marbella, waar we Renée en Kees weer troffen in hun heerlijke casa Amarilla. ’s Avonds kwam de rest van het gezelschap er ook bij en er volgden vijf prachtige dagen met z’n achten, zonovergoten, waarin 4x werd gegolfd, elke avond heerlijk werd gegeten en regelmatig een potje werd gekaart. Lieve Kees en Renée, het blijft een cadeau om deze week jaarlijks met jullie te mogen vieren, wederom enorm bedankt voor alles!!!

Afgelopen maandag zijn we terug gereden naar de haven; fijn onze Mahi mahi weer te zien en net op tijd te zijn om het grootzeil op te halen wat bij het kantoor was afgeleverd in onze afwezigheid. Gisteren hebben we het oude zeil er afgehaald en het nieuwe gehesen. Te weinig wind voor een proefvaart, maar het ziet er meteen veel beter uit. Zometeen gaan we het uitproberen, we staan namelijk op het punt om los te gooien. De wind is gunstig en inderdaad vanuit het noorden, zoals het hoort in deze tijd van het jaar. De orka’s lijken voorbij te zijn, de laatste aanvallen zijn gemeld bij La Coruña, hoewel we gisteren ook iets lazen over attacks bij Cadiz, weer helemaal in het zuiden. Maar we gaan het erop wagen.

We hebben er zin in, om de zee op te gaan. Het zal een tocht worden van zo’n 5 dagen, iets meer dag 600 mijl: een mooie tijd om alles wat er in de afgelopen weken in gebeurd, nog eens rustig de revue te laten passeren.

Oh ja, zie het tabblad positie waar de link naar onze tracking staat: vanaf nu zijn we ook op zee te volgen.

Voorbij het eind van de wereld

Terwijl het vorige verhaal eindigde in Viveiro, de eerste echt ria waar we terechtkwamen, zijn we inmiddels alweer aangekomen in ria de Arousa, misschien wel de laatste ria voordat we zuidwaarts gaan richting Portugal. Wat vliegt de tijd toch voorbij! Tussen het laatste verhaal en nu zijn 13 dagen verstreken en wat hebben we in die dagen weer veel meegemaakt…..

Voor het overzicht heeft Pieter deze kaartjes gemaakt.

In de baai van Viveiro aan de noordzijde van Spanje, nog iets oost van de grote stad A Coruña, hadden we voor het eerst weer het gevoel wereldzeilers te zijn. We lagen zo mooi voor anker, helemaal alleen, vlakbij de rotsen aan de ene kant, het strand aan de andere kant, in de verte de open zee maar toch beschut tegen de deining. We bleven er twee nachten liggen en genoten van de plek, de natuur, de zonsondergangen. Beetje suppen in de baai, wat sporten op het strand, het eerste boek werd eindelijk uitgelezen. Er kwam een soort van rust over ons. Daarna zijn we naar de baai verhuisd vlakbij het stadje Viveiro, waardoor we makkelijk met de bijboot naar het centrum konden gaan. We bleven er twee dagen liggen. Twee keer lunchen in de stad, beetje wandelen door het oude centrum en ons Spaans wat oefenen aan de wal. Inmiddels zijn we serieus met ons lesprogramma aan de slag, elke dag 30 minuten een audioles, we maken duidelijk vorderingen!

Zondag 22 augustus varen we weer verder. Helaas is het die dag grijs, het miezert flink als we vertrekken en de baai is gehuld in laaghangende bewolking, wat wel iets beter wordt zodra we open zee bereiken. We zeilen een mijl of 30 naar het westen en komen aan bij Cedeira, waar we weliswaar een prima ankerplek vinden, maar wat ook bekend staat als een windtunnel. En inderdaad, die nacht begint het flink te poeieren, we gieren achter het anker en hebben een onrustige nacht. We zijn dan ook blij dat we de volgende dag die baai snel weer verlaten. Het enige leuke was het bezoek van de Thalassa, de Forgus 37: Ans, Charles en opstapper Bob kwamen ’s avonds even gezellig een kop koffie drinken.

We gaan op weg naar A Coruña, de stad waar we 8 jaar geleden na de oversteek van Biskaje aankwamen in potdichte mist bij 14 graden Celsius. We zijn benieuwd hoe de aankomst deze keer zal zijn. Het werd een pittige tocht van 25 mijl met flinke wind van achteren die bij het ronden van de laatste kaap flink toenam, waardoor we tweemaal uit het roer liepen en we met een maximale snelheid van 12.4 knopen van een golf afsurften, poeh, ik vond het maar spannend; wat een natuurgeweld en wat kun je je dan nietig voelen op de woeste baren. Des te blijer was ik toen we eindelijk in vlak water terecht kwamen en de marina Real binnenvoeren in het centrum van de stad.

A Coruña lag er prachtig bij, zonovergoten, 27 graden. Vanuit de haven hadden we een goed uitzicht op de glazen voorgevels, waar de stad zo bekend om is. Het werd een heel andere ervaring dan de vorige keer. Wat ons bezoek extra leuk maakte, waren wederom de ontmoetingen! In de haven kwamen we meerdere boten tegen die we reeds kenden via de appgroep van de vertrekkers van 2021. Zo ontmoetten we eindelijk in levenden lijve de crew van Senang, Tranquillity, Älskling 2 en Anna Sophia 2. We liepen een rondje stad bij zonsondergang en proefden de befaamde tapas op een van de terrassen van het uitgaanscentrum. 

Op de dag waarop we de haven binnenvoeren, werd er een pakket voor ons afgeleverd bij het havenkantoor door UPS. Een nieuwe lithiumaccu, aangezien 1 van de 3 recent gekochte accu’s niet naar behoren functioneerde. Perfecte service van Sailspecials! Pieter sluit de nieuwe accu aan en hij doet het meteen perfect! De oude wordt ingepakt in dezelfde doos en wordt een dag later door UPS weer opgehaald. Ongelooflijk hoe soepel dit is gegaan. Weer een zorg minder. We verhelpen meteen het probleem van de ankerlier en de zonnepanelen. Tja, zoals je ziet, er is altijd wel iets aan de hand aan boord, vervelen hoeven we ons nooit, we hebben eerder tijd te kort.

Aan de lokale gerechten

Nadat we de volgende dag boodschappen hebben gedaan, varen we weer uit: aan de overkant van de baai, nog geen 2 mijl van de marina vandaan, gaan we voor anker. Grappig om ons te realiseren met hoeveel gemak we dit nu doen, in tegenstelling tot vorige keer. Toen hebben we 4 dagen in een dure marina gelegen. We overwogen niet eens om voor anker te gaan, iets wat we nu veel makkelijker doen. Zo’n groepsapp helpt dan wel, we krijgen veel tips van onze voorgangers, de schepen die deze plek al gepasseerd zijn. De baai van Mera blijkt prachtig, we worden omringd door mooie witte zandstranden, die vol met badgasten zitten. Maar ’s avonds wordt het er rustig en heb je het strand voor je alleen. Hoewel we hier graag wat langer zouden willen blijven, is er morgen een redelijk weerwindow om zuidwestwaarts te gaan, de week erna lijkt er nauwelijks wind te zijn. Dus maken we de boot ‘s avonds al vaarklaar, na het bezoek van de crew van Barth, een jong stel French-Canadians die een biertje kwamen drinken.

Als we de volgende ochtend rond kwart voor acht anker op gaan, zien we dat er al meer leven is in de baai. Goed voorbeeld doet goed volgen 🙂 , en vlak na ons vertrek zien we dat er nog wel 8 andere schepen achter ons aankomen: iedereen maakt gebruik van dit weerwindow. Van deze armada, zijn er 6 met Nederlandse vlag!! Hoewel de beloofde wind helaas uitblijft…. Tweemaal proberen we een uurtje te zeilen, met 8 knopen werkelijke wind van achteren, maar door de hoge deining bij weinig wind, hebben we te weinig druk in de zeilen en geven we het uiteindelijk op. Later kregen we wel een foto van onze poging. We motoren uiteindelijk vrijwel het hele stuk. We zien het al enige tijd aankomen: in de verte hangt een steeds groter wordende wolk van mist. We varen deze wolk binnen en ons zicht vermindert tot nog geen 50 meter om ons heen. Een vreemde ervaring, met de zon die van boven nog lekker op ons staat te branden. Voor ons des te meer een reden om de eerstvolgende ria van Corme binnen te varen, terwijl we op de plotter zien dat de andere schepen, de meesten met AIS-signaal, een baai verderop kiezen. Zodra we de baai binnenvaren trekt de mist weg en zien we weer land. Corme blijkt een leuk plaatsje te zijn, waar we wat wandelen en een lokaal biertje drinken. De volgende ochtend roeien we met de bijboot naar de kant: we gaan onze tennisrackets eens uitproberen, tennis met shuttle, hartstikke leuk en een prima work-out! Een plons in het koude water ter afsluiting, een mooi begin van een nieuwe dag. Vandaag staan er wat klusjes en verbeterprojecten op de agenda. Later zijn er wat andere Nederlandse boten in de baai voor anker gegaan en ik ga ze op mijn supboard even gedag zeggen. ’s Avonds komt de crew van Barth gezellig bij ons barbecueën aan boord. Gelukkig is de serie The Serpent afgelopen, wat een vreselijk verhaal. Dankzij Pieter z’n creativiteit, kunnen we alsnog aanhaken bij de nieuwe serie Normal People, waar we al heel wat goeds over hebben gehoord. En zo eindigen we de dag net zo lekker als dat ie begon.

Vrijdag 27 augustus varen we weer verder. Mist en geen wind. Vreemd weer! Normaal gesproken verwacht je noordenwind in deze tijd van het jaar rond deze kustlijn, maar door een laag drukgebied voor de Portugese kust in combinatie met een noordelijkere positie van het Azorenhoog dan gebruikelijk, is er helemaal geen wind, en dat gaat waarschijnlijk nog wel een week zo blijven. We willen toch graag verder, ook omdat we eind september in de Algarve willen zijn ivm retourtje Nederland. Daarom kiezen we ervoor stukken te motoren. Leuk is het niet, je voortbewegen zonder zicht met herrie en stank van de motor. Wel zijn we heel blij met onze goed functionerende radar! De volgende ria is die van Camariñas. Als we aankomen, blijkt er in de baai nauwelijks mist te hangen en zien we meerdere Nederlandse schepen voor anker liggen. We horen al snel dat er ’s avonds een strand bbq wordt georganiseerd en of we ook willen komen. Tuurlijk, gezellig!

Ook voor de kleintjes leuk om een vuurtje te stoken

Uiteindelijk komen we samen op een strandje met nog 11 crews van andere schepen. 8 van de 12 hebben Nederlandse vlag! Heel leuk om nu ook de bemanning van Free Spirit, Make my Day, Kokomo en DanceMe te leren kennen. We hebben een hartstikke gezellige avond en in het donker zoeken we weer onze weg richting de schepen. De dag erna tintelen we nog helemaal na van deze leuke bijeenkomst. Zo anders dan 8 jaar geleden: toen kwamen we nauwelijks andere schepen tegen langs de Spaans-Portugese kust. De eerste strandparty was toen pas een feit op Lanzarote. Dankzij de groepsapp en veel meer gebruik van AIS, weten we nu veel beter waar andere schepen zich bevinden, hartstikke leuk! Want zoals we al eerder schreven: de ontmoetingen en het delen van dit mooie bestaan met elkaar, dat geeft er zoveel extra kleur aan. Over delen gesproken: inmiddels weten we dat Mieke, Pieters zus, ons komt bezoeken als we op de Canarische eilanden zijn. Misschien komen Sterre en/of Pim mee, onze nicht en neef. Hoe dan ook, we hebben nu al zin in die week samenzijn.

De volgende dag gaan we weer op pad; er wordt in de namiddag wat wind verwacht, en we willen graag Cabo Finisterre voorbij. Weer blijft de beloofde wind uit en we motoren langs de beruchte Costa del Morte op een spiegelglad zeetje. We varen vlak langs de rotsen waarop de befaamde vuurtoren van Finisterre staat. Deze vuurtoren staat op het meest westelijk gelegen stukje land van Europa. Finisterre betekent dan ook “het eind van de wereld”. Vroeger, in de tijd van de ontdekkingsreizen dacht met dat er verder naar het westen niets meer was. 

We gaan voor anker bij het stadje waar ’s avonds muziek wordt gemaakt en de terrassen overvol zitten. De volgende dag maken we een mooie wandeling naar de vuurtoren. We komen met een tas vol bramen weer terug en genieten van een lekker visplateau op een terrasje in de stad. We verkassen naar de ria de Sardiñeiro voor een rustig nachtje voor een prachtig groot strand, ideaal voor wat potjes tennis. Tijd om weer verder zuidwaarts te gaan. Gisteren hebben we een prachtige zeildag gehad, tegen de verwachting in. Deze keer was er helemaal geen wind voorspeld. Daarom was het des te leuker dat er toch een zeewindje bleek te ontstaan, uiteindelijk hebben we heel de tocht van zo’n 32 mijl kunnen zeilen, al was het met zo’n 3 knopen. Inmiddels zijn we aangekomen in ria de Arousa. We hebben gelezen en gehoord dat dit een prachtige baai met vele ankerplekken is. We hebben besloten komende week hier te blijven, dik te gaan genieten van de mooie plekken en ontmoetingen, onze kayaks op te blazen en op verkenning uit te gaan. En we varen pas weer zuidwaarts als de wind is teruggekomen!

.

Op dit moment liggen we voor anker op een idyllische plek. Tussen de rotsen bij een onbewoond klein eilandje. Witte strandjes, azuurblauw water, prachtig kayakken en heerlijk om te zijn. Naast ons ligt de Heron, het schip van weer een ander avontuurlijk Nederlands koppel wat we hebben leren kennen. Morgen waarschijnlijk weer een strandbarbecue: het leven voorbij het eind van de wereld bevalt ons heel erg goed!

.

.

Een week vol dierbare momenten

Voor we wegvaren uit Sables d’Olonne nog even gezellig op de koffie bij Jan Willem en Renée op hun Iskander. Omdat ze aan de L-pontoon liggen, zien we ook de racemonsters van de Vendée Globe die daar afgemeerd liggen nog even van dichtbij. Om half twaalf varen we uit, zin om weer de zee op te gaan na 6 nachten in deze haven door ons binnenlandse avontuur. Het doel van vandaag is Île de Ré, een tocht van circa 30 mijl over een woelige zee. We komen midden in een veld van een internationale zeilwedstrijd terecht, gaaf om al die solozeilers in hun kleine racers van dichtbij te zien.

Aankomst bij de haven op Île de Ré vonden we wel spannend, omdat het er droogvalt bij laagwater en we benieuwd zijn hoeveel water er onder de kiel zal staan als we rond hoog water binnenvaren. Zodra de sluis van de haven opengaat, zijn wij de eersten die naar binnenvaren. We kunnen prima langs de kade afmeren van de op dat moment rustige haven van St. Martin. Even later liggen er vier boten tegen ons afgemeerd en de dag erna wordt de rest van de havenkom afgevuld met schepen. De havenkom ligt midden in het levendige en toeristische stadje, waar de terrassen vol zitten, er life muziek klinkt en waar een megagrote ijswinkel is met meer dan 50 smaken ijs!

Hoe bezoek je Île de Ré? Op de fiets! Iedereen lijkt er een fiets te huren om het eiland rond te fietsen, we rijden dus regelmatig in een kolonne van toeristen. Maar de schoonheid van het gebied ontgaat ons niet. Overal zoutpannen, uitbundige bloemenpracht en talrijke vogels. Langs de kust vele oesterbedden met ter plekke kleine uitspanningen waar je ze kan proeven. Die kans laten we niet onbenut en we spoelen de zeevruchten weg met een lokaal glas witte wijn. Leuk, zeker ook omdat we langs vele wijngaarden fietsen.

Als we die avond tevreden in onze kuip zitten, komt de Duitse Doris zich voorstellen: Hallo Malö, zegt ze. Ze blijkt samen met Peter een Malö 39 classic te bezitten. We zagen hun boot al eerder liggen bij île d’Houat, maar ze waren al weg voordat we ze konden opzoeken. Extra leuk dat ze nu in St. Martin blijken te liggen, als laatste boot in het rijtje wat tegen ons aan ligt. Het voelt meteen goed als we met haar praten en we nodigen haar uit aan boord. Peter staat aan dek en ook hij wordt gewenkt. Voor we het weten zijn we volop in gesprek over onze vergelijkbare boten, alle handigheidjes en snufjes, we wisselen wetenswaardigheden uit en de fles rosé lijkt zomaar te verdampen. Dan een rondleiding op hun schip en pas ver na middernacht liggen we in bed. Het voelt alsof we nieuwe vrienden hebben ontmoet!

De volgende ochtend willen we om 9 uur vertrekken. Daarvoor moeten alle buren dus plaatsmaken, terwijl in de rijen voor en achter ons geen beweging komt. Kleine uitdaging om als laatste van de rij weg te komen uit zo’n nauw gat, maar het gaat zo perfect, dat ik er een uur later nog trots over loop te stuiteren 🙂

We varen naar La Rochelle waar we een plek krijgen in port des Minimes, een haven met bijna 5000 ligplekken, in zo’n grote jachthaven waren we nog niet eerder. We nemen meteen de elektrische veerpont naar de stad; een emotioneel moment als we tussen de twee prachtige torens de oude binnenstad invaren. Deze view kenden we al….. ruim 17 jaar geleden zagen we deze torens al eens, weliswaar door een extreem roze bril, tijdens ons eerste romantische weekendje samen weg, sweet memories. Dat herdenken we tijdens een lunch vlakbij de torens, bij visgerechten en een half flesje Pouilly-fumé. 

Weer aan boord maken we alles netjes, want vanavond komt onze gast! Clémence heeft tot half acht ’s avonds gewerkt en rond 20 uur is ze in de auto gestapt in Cap Breton, om ruim drie en half uur later aan te komen bij onze haven. Weer een fijn weerzien, waarbij ze ons verrast met een grote doos Baskische lekkernijen die worden verkocht in de boutique waar ze werkt. Ze heeft ook gesealde plakjes ham meegenomen, Bellota, Curado en Pata Negra, waar toeristen blijkbaar vet geld voor neerleggen. Echte delicatessen!

Jammer genoeg zijn de weersverwachtingen voor dit weekend niet ideaal. Weinig wind in de ochtend en als de wind aantrekt vanuit de verkeerde hoek, lastig om een leuke en beschutte ankerplek te vinden. We willen Clémence graag een nautische ervaring geven, en een nacht voor anker hoort daar wel bij. We zeilen verder wel lekker, komen langs het bekende fort Boyard waar de bekende televisieserie wordt opgenomen. Uiteindelijk gaan we voor anker vlakbij Boyardville, wat op Île d’Oléron ligt, met uitzicht op fort Boyard.

We liggen veilig vast, maar de zee is meer choppy dan we hadden gehoopt. Wij zitten er meer mee dan Clémence, die alles prachtig vindt en geen last van zeeziekte blijkt te hebben. Clémence en ik hebben fijne gesprekken op het voordek; herinneringen worden opgehaald, emoties worden gedeeld en gaten in het geheugen worden weer opgevuld. Zo dierbaar, zo dichtbij. Pieter zorgt goed voor ons en verzorgt die avond een heerlijke barbecue.

Zondagochtend begint met een zwemmetje in zonlicht, daarna een dinghytocht naar het dorpje en in de middag gaan we weer terug naar la Rochelle. Samen zwaaien we die kleine, dappere, verstandige en zeer zelfstandige dame uit, die ik trots mijn kleine zusje kan noemen!

Na zo’n emotioneel afscheid is er geen betere remedie dan de gezelligheid aan boord van de Scheer! Harrie en Roosje liggen er ook!! Vlak voordat we Clémence uit gingen zwaaien belde Harrie op. Pieter zei dat we even weinig tijd hadden, maar dat we terug zouden bellen. Hij hoorde al wel, dat Harrie ergens mee zat. Ze bleken een motorprobleem te hebben aan boord. Meteen schiet mijn analytische Pieter in zijn neurologen-modus, stelt een paar vragen, denkt na, en duikt met Harrie het motorruim in.

Terwijl Roos en ik verhalen delen en heel wat aflachen, wordt onderdeks de diagnose gesteld: de startaccu is overleden. Nou, dat is oplosbaar! Harrie is zichtbaar opgelucht. Dit moet worden gevierd. Prompt komt hij naar boven met een schaal vol oesters, wat perfect past bij de fles witte wijn die inmiddels al open is gegaan en dat om half vijf ’s middags. We hebben het weer beregezellig samen; wat fijn toch om zulke vertrouwde vrienden te treffen. En zoals Roos al zei: we zien elkaar niet vaak, maar het voelt gewoon hartstikke goed!

Die avond nog zoek ik contact met Maxime. Max is de oudste zoon van de Barrots en woont op zo’n anderhalf uur rijden van La Rochelle vandaan, ergens in de binnenlanden van de Poitou-Charente. Hij heeft maandagavond tijd voor ons. Meteen bel ik Monique Poupet op. Ze neemt op en als ze doorheeft wie ik ben en wat ik vraag, volgt een explosie van enthousiasme en we worden prompt uitgenodigd voor de lunch op maandagmiddag.

Als ik ophang, regelen we meteen een huurauto voor de dag erna. We kijken elkaar aan: jeetje, zo rollen we wel van de ene in de andere ontmoeting! Maar ergens ook goed om dit zo snel te plannen, want we willen ook weer verder, de sprong over de golf van Biskaje gaan maken, Spanje roept! 

Maandagochtend halen we onze knaloranje Twingo op, hihi, wat een bizar koekblikje, maar hij blijkt nog lekker te rijden ook. Zonder problemen rijden we naar Sanxay, het dorp waar ik al die jaren kwam, omdat familie Barrot er woonde. We worden allerhartelijkst ontvangen bij Michel en Monique. Michel was de oude burgemeester van het dorp en hij was een hele goede vriend van Marie Christine. Inmiddels is hij 85 en zij 86 jaar maar still going strong. Ze vinden het fantastisch dat we hen bezoeken en alles wordt uit de kast gehaald. Eerst gaat er een mooie fles champagne open en als later als hoofdgerecht de eendenborst op tafel komt, wordt er een St. Emillion Grand Cru opengetrokken. We hebben een gezellige middag en blijven veel langer hangen dan gedacht, genoeg verhalen om te delen met elkaar. 

Daarna rijden we naar Forzon. Heerlijk om die lange oprijlaan weer eens op te rijden en dan dat mooie huis te zien opdoemen. De nieuwe eigenaren hebben hard gewerkt, alle kozijnen zijn vervangen en alle ruiten zijn weer heel. Ook zit er een nieuw dak op de schuur. Ik maak wat foto’s voor de familie en dan rijden we naar Maxime en Virginie, die haast nog meer in de middle of nowhere wonen dan Sylvain. Ze blijken een prachtig en creatief huis te bezitten met mooi verwilderde tuin en geweldig uitzicht op heuvels en weide met schapen. Ook hier is de ontvangst weer fijn! Na de rondleiding maken we een flinke wandeling en eten we samen. Wat fijn toch om te weten waar twee van de zonen terecht zijn gekomen en me nu een voorstelling te kunnen maken van hun levens. En te weten dat we áltijd weer welkom zijn om terug te komen. De tijd gaat veel te snel en het is zo tien uur, tijd om te gaan. Om middernacht komen we aan bij de boot, ook weer fijn om thuis te zijn.

Dinsdag brengen we de auto onbeschadigd terug. We bezoeken nog wel het maritiem museum waar we ruim drie uur in ronddolen. Moe komen we thuis, moe van alle indrukken, van alle intense ontmoetingen, vol van alles wat we in de afgelopen 10 dagen hebben meegemaakt. Voorlopig willen we even niets meer, rust om ons heen, even cocoonen. Lekker samen zijn, beetje varen, even niets meer plannen. Omdat er vies weer aan zit te komen met regen en vooral flink veel wind, gaan we woensdag 4 augustus op pad: we zeilen naar de entree van de rivier de Charente en gaan de rivier op met alleen de genua uit. We vinden 10 mijl stroomopwaarts een mooring bij het dorpje Soubise waar we de boot aan vastmaken. Inmiddels is de wind opgestoken, en de wolken pakken dichter samen. De kuiptent staat, alles is dichtgeritst. Wij zitten lekker binnen en niets kan ons deren. Even stilte, verder even niets. Even alleen met alle mooie herinneringen aan boord van ons heerlijke comfortabele schip.

Week vol ontmoetingen

Maandag 19 juli gaan we nog even naar de kant op Île d’ Houat waar we in ons favoriete restaurantje op een heuvel een kop koffie drinken met prachtig uitzicht over zee, zittend onder een pergola vol druivenranken. We hebben er een lang en fijn gesprek over de reis, het wennen aan dit nieuwe bestaan, onze onderlinge verschillen en het plan voor komende tijd.

Terwijl we er zitten krijg ik een berichtje van Clémence, ma petite soeur, dat ze ons heel graag wil bezoeken. Komend weekend gaat ze naar haar broer Sylvain en haar neefje Andreï die 1 jaar wordt en het weekend erna kan ze aan boord komen. Ineens krijg ik een idee. Ik zoek op waar Sylvain eigenlijk woont, hee, dat is maar 300 km van de kust vandaan. Pieter, zullen we naar Les Sables d’Olonne varen, de boot daar achterlaten en een paar dagen de binnenlanden ingaan met een huurauto? Een uur later was t geregeld!! Dit spontane plan gaf ons ineens weer nieuwe energie en een kader voor de komende tijd.

Even iets vertellen over m’n jonge jaren. Toen ik 17 was vroeg mijn leraar Frans aan me, of ik het leuk zou vinden de zomer door te brengen bij Franse vrienden van hem, die in een klein kasteeltje woonden vlakbij Poitiers. Nou, graag! Een paar maanden later leerde ik het gezin Barrot kennen en hun prachtige chateau Forzon en ik verloor er mijn hart. Vader Daniel, moeder Marie Christine en hun vier kinderen Maxime, Sylvain, Yves en Clémence, de oudste 10, de jongste net 2 jaar oud. 6 weken lang trok ik met ze op en sindsdien ging er vrijwel geen jaar voorbij zonder een bezoek aan de familie, soms kort, een weekje, soms wat langer (4 maanden gestudeerd in Poitiers toen ik 24 was). Pieter leerde de familie ook kennen. Heerlijk om daar af en toe een paar dagen te logeren “dans la chambre de Monique”, mijn eigen kamertje. Tot Marie Christine veel te jong stierf aan leukemie. Na haar begrafenis ben ik er nog maar 1 keer geweest om 1000 bloembollen te planten rondom haar graf en daarna is het contact verloren gegaan. Pas veel later hoorde ik dat Daniel niet lang daarna overleden is en de kinderen veel te jong wees waren geworden. Tot Clémence me begin 2019 via Facebook opspoorde en me in Den Haag kwam opzoeken omdat ze toevallig in Nederland was, een geweldig fijne ontmoeting! Sindsdien noemen we elkaar zusjes, niet alleen omdat we 13 jaar elkaar levens hebben gedeeld en we ons daarom enorm verbonden voelen maar ook omdat we veel gelijkenissen hebben, de krullen voorop. Deze hereniging heeft geleid tot een ontmoeting in de herfst van 2019 in het huis van oma, toen 90 jaar, vlakbij Blois, waar alle vier de kinderen en Pieter&ik samenkwamen. Het bleek de eerste keer te zijn sinds het overlijden van de vader, dat de vier kinderen weer samenkwamen in goede sfeer, zonder andere familieleden erbij behalve oma, een heel bijzondere gebeurtenis voor allemaal. Zo fijn om daarbij te zijn geweest, heel dierbaar. 

Inmiddels werd Forzon eindelijk verkocht na jarenlang leeg te hebben gestaan. De overdracht zou ergens in juli 2020 plaatsvinden. Eind juni 2020 werd Clémence 30. We werden uitgenodigd voor een laatste feest op Forzon ter ere van de verjaardag en om afscheid te nemen van la maison familiale. Gelukkig waren de grenzen net weer open, dus konden we erheen. Dat werd een geweldige happening. Het was alsof het huis weer opleefde. Iedereen was er; heel de familie, zelfs neef Carlos uit Madrid, talloze vrienden en buren, zelfs de oude burgemeester van het dorp, de oude huisarts van vroeger (inmiddels 89). Ondanks dat er weinig meubels stonden, liep het vanzelf. De barbecue werd aangestoken, iedereen nam wat mee, we zaten aan lange tafels binnen, het was gezellig, levendig, er werd gezongen en gelachen tot diep in de nacht. Een laatste weekend Forzon, een afscheid van een leven daar vol herinneringen, voor iedereen op zijn eigen manier. Met huilend hart reed ik er weg maar vervuld met zoveel dankbaarheid om bij dit waardevolle familiemoment aanwezig te zijn geweest. 

Sindsdien maak ik onderdeel uit van de grote familie-appgroep en delen we onze levens met elkaar. En nu, ineens een kans om bij Sylvain op bezoek te gaan, die samen met Elsa en hun zoon in de Limousin woont. Sylvain is de grootste Bourgondiër van de familie en lijkt als twee druppels water op Daniel, z’n vader. Hij houdt van eten en drinken, praat het liefst over eten, houdt van jagen, zijn honden en het goede buitenleven. Ze wonen in een dorp met drie huizen, op 40 minuten van Angoulême vandaan, de dichtstbijzijnde stad.

Op donderdag varen we van Ile d’Yeu naar Les Sables d’Olonne, een zeilerswalhalla, de thuisbasis van de Vendée Globe, op zich al heel bijzonder om hier zelf naar binnen te varen, de talloze watersporters om ons heen te zien en de grote raceboten aan de pontons te zien liggen. Maar wat we eigenlijk nog leuker vinden, is dat Harrie en Roosje hier ook zijn: donderdag avond dus walking dinner op de Mahimahi en de Scheer, supergezellig weerzien en nooit uitgepraat!! Jammer dat we vergeten zijn een groepsfoto te maken!

Vrijdag de laatste regelzaken, ophalen van de huurauto en om half twee op pad. We genieten van de zes uur durende reis door le paysage français. Af en toe een koffiestop, een fotostop, een bezoekje aan de gigantische supermarkt E. leclerc. Heerlijk, de prachtige zonnebloemvelden, de hooibalen, de uitgestrekte landerijen. Het rijden over de routes departementales, dwars door de dorpjes en gehuchten. De Limousin blijkt veel heuvelachtiger en bosrijker dan gedacht en we zien overal de bekende runderen grazen. De aankomst is enorm hartelijk en voor we het weten zitten we aan tafel bij Sylvain, die ik liefdevol de bijnaam Obélix geef, niet alleen om z’n buikomvang maar ook omdat hij ons een gigantische lamsbout voorzet die 10 uur in de oven heeft staan garen.

De volgende dag trekken we de bossen in met de honden, op zoek naar cantharellen, die we ook vinden. Clémence is inmiddels ook gearriveerd en de barbecue staat alweer aan voor we het doorhebben voor een Franse uitgebreide lunch. ’s Avonds uit eten aan de rand van een meer, voor het eerst in m’n leven geproefd hoe lekker Limousinrund eigenlijk is.

Zondag regenachtig, maar prima voor een wandeling door de omgeving. Na de weer zeer copieuze lunch (on sort tout!) is het tijd om afscheid te nemen. Wat een fijn weerzien, wat een hartelijke gastvrijheid, wat voelt het toch als familie, míjn Franse familie!

Met een gevoel van ontroering rijden we er weg, door de zonnebloemvelden op weg naar ons drijvende huis. Volgende week Clémence aan boord. Heerlijk, al deze dierbare ontmoetingen.

Een uur voordat ik dit verhaal op de site wil zetten, zie ik tijdens het eten ineens een dwarsgetuigd schip aan de kade liggen op nog geen 300 meter afstand. Pieter kijkt meteen op Marine Traffic: blijkt het de Tres Hombres te zijn, het professioneel varend vrachtschip zonder motor!!! Wij erheen, met onze fles Tres Hombres rum in de rugzak, gewonnen bij de fotowedstrijd van de Kustzeilers. Hoe gaaf om het schip te ontmoeten dat deze fles rum in zijn ruim heeft overgezeild van Grenada naar Nederland! Na het maken van de foto spreken we een van de eigenaren en initiatiefnemers, Andreas, die een stempel van het schip op ons visitekaartje zet en ons een reep chocola cadeau doet; die hoort bij de rum! Ook worden we uitgenodigd om aan boord te komen, hoe gaaf! We gaan helemaal verguld naar huis terug, onze dag is goed door weer zo’n bijzondere ontmoeting!

Blijkt ineens dat Jan Willem Schouten, die ik bovenstaande foto even doorstuurde per app, ook in de haven van Les Sables ligt! Ongelooflijk toch???? Morgen dus op de koffie bij de Iskander, over ontmoetingen gesproken……..

Zomer in zuid Bretagne

Uiteindelijk zijn we 6 dagen in Camaret gebleven, 3 nachten in de haven en 3 nachten voor anker. Dit was eigenlijk niet het plan, maar het liep zo. We hadden de tijd ook even nodig om wat te settelen en om een paar klussen te klaren waar we nog steeds niet aan toe waren gekomen. Het weer was matig, veel grijze luchten en regelmatig van die gestage regen; prima om binnen te zitten, wat te lezen en de boot beter in te richten. Op droge dagen buiten wat dingen verbeteren. Zo is het achterschip inmiddels ingericht: het hekanker hangt op z’n plek, de reddingsmiddelen hangen aan de reling en de hengelhouders zijn geïnstalleerd. We hebben geoefend met het te water laten en hijsen van de dinghy en kunnen nu (net als échte wereldzeilers 🙂 ) ’s nachts onze dinghy uit het water takelen.

Het erop zetten van de nieuwe tweedehands buitenboordmotor ging opvallend gemakkelijk met de takel, wat een verbetering ten opzichte van vorige keer! Helaas bleek de motor alleen niet te starten….. tja, tegenvallers horen erbij. Dus op zoek naar een monteur. Naar de kant geroeid, in een watersportzaak navraag gedaan, zij verwezen weer naar de haven. In de haven de shop gevonden (dicht, want lunchtijd). Twee voicemails ingesproken, vaste en mobiele lijn. Een week later inmiddels en de beste man heeft ons nog steeds niet teruggebeld. Gelukkig hebben we daar dus niet op gewacht en advies gevraagd aan onze Nederlandse verkoper van de motor: hij MOET het doen, gewoon choke en gashandel volle bak open en dan starten. En als dat niet werkt, wat klappen geven op de carburateur. Heee, dat klinkt als een Monique-aanpak. En inderdaad: die klappen hielpen, wroemmm….. Na nog wat opstartkuren, doet ons moteurtje het nu als een zonnetje! We zijn superblij met onze keuze; de foldable rib van 2.75 meter (dus harde bodem en toch geen groot pakket vóór op het dek) in combinatie met de 8 pk tweetaktmotor, dus veel meer power, we kunnen zelfs met z’n tweeën in plané, gaaf!

Deze rustdagen deden ons goed. Alles voelt nu veel meer af, dus tijd om de wereld te gaan verkennen! 

We hebben weer zin om te gaan zeilen. Nou, we worden die dag en de daaropvolgende nacht toch beloond!! We vertrekken als de lucht nog bewolkt is, maar deze trekt helemaal open. We zeilen met gennaker richting zuiden, zonder problemen door Raz de Sein, waar we precies bij slack aankomen, dus geen last van hinderlijke golven of enorme tegenstroom. Dan buigen we af naar het oosten en hebben een mooie voor-de-windse koers waarbij we alle andere boten achter ons laten, die zitten te rommelen met spinnakers en invallende voorzeilen, terwijl wij met onze ideale set-up (grootzeil aan lij, uitgeboomde genua aan loef en werkfok strak aan lij) zonder al te veel geschommel voortwaarts gaan.

Île de Glenans is ons doel, dus dat betekent een nacht doorzeilen. De nacht valt en we zien de mooiste sterrenhemel sinds jaren! Wat is dat toch prachtig, we blijven ernaar kijken. Lang geleden dat ik de melkweg zo duidelijk zag als hier op dit Bretonse water. De wind zakt in en het schip gaat steeds langzamer, tot de wind er helemaal mee ophoudt en we met 0.0 knopen op de teller nog steeds 0.8 knopen doen door de stroom mee. Prima, dit houden we een paar uur vol met alleen een grootzeil op, omdat we toch niet eerder dan bij ochtendgloren aan willen komen. De beoogde baai ligt vol met wel 16 schepen, heel fijn dus dat we rond 6 uur in de ochtend al goed genoeg kunnen zien om een veilige plek uit te zoeken.

Als we veilig liggen duiken we ons bed in om pas rond half elf te ontwaken. De helft van de boten is al vertrokken en we schuiven een stukje dichter naar de kust. Wat een gaaf plekje om voor anker te liggen! We blazen paddleboard en kayak op en varen een rondje rond het eilandje, een tocht van circa 5 km, langs rotsen en mooie zandstrandjes waar het een drukte van belang is omdat er een zeilschool zit, op dit verder onbewoonde eilandje Penfret. Leuk om de jeugd bezig te zien in allerlei kleine bootjes op het water. Die avond bbq aan boord en de finale van het EK kijken, languit in onze loungehoek. We kijken elkaar aan en realiseren ons dat we in de vakantiestand zijn gekomen!

De volgende dag vertrekken we richting oosten, deze keer naar Belle île waar we al zoveel goede verhalen over hoorden. Weer veel zon, dolfijnen rond de boot en mooi zeilen met Atlantische deining van achteren. We zien zovele zeiltjes aan de horizon, we zijn duidelijk niet de enigen hier. De watermaker wordt vandaag zonder problemen weer in gebruik genomen. Geweldig dat zo’n apparaat het nog goed doet na vier jaar in onze schuur te hebben gestaan. Pieter was er een beetje bezorgd over, en haalt nu opgelucht adem, weer een vink!

Rond half zes komen we aan bij de meest noordelijke haven van Belle île, Sauzon. We hadden al gelezen dat je hier in de voorhaven kon raften tussen twee moorings in. De havenmeesteres helpt ons met vastleggen, stoer staand in haar snelle dinghy, de krullen bijeengebonden. We liggen met twee boten naast elkaar met een mooring voor en eentje achter, voor ons iets nieuws. De volgende dag gaan we met de fietsen op pad: eerst op de koffie bij Morgane of Sark die in Le Palais ligt, de hoofdstad. Erg gezellig, en leuk om dochter Mila te ontmoeten. Dan verder het eiland verkennen en we genieten van de ruige zuidkust, port de Cotton, waar Monet ooit de ruige rotsen vastlegde in pasteltintel. Hoog opspattende golven door de inmiddels flink opgestoken ZW wind. We ontdekken de hartige galettes en eten de eerste oesters. Als we terugkomen bij de boot, liggen we inmiddels met z’n zessen gestapeld tussen de twee boeien, en het is een hotsebotsen van belang bij de inkomende deining. Het voelt voor ons erg onwennig, al dat geruk aan de lijnen en zovele boten als een kluwen bovenop elkaar. We zijn heel benieuwd hoe de buren er uit moeten komen, die in het midden van dit rijtje liggen en de volgende ochtend van plan zijn om 6 uur te vertrekken….. Dat plan horen we snel, omdat ze ons meteen uitnodigen voor een rumpunch in hun kuip. De buurboot zit er al. Leuk om zomaar spontaan te borrelen met Fransen en lokale dingen te horen. 

De volgende ochtend gaat het vertrek inderdaad zonder problemen maar het is wel een gedoe met doorgeven van lijnen. In elk geval weer een ervaring rijker. 

Die dag spelen we ons eerste rondje golf van De Grote Golf-competitie die de komende tien maanden gaat duren: one-up voor Monique! Geweldig gelegen linkscourse met een paar uitdagende holes, afslagen over ravijnen waarin golven kapotbeuken op de rotsen wat een indrukwekkend lawaai maakt. De zon breekt volledig door en vanaf elke hole hebben we uitzicht over zee. Dik genieten, we voelen ons bevoorrecht dat we op zo’n plek kunnen spelen.

Eenmaal weer terug op de boot, zijn we binnen 20 minuten klaar om los te gooien. Om half 6 varen we weg, op naar de volgende bestemming, île d’Houat, waarover we ook al zoveel hoorden. De Fransen van gisterenavond zeiden ons nog dat we dit echt niet mochten overslaan, het is maar 10 mijl zeilen. Rond 20 uur komen we aan in een enorme baai, aan de oostzijde van het eiland gelegen en er liggen wel 200 boten! Terwijl we laatst een baai met 16 schepen al vol vonden….. maar zoals ons al was verteld; laat je niet afschrikken, er is altijd wel een plekkie te vinden. We liggen heerlijk voor anker terwijl de zon ondergaat en slapen als rozen. Als we wakker worden is het strakblauw en dat zal het de komende week blijven. De zomer is eindelijk aangebroken en de temperatuur schiet omhoog, het eerste zwemmetje is een feit. We dachten dat het een onbewoond eiland zou zijn, dus wat een verrassing toen bij verkenning bleek dat er een superschattig dorp was met witte huizen, blauwe kozijnen en overal bloemen, vooral stokrozen en hortensia’s. Een goede bakker, twee supermarkten en een restaurantje waar we een kop koffie drinken met uitzicht over de zee. Prachtig wandelen. In dit paradijsje willen we wel even blijven!

Overdag kijken we onze ogen uit in de baai: zoveel levendigheid, schepen die komen en gaan, allerlei watergadgets waarvan we de sup-plank met foil en zwevend zeil het meest bijzonder vinden. In de namiddag verhuizen we naar een iets kleinere baai aan de andere zijde van het eiland omdat de wind gaat draaien. Ook vanuit die baai maken we de dag erna een enorme kustwandeling van ruim 2,5 uur. Waar we ook kijken, in elke kleine baai rondom dit rotsige eiland liggen wel een paar schepen voor anker. En waar we ook kijken over zee, overal zien we vele witte zeiltjes, wat een zeilersparadijs! Harrie en Roosje hebben niets teveel gezegd en we begrijpen helemaal dat ze na tien jaar varen met hun boot in Bretagne, dat ze nog steeds niet zijn uitgekeken! En dan hebben wij nog maar een glimp van dit alles gezien…

We zitten nog in de fase dat we van alles aan het uitproberen zijn. Zo doen we een dag wat wasjes met de nieuwe wasmachine, wat prima blijkt te gaan, al is het gehele proces erg tijdrovend. We installeren de bimini met de twee flexibele zonnepanelen. Nu hebben we dus 6 zonnepanelen in werking: die blijken op zo’n zonnige dag wel 30 ampère te leveren!! We hebben gewoon stroom over, de accu’s zijn hartstikke vol en dat terwijl we al meer dan een week niet meer in een haven zijn geweest. We zetten de boiler dus aan om met het teveel aan stroom het water te verwarmen: heerlijk om heet af te douchen na een zwemmetje in water van 18,5 graden. We gebruiken nauwelijks gas, koken eigenlijk al vanaf het begin al het water elektrisch en als we voor anker liggen kook ik op het inductieplaatje. Heerlijk groen en self-supporting 🙂

We zijn helemaal in de zomerstand gekomen en er is ook ruimte ontstaan voor andere dingen zoals yoga en sporten aan dek, ochtendmeditaties, paddleboarden, maar ook het schoonmaken van het onderwaterschip. Daar blijkt een indrukwekkende baard van enkele centimeters groen gras op te zijn gegroeid sinds de te waterlating in maart dit jaar. Tja, met een groter schip is deze klus ook beduidend meer werk en door het nog koude water een klus die we in meerdere dagen pas klaren.

In een opwelling knip ik mijn haar, weg met die lengte. Ik heb nu weer een wilde bos krullen. Pieter loopt rond in alleen zijn korte broek en op het midden van de dag is een bikini voor mij meer dan voldoende. Blij zijn we met onze bimini met aanritsbare flappen, schaduw is erg welkom bij volle bak zon en dertig graden. ’s Avonds eten we in het lokale restaurant en delen een assiette fruits de mer. 

Inmiddels is het zondag en daarstraks voer de Anna de baai binnen, de fraaie Breehorn 44 van Irene en Maarten. Een mooie gelegenheid om samen met hen de fles bubbels te openen die we van Merel&Johan hebben gekregen en wat leuk dat ze heerlijke verse en joekels van oesters meenemen, wat een prima combinatie! Kortom: de zomer is begonnen!

Vertrokken!!!

Eindelijk was het dan zover. Na een maand vol afspraken, bezoekjes, de laatste klussen, bootschappen en boodschappen, nu tijd om het ruime sop te kiezen. Zaterdagmiddag 26 juni voeren we om 13 uur de haven van Scheveningen uit, eindelijk richting zee. Ineens gejoel op de hoge kade…. staat Maud daar te zwaaien, samen met Bouli, Linn en Skippy, wat leuk!!!! Zo bijzonder om uitgezwaaid te worden door mijn lieve nicht en familie, met als extra beloning ook nog een paar mooie vertrekfoto’s!!

Tjonge, dat voelt goed, eindelijk echt op weg! Laatste blik achterom op Scheveningen, en daarna blik richting heiige horizon. Als vanzelf trimmen we de zeilen, zo gaat ie lekker. Nu tijd voor een broodje. Jeee, het moet nog even landen. We zijn dus echt vertrokken!

Ik kan alleen maar zeggen: we waren eraan toe! We begrijpen het zelf ook niet zo goed waarom, maar de afgelopen maand is ons zwaar gevallen. Ik was weliswaar klaar met m’n werk, maar ik had het gevoel het lange tijd niet zo druk te hebben gehad als na mijn laatste werkdag. Eerst moest het huis leeg ivm verhuur, daarna twee weken vol met bezoekjes door heel het land. Heel fijn om iedereen persoonlijk te spreken en gedag te zeggen, maar ook intensief. We waren er door de corona-restricties ook niet meer aan gewend, zoveel sociale contacten. Tussendoor orde scheppen in de chaos aan boord, waar overal dozen en tassen met spullen stonden, die nog ergens een plek moesten krijgen. We voelden ons een beetje ontheemd, nog niet thuis op eigen schip. Dat gevoel in combinatie met de drukte, gaf ons beiden een wat zwaarmoedig gevoel; we misten onze gebruikelijke energie, we waren wat op zoek naar de zin van het leven. Ik wist dat het goed zou komen zodra we los zouden gooien, en inderdaad, binnen een uur na vertrek zei Pieter het al: lief, dit is goed zo!

Met heerlijk windje van achteren op een rustige zee voeren we zuidwaarts, door de Maasmonding, richting Belgische kust. Zonder problemen langs de shippinglanes en zo de nacht in, in de verte enorme windmolenparken langs de Belgische kust. In 1 ruk zijn we doorgeven naar Boulogne-sur-mer, Normandië, waar we 29 uur na vertrek aankwamen. Nog geen vijf minuten na aanmeren begon het zwaar te regenen, wat die avond niet meer is opgehouden: precies op tijd binnenboord 🙂

Terwijl de regen gezellig op de kuiptent roffelde, hebben we in alle rust een stapel tijdschriften zitten lezen, iets waar we al 6 weken niet meer aan toe waren gekomen. Zo, dat voelde lekker. Dit is nou precies de rust waar ik behoefte aan heb. Even landen, even aarden, even niet meer zoveel moeten. Gewoon zijn en genieten!

Dat is vandaag prima gelukt. Eerst als een blok 10 uur lang geslapen. Vanochtend nog gezellige regen en leestijd, en vanmiddag geluncht in lokaal visrestaurant met aansluitend een prachtige wandeling door het landschap hier. We zijn vertrokken, en gearriveerd in een nieuw leven. We hebben er zin in!

Of toch vertrekkersstress?

Vandaag is het 21 juni 2021, midzomernacht, de langste dag van het jaar waarmee de zomer officieel begint. Ik zit in de kuip aan boord van onze Mahimahi waar we sinds 1 juni op wonen, liggend in de haven van Scheveningen. Het is bijna 23 uur en buiten is het inderdaad nog steeds niet helemaal donker. Vanaf morgen is het weer aftellen naar de herfst, maar niet voor ons 🙂 Waarschijnlijk gaan we eind deze week vertrekken, op weg naar de tropen!!

Ik kijk weer eens even naar onze website en realiseer me dat ik daar sinds maart niet meer ben geweest. Als ik het laatste verhaal van 28 februari teruglees, dan zie ik hoe ongelooflijk veel werk er is verzet in de maanden daarna, hoeveel beslissingen we hebben genomen en hoeveel we hebben weten te regelen. Het is dan ook een hele drukke tijd geweest, vertrekken is niet niets! Geen wonder dat we er allebei aan toe zijn, om lekker uit te varen en daarna te gaan genieten van de rust van samen op reis zijn, zonder volle agenda’s en to-do lijstjes.

Ooit hadden we het plan om rond 1 juni uit te varen. 18 mei m’n laatste werkdag, daarna nog twee weken; moet lukken, dachten we. Nou….. echt niet! Zeker niet, omdat we toch besloten ons huis te verhuren. Begin mei zette de makelaar ons appartement op de verhuursite en binnen een week hadden we beet: een Italiaans koppel met twee kleine meisjes wilde ons huis huren vanaf 1 juni voor een periode van 10 maanden, precies wat wij wilden. Tja, en dat ze dan graag de werkkamer helemaal zonder meubels wilden huren om daar de slaapkamer voor de meisjes in te kunnen richten, daar wilden we dan wel even ons best voor doen. Vorige keer hadden we al geleerd dat je huis leeghalen een hele klus was. Deze keer waren we er tien dagen mee bezig. Elk kastje en elk laatje bleek vol te zitten met spullen, ongelooflijk hoeveel spul er in vijf jaar tijd dan toch weer je huis in komt. We hebben wel 15 grote shoppers vol spullen naar de kringloop gebracht, drie keer naar de stort gereden, talloze spullen uitgedeeld en weggegeven. En al die extra meubels ook in de inpandige garagebox weten te krijgen. Bleek dat ik achter die kastenwand nooit had geschilderd, wel keurig eromheen….. hahaha. Dus hop, ook even dat muurtje latexen.

Met Hemelvaart hadden we de boot al naar Scheveningen gevaren, gecombineerd met een zeilactiviteit van de Vereniging van Kustzeilers, een erg gezellig evenement en prima om in de zeilerssfeer te komen. En heel fijn dat de boot daardoor vlak bij huis lag. Vanaf 1 juni zijn we aan boord gaan wonen en vanaf dat moment werd de agenda gevuld met allerlei bezoekjes van en aan familieleden en vrienden. Een groot afscheidsfeest zat er deze keer niet in, en veel mensen hadden we in de coronatijd ook al langere tijd niet gezien; daarom waren de persoonlijke bezoekjes ook erg waardevol, echt even contact en tijd om bij te praten. Maar hoe fijn dan ook, twee weken met dagelijks 2 a 3 bezoeken, was wel erg pittig! We merkten dat we dit echt niet meer gewend waren. En het feit dat de boot nog lang niet op orde was, of beter gezegd, dat de boot een soort ontplofte bende was vol shoppers en neergegooide zooi, maakte de mentale rust er niet beter op. We waren even vergeten in te plannen dat wijzelf in deze hectische tijd ook af en toe even een dagje zonder afspraken nodig hadden om te aarden in ons nieuwe leven en wat orde in de chaos te scheppen. Hmmmm, even noteren voor volgende keer!

Sinds vandaag is de agenda echter leeg. Focus op de laatste klussen en het daadwerkelijk vertrekklaar maken van de boot. Aanstaande vrijdag lijkt er een mooi weerwindow aan te komen om de eerste sprong richting Bretagne te maken.

Klopt, Bretagne, u leest het goed. Schotland en Ierland zullen we deze keer rechts moeten laten liggen, hoe jammer dan ook. Maar de coronasituatie in GB, met de oprukkende Deltavariant, maakt dat ook wij zeilers er nauwelijks welkom zijn, tenzij we er tien dagen quarantaine op eigen schip voor over hebben (de zeedagen voor aankomst bizar genoeg niet meegerekend) en twee verplichte PCR testen op dag 2 en 8 voor 100 pond elk. Tja….dan kunnen we beter naar la France gaan, waar dit allemaal niet geldt. Tuurlijk, we vinden dit hartstikke jammer. We keken uit naar de Schotse vergezichten, de prachtige wandelingen, het geweldige golfen op hun befaamde linkscourses en het whiskyproeven, maar het mentale mindmappen werkt prima: het is er vies weer, hartstikke koud, al die irritante midgets. Nee, doe ons maar het Franse klimaat, en ohhh, wat is camembert en verse baguette eigenlijk lekker! We zijn dus om. Zeker na het bezoek van Harrie en Roos, die al 9 jaar met hun boot in Zuid-Bretagne liggen en ons lekker hebben gemaakt met hun culinaire verhalen over oesters, kreeft en geweldige markten, los van prachtig zeilen, ankeren en levensgenieten. Nog geen uur na hun bezoek, hadden we de pilots van het gebied al in huis: Dag Schotland, tot over een jaar of tien!

Pieter installeert de antenne van de SSB radio

Toch even beschrijven wat we afgelopen maanden aan de boot hebben weten te verbeteren en installeren. Inmiddels hebben we prachtig werkende B&G navigatieapparatuur met forwardlooking sonar aan boord. We zijn blij met de plotter en de fraaie instrumenten op een nieuw teakplankje bij de kajuitingang. De zeereling is aan weerszijden verlengd en er zijn per kant twee opklapbare zonnepanelen aan vastgelast. Op een zonnige dag komt er zomaar 24 ampère de accu’s binnen als we ze opklappen. Dan hebben we ook nog twee wegneembare zonnepanelen boven op de bimini, waar Pieter de bedrading deze week nog voor in orde heeft gemaakt. De Watt&Sea hangt keurig klaar, onze sleepgenerator. Tjonge, we gaan stroom over houden! Daarom geïnvesteerd in een paar extra elektrische apparaten, zoals een compacte broodbakmachine en een klein mobiel wasmachientje. Als we dan nog steeds stroom over hebben, dan gaan we koken op ons inductieplaatje (waarvoor wel een tweede omvormer moest worden geïnstalleerd) ipv op gas, en zelfs de boiler kan worden opgewarmd met het teveel aan elektriciteit. De Mahimahi is nog groener dan de Déesse 🙂

De komst van de foldable RIB had nog heel wat voeten in aarde. Door Corona bleek onze bestelling toch niet leverbaar. Gelukkig was er nog een Duitse leverancier die er nog eentje had liggen, waardoor we toch nog in het bezit konden komen van ons gewilde bijbootje. Met mijn Singer heavy-duty naaimachine heb ik er in de afgelopen weken nog een degelijke zonwerende hoes voor gemaakt, een flinke klus, maar tevreden over het resultaat.

We hebben zowel in voor- als achterpunt twee nieuwe Neptune matrassen gekregen, heerlijk! De twee bromptonfietsjes kwamen een paar weken geleden eindelijk binnen, deze keer met 6 versnellingen. Pieter heeft vorige week nog twee hengelhouders gekocht die passen op onze 30 mm RVS buizen en om voorbereid te zijn op de eerste visvangst, volgden we vorige week nog een sushiworkshop. 

Na behoorlijk wat gedoe, hebben we nu twee prima nieuwe zeilen aan boord. Het reddingsvlot heeft een plek gekregen op het voordek en ook de bijboot kan worden vastgesjord via dek-ogen. Pieter moet nog de laatste handelingen verrichten om de SSB-zender werkend te krijgen. De boordcomputer hangt al op de juiste plek.

De boodschappen zijn al gedaan, komend jaar genoeg ingrediënten aan boord voor vele culinaire avonturen. Ik ben blij met onze net geïnstalleerde voetpomp en met het automatische bilge-alarm. Fijn dat de nood-bilgepomp ook werkt, indien nodig.

Uiteindelijk hebben we de beslissing gemaakt om de duikcompressor niet mee te nemen. Ook nemen we geen duikflessen mee. De BCD’s die we hadden, bleken helemaal te zijn vergaan, even een flinke tegenvaller, maar we hebben wel onze eigen gereviseerde octopussen bij ons: in het komend jaar dus duiken met instructeur en huurmateriaal. Prima!

Volgens mij heb ik lang niet alles genoemd waar we in de afgelopen maanden mee bezig zijn geweest. Maar feit is, dat we lekker aan boord wonen, dat we sinds een week in de ontspannings- en in de vertrekmodus zijn gekomen, dat er een reëel weerwindow aan lijkt te komen en dat het avontuur aan onze voeten ligt.

Vooral de afgelopen maand was erg pittig: werk afronden, huis verhuurklaar maken en iedereen bezoeken was toch intensiever dan gedacht, naast de bootklussen die er nog lagen. Maar inmiddels hebben we die tijd achter ons en zijn we klaar voor de volgende fase: vertrekken! Vanaf nu zullen we de site regelmatig gaan bijhouden en verbeteren.

Welkom om virtueel met ons mee te reizen!

Vertrekkersvoorpret

Vertrekkersvoorpret

Morgen begint de maand maart. Nog maar drie maanden en dan is het zo ver: tijd om de trossen weer los te gooien en de steven naar de horizon te richten, op weg naar nieuwe avonturen. 

Ons plan is om de Mahi mahi in 10 maanden tijd de Atlantische oceaan over te varen en een plek te vinden waar de boot veilig het orkaanseizoen door kan komen. Het liefste zouden we willen beginnen met een rondje om Schotland, langs de Orkney’s en dan die schijnbaar prachtige Schotse westkust bezoeken, met z’n talloze scheren en eilandjes, golfbanen en whisky destilleerderijen. Om vervolgens via Isle of Man naar de oostkust van Ierland te gaan en, als de tijd rijp is, de golf van Biskaje over te steken, op weg naar reeds bekende kusten zoals die van Spanje en Portugal. Misschien wel naar Madeira als de wind gunstig is? En dan door naar de Canarische eilanden, de Kaap Verdische eilanden en dan de overtocht, deze keer naar Suriname. En dan de boot achterlaten op Trinidad en Tobago? 

Tja, dit zou ons droomscenario zijn, maar we zullen moeten afwachten in hoeverre Corona roet in het eten gaat gooien. Zou Engeland tegen die tijd alweer open zijn voor bezoekende jachten? We gaan het zien. Maar hoe dan ook zullen we er een creatieve draai aan gaan geven, het genieten zal er niet minder om zijn.

De vertrekkerskoorts heeft inmiddels toegeslagen. Na een winterperiode waarin we even wat minder met de boot bezig waren en de vrije tijd vooral werd besteed aan vrienden en familie, begin het focus ineens te verschuiven naar Medemblik, waar ons schip in de hal ligt. Pieter, die alweer een paar maanden met pensioen is en daar dik van geniet, is bezig geweest met keuzes maken ten aanzien van de boordelectronica. Ook al deed alles het nog prima, de elektronica was al wel 15 jaar oud. En aangezien we denken dat ons schip de komende tien jaar niet meer terug zal komen in Nederland, hebben we besloten alles maar te gaan vervangen door nieuwe apparatuur van B&G. Dat begint nu binnen te druppelen en kan worden geïnstalleerd.

Afgelopen twee dagen zijn we lekker bezig geweest met trekken van draden, plaatsen van de aardplaat voor de SSB installatie. Er is een groot gat in de romp gemaakt voor de transducer van de forwardlooking sonar; de doorvoer zit stevig op z’n plek, dankzij de hulp van onze stoere Robert. Ik heb twee nieuwe luchthappers op het dek geïnstalleerd, van het merk Air-Only, wat een stuk minder volumineus is dan de oude dorades met RVS beugel eromheen. Natuurlijk kost elke klus meer tijd dan we dachten, maar we zetten elke keer stappen in de goede richting. De kluslijst bestaat nu nog uit anderhalf kantje met acties. Oh ja, wel twee kolommen…..

Thuis liggen ook wat projecten te wachten, planken die moeten worden geschuurd en gelakt. Een drijfboei die moet worden gekit. De piano is inmiddels uitstalplaats voor verf- en lakblikken geworden. Pakketten worden met regelmaat bezorgd en staan in de gang klaar om mee naar de boot te gaan. De achterbak van de auto is een rijdende werkplaats aan het worden. Klusbedrijf Pieter&Monique begint weer op stoom te komen.

We realiseren ons hoe snel de tijd nu voorbij zal vliegen tot aan vertrek. Wie willen we allemaal nog zien? Met welke familieleden willen we graag nog tijd doorbrengen? Gaan we ons huis nou verhuren of niet? Zo wel, dan zullen we actie moeten gaan ondernemen.

Gelukkig is Pieter met pensioen, hoewel zijn week ook behoorlijk gevuld is omdat hij twee dagen als vrijwilliger in de prikstraten van Den Haag en Leiden is gaan werken. Maar hij houdt wel tijd over voor veel regeldingen, terwijl ik aan het werk ben. Afscheid nemen van werk en patiënten kost ook tijd en energie, en dat wil ik graag goed doen. ’s Avonds na een werkdag komt er dan ook niet meer zo heel veel uit m’n handen. Maar gelukkig hebben we altijd weekenden van drie dagen, waarin we weer een goede duw kunnen geven. En als alles volgens schema verloopt, dan gaat de boot over 4 weken te water, en kunnen we lekker aan boord blijven overnachten!! Nu al zin in 🙂

Tevreden kijken we terug op alles wat er al is gedaan om de boot vaarklaar te maken.

Zeilmaker De Vries uit Enkhuizen heeft een prachtige bimini gemaakt met goede zijflappen. Dat zal onze grootste vriend gaan zijn in de tropen. Ook hebben we een nieuwe sprayhood gekregen en de oude tent is opnieuw gestikt. Nieuwe zeilen zijn in de maak. Onze foldable RIB wordt op dit moment geproduceerd. Het is gelukt ons buitenboordmotortje in te ruilen voor een tweetakt 8pk Yamaha. Het onderwaterschip staat weer fraai in de coppercoat. Verstaging en lopend want hebben we in de voorgaande jaren al laten vervangen. Zwemplateau hebben we vorige winter samen erop gezet. Ook hebben we toen de windvaanstuurinrichting gemonteerd, twee grote klussen. Pieter heeft vorige zomer de watermaker in kunnen bouwen. En de Watt&Sea ligt al klaar voor installatie. 

Kleine knutselprojecten zoals het maken van een kruidenrekje en een plankje met gaten op maat, zodat al ons glaswerk rammelvrij op z’n plek blijft staan, geeft veel voldoening.

De RVS-man gaat de zeereling deze maand verlengen zodat we aan iedere zijde twee zonnepanelen krijgen, en ook op het dak van de bimini komen nog twee wegneembare zonnepanelen. Heel veel voorbereidend werk is dus al gedaan, waardoor we nu vooral vertrekkerspret hebben en geen vertrekkers-stress J. We hebben er zo’n zin in, weer die vrijheid te gaan ervaren, het bootjesleven, dicht bij de natuur en de elementen. Hoe leuk zal het zijn onze eerste zelfgevangen vis weer te eten! Kom maar op, avontuur, wij zorgen dat we er klaar voor zijn!!

Zelf aangebracht zwemplateau met uittrek-zwemtrapje
Zomer 2020: Hydrovane en zwemplateau zitten al op hun plek. Nu de Watt&Sea er nog bij en de buitenboordmotor