Een week vol dierbare momenten

Voor we wegvaren uit Sables d’Olonne nog even gezellig op de koffie bij Jan Willem en Renée op hun Iskander. Omdat ze aan de L-pontoon liggen, zien we ook de racemonsters van de Vendée Globe die daar afgemeerd liggen nog even van dichtbij. Om half twaalf varen we uit, zin om weer de zee op te gaan na 6 nachten in deze haven door ons binnenlandse avontuur. Het doel van vandaag is Île de Ré, een tocht van circa 30 mijl over een woelige zee. We komen midden in een veld van een internationale zeilwedstrijd terecht, gaaf om al die solozeilers in hun kleine racers van dichtbij te zien.

Aankomst bij de haven op Île de Ré vonden we wel spannend, omdat het er droogvalt bij laagwater en we benieuwd zijn hoeveel water er onder de kiel zal staan als we rond hoog water binnenvaren. Zodra de sluis van de haven opengaat, zijn wij de eersten die naar binnenvaren. We kunnen prima langs de kade afmeren van de op dat moment rustige haven van St. Martin. Even later liggen er vier boten tegen ons afgemeerd en de dag erna wordt de rest van de havenkom afgevuld met schepen. De havenkom ligt midden in het levendige en toeristische stadje, waar de terrassen vol zitten, er life muziek klinkt en waar een megagrote ijswinkel is met meer dan 50 smaken ijs!

Hoe bezoek je Île de Ré? Op de fiets! Iedereen lijkt er een fiets te huren om het eiland rond te fietsen, we rijden dus regelmatig in een kolonne van toeristen. Maar de schoonheid van het gebied ontgaat ons niet. Overal zoutpannen, uitbundige bloemenpracht en talrijke vogels. Langs de kust vele oesterbedden met ter plekke kleine uitspanningen waar je ze kan proeven. Die kans laten we niet onbenut en we spoelen de zeevruchten weg met een lokaal glas witte wijn. Leuk, zeker ook omdat we langs vele wijngaarden fietsen.

Als we die avond tevreden in onze kuip zitten, komt de Duitse Doris zich voorstellen: Hallo Malö, zegt ze. Ze blijkt samen met Peter een Malö 39 classic te bezitten. We zagen hun boot al eerder liggen bij île d’Houat, maar ze waren al weg voordat we ze konden opzoeken. Extra leuk dat ze nu in St. Martin blijken te liggen, als laatste boot in het rijtje wat tegen ons aan ligt. Het voelt meteen goed als we met haar praten en we nodigen haar uit aan boord. Peter staat aan dek en ook hij wordt gewenkt. Voor we het weten zijn we volop in gesprek over onze vergelijkbare boten, alle handigheidjes en snufjes, we wisselen wetenswaardigheden uit en de fles rosé lijkt zomaar te verdampen. Dan een rondleiding op hun schip en pas ver na middernacht liggen we in bed. Het voelt alsof we nieuwe vrienden hebben ontmoet!

De volgende ochtend willen we om 9 uur vertrekken. Daarvoor moeten alle buren dus plaatsmaken, terwijl in de rijen voor en achter ons geen beweging komt. Kleine uitdaging om als laatste van de rij weg te komen uit zo’n nauw gat, maar het gaat zo perfect, dat ik er een uur later nog trots over loop te stuiteren 🙂

We varen naar La Rochelle waar we een plek krijgen in port des Minimes, een haven met bijna 5000 ligplekken, in zo’n grote jachthaven waren we nog niet eerder. We nemen meteen de elektrische veerpont naar de stad; een emotioneel moment als we tussen de twee prachtige torens de oude binnenstad invaren. Deze view kenden we al….. ruim 17 jaar geleden zagen we deze torens al eens, weliswaar door een extreem roze bril, tijdens ons eerste romantische weekendje samen weg, sweet memories. Dat herdenken we tijdens een lunch vlakbij de torens, bij visgerechten en een half flesje Pouilly-fumé. 

Weer aan boord maken we alles netjes, want vanavond komt onze gast! Clémence heeft tot half acht ’s avonds gewerkt en rond 20 uur is ze in de auto gestapt in Cap Breton, om ruim drie en half uur later aan te komen bij onze haven. Weer een fijn weerzien, waarbij ze ons verrast met een grote doos Baskische lekkernijen die worden verkocht in de boutique waar ze werkt. Ze heeft ook gesealde plakjes ham meegenomen, Bellota, Curado en Pata Negra, waar toeristen blijkbaar vet geld voor neerleggen. Echte delicatessen!

Jammer genoeg zijn de weersverwachtingen voor dit weekend niet ideaal. Weinig wind in de ochtend en als de wind aantrekt vanuit de verkeerde hoek, lastig om een leuke en beschutte ankerplek te vinden. We willen Clémence graag een nautische ervaring geven, en een nacht voor anker hoort daar wel bij. We zeilen verder wel lekker, komen langs het bekende fort Boyard waar de bekende televisieserie wordt opgenomen. Uiteindelijk gaan we voor anker vlakbij Boyardville, wat op Île d’Oléron ligt, met uitzicht op fort Boyard.

We liggen veilig vast, maar de zee is meer choppy dan we hadden gehoopt. Wij zitten er meer mee dan Clémence, die alles prachtig vindt en geen last van zeeziekte blijkt te hebben. Clémence en ik hebben fijne gesprekken op het voordek; herinneringen worden opgehaald, emoties worden gedeeld en gaten in het geheugen worden weer opgevuld. Zo dierbaar, zo dichtbij. Pieter zorgt goed voor ons en verzorgt die avond een heerlijke barbecue.

Zondagochtend begint met een zwemmetje in zonlicht, daarna een dinghytocht naar het dorpje en in de middag gaan we weer terug naar la Rochelle. Samen zwaaien we die kleine, dappere, verstandige en zeer zelfstandige dame uit, die ik trots mijn kleine zusje kan noemen!

Na zo’n emotioneel afscheid is er geen betere remedie dan de gezelligheid aan boord van de Scheer! Harrie en Roosje liggen er ook!! Vlak voordat we Clémence uit gingen zwaaien belde Harrie op. Pieter zei dat we even weinig tijd hadden, maar dat we terug zouden bellen. Hij hoorde al wel, dat Harrie ergens mee zat. Ze bleken een motorprobleem te hebben aan boord. Meteen schiet mijn analytische Pieter in zijn neurologen-modus, stelt een paar vragen, denkt na, en duikt met Harrie het motorruim in.

Terwijl Roos en ik verhalen delen en heel wat aflachen, wordt onderdeks de diagnose gesteld: de startaccu is overleden. Nou, dat is oplosbaar! Harrie is zichtbaar opgelucht. Dit moet worden gevierd. Prompt komt hij naar boven met een schaal vol oesters, wat perfect past bij de fles witte wijn die inmiddels al open is gegaan en dat om half vijf ’s middags. We hebben het weer beregezellig samen; wat fijn toch om zulke vertrouwde vrienden te treffen. En zoals Roos al zei: we zien elkaar niet vaak, maar het voelt gewoon hartstikke goed!

Die avond nog zoek ik contact met Maxime. Max is de oudste zoon van de Barrots en woont op zo’n anderhalf uur rijden van La Rochelle vandaan, ergens in de binnenlanden van de Poitou-Charente. Hij heeft maandagavond tijd voor ons. Meteen bel ik Monique Poupet op. Ze neemt op en als ze doorheeft wie ik ben en wat ik vraag, volgt een explosie van enthousiasme en we worden prompt uitgenodigd voor de lunch op maandagmiddag.

Als ik ophang, regelen we meteen een huurauto voor de dag erna. We kijken elkaar aan: jeetje, zo rollen we wel van de ene in de andere ontmoeting! Maar ergens ook goed om dit zo snel te plannen, want we willen ook weer verder, de sprong over de golf van Biskaje gaan maken, Spanje roept! 

Maandagochtend halen we onze knaloranje Twingo op, hihi, wat een bizar koekblikje, maar hij blijkt nog lekker te rijden ook. Zonder problemen rijden we naar Sanxay, het dorp waar ik al die jaren kwam, omdat familie Barrot er woonde. We worden allerhartelijkst ontvangen bij Michel en Monique. Michel was de oude burgemeester van het dorp en hij was een hele goede vriend van Marie Christine. Inmiddels is hij 85 en zij 86 jaar maar still going strong. Ze vinden het fantastisch dat we hen bezoeken en alles wordt uit de kast gehaald. Eerst gaat er een mooie fles champagne open en als later als hoofdgerecht de eendenborst op tafel komt, wordt er een St. Emillion Grand Cru opengetrokken. We hebben een gezellige middag en blijven veel langer hangen dan gedacht, genoeg verhalen om te delen met elkaar. 

Daarna rijden we naar Forzon. Heerlijk om die lange oprijlaan weer eens op te rijden en dan dat mooie huis te zien opdoemen. De nieuwe eigenaren hebben hard gewerkt, alle kozijnen zijn vervangen en alle ruiten zijn weer heel. Ook zit er een nieuw dak op de schuur. Ik maak wat foto’s voor de familie en dan rijden we naar Maxime en Virginie, die haast nog meer in de middle of nowhere wonen dan Sylvain. Ze blijken een prachtig en creatief huis te bezitten met mooi verwilderde tuin en geweldig uitzicht op heuvels en weide met schapen. Ook hier is de ontvangst weer fijn! Na de rondleiding maken we een flinke wandeling en eten we samen. Wat fijn toch om te weten waar twee van de zonen terecht zijn gekomen en me nu een voorstelling te kunnen maken van hun levens. En te weten dat we áltijd weer welkom zijn om terug te komen. De tijd gaat veel te snel en het is zo tien uur, tijd om te gaan. Om middernacht komen we aan bij de boot, ook weer fijn om thuis te zijn.

Dinsdag brengen we de auto onbeschadigd terug. We bezoeken nog wel het maritiem museum waar we ruim drie uur in ronddolen. Moe komen we thuis, moe van alle indrukken, van alle intense ontmoetingen, vol van alles wat we in de afgelopen 10 dagen hebben meegemaakt. Voorlopig willen we even niets meer, rust om ons heen, even cocoonen. Lekker samen zijn, beetje varen, even niets meer plannen. Omdat er vies weer aan zit te komen met regen en vooral flink veel wind, gaan we woensdag 4 augustus op pad: we zeilen naar de entree van de rivier de Charente en gaan de rivier op met alleen de genua uit. We vinden 10 mijl stroomopwaarts een mooring bij het dorpje Soubise waar we de boot aan vastmaken. Inmiddels is de wind opgestoken, en de wolken pakken dichter samen. De kuiptent staat, alles is dichtgeritst. Wij zitten lekker binnen en niets kan ons deren. Even stilte, verder even niets. Even alleen met alle mooie herinneringen aan boord van ons heerlijke comfortabele schip.