Reis naar Suriname, dag 8 en 9

Dag 8, 3 januari: Nieuwe maan en weer een mooie sterrenhemel. Leuk om met Starwalk erbij steeds meer namen van sterren en sterrenbeelden te leren kennen. Met ons wachtsysteem van 3 uur op, 3 uur af vliegt de nacht voorbij. Grappig hoe je kan wennen aan onderbroken nachtrust en je overdag toch fit kan voelen. Weer een behoorlijk zonnige dag. We wekken genoeg energie op om de watermaker ruim drie uur te laten draaien en genieten van een douchebeurt achterop het dek. Mariette is jarig, Pieters moeder, ze is 91 jaar geworden; fijn om haar te kunnen bellen en te feliciteren! Overdag gemiddeld rond de 18 knopen wind, geen bijzonderheden. We zien al een paar dagen meer wind aankomen rond het einde van onze reis en zinnen op een alternatief plan. Zoals het er nu uitziet komen we midden in de nacht aan bij de monding van de Paramariborivier waar het erg ondiep is. We zien dit niet zitten bij harde wind, gaan de zeeën er breken? We vinden er geen informatie over in onze digitale pilot. Vandaag hakken we de knoop door: we gaan een stop maken bij de îles de Salut voor de kust van Frans-Guyana. We blijven er een dagje, laten de harde wind passeren en varen de laatste 24 uur naar de aankomstplek zodat we bij ochtendlicht bij de riviermonding aankomen en meteen de  rivier opvaren. We zullen dan nog 37 mijl moeten motoren voordat we bij Marina Waterland aankomen, iets voorbij Paramaribo.
We verwachten vrijdagochtend ons anker te laten vallen bij de Îles du Salut.
Bij de dienstwissel om 22uur, schiet de stuurautomaat ineens op standby en loeven we enorm op. Na herstel van de koers hebben we een hinderlijke kraak bij de mastvoet die door heel de boot resoneert. We slapen er slecht van.

Dag 9, 4 januari: De nacht was wat onrustig. De eerste twee buien vlakbij, ik kon wat spatjes ervan voelen. We naderen de ITCZ, de intertropische convergentiezone, waar het risico op buien, onweer maar ook windstilte toeneemt. Dat laatste is niet aan de orde, wij verwachten juist wat meer wind, maar we ontkomen niet aan een paar natte dagen met misschien ook wat onweer. Voordeel ervan is, dat ons schip grondig kan worden schoongespoeld door het hemelwater, want het zit van masttop tot dek overal onder een laagje geelbruin Saharazand, op alle vallen en stagen, in alle lieren en dekbeslag, op de zeilen en bimini. Dus kom maar op met die hemeldouche. Dat onweer mag thuisblijven van ons….
Zojuist zijn we even gegijpt, als proef, om te kijken of die hinderlijke kraak zou verdwijnen. En oef, inderdaad, we genieten van de relatieve stilte aan boord. Het was trouwens de eerste keer sinds 30 december dat we iets veranderden aan de stand van de zeilen, wat reven daargelaten. Heerlijk, dat luie oceaanzeilen! Pieter leest zometeen zijn boek uit, ik ben bezig met n luisterboek, en we eten meer dan lekker aan boord. Tot nu toe geen reden om te klagen! Zo de vislijn maar weer eens uitgooien.
Inmiddels eind van de dag. We hebben weer een mahimahi binnenboord gehaald. We hebben via de satelliettelefoon regelmatig contact met andere boten die ook onderweg zijn. 1 heeft een spi-boom kapotgevaren, de ander heeft problemen met de accu’s. Een crew is zeeziek en heeft enorm last van de swell. Iemand vraagt ons of we weergegevens kunnen opzoeken voor hun positie en doorgeven graag, wat hen lukt dit zelf niet meer. Wat zijn we dan blij dat wij deze tocht geen enkel probleem ondervinden, behalve wat drijvend wier in de propeller. Nu varen we in het holst van de nacht bij 20-22 knopen wind, geen buien in de buurt. Met stroom mee gaan we als een speer. Dagafstand: 166 nM.