Guadeloupe met Theo en Brigitte

De voorpret begon met een boekje in de brievenbus van wandelingen op Guadeloupe. Hoewel we geen van beiden Frans goed kunnen lezen, spraken de plaatjes voor zich. Het boekje zag er veel belovend uit! Hoe meer de vertrekdatum naderde, hoe meer pakjes werden afgeleverd … (uhh…..we nemen alleen handbagage mee, hè!) 

Met het ijs op de ruiten van auto’s vertrekken we op 1 maart naar Schiphol. Uiteraard moeten beide koffertjes open bij de beveiliging: de yoghurtpoeder moet door de drugscontrole en de ‘bommen’ (kleine elektrische pompjes) die we voor een collega-boot mee hebben, trekken ook aandacht. Met een kleine vertraging komen we zo’n zestien uur later aan in Pointe-à-Pitre. Pieter en Monique wachten ons op in de Marina en met zijn vieren, de koffers en vers stokbrood gaat de laatste etappe met de dinghy naar de Mahi mahi. De lange broek en vest gaan uit en onder een prachtige sterrenhemel proosten we op het begin van de vakantie! 

Na de eerste plons in heerlijk warm water en een ontbijt zeilen we donderdag naar Îles des Saintes, een eilandengroep onder Guadeloupe. Onderweg vallen de grote velden Sargassowier op. Een soort wier wat op de zee drijft en uiteindelijk aan de stranden aanspoelt. Volgens Pieter is dat een toenemend probleem op de zee en zien zij dat de laatste jaren in toenemende mate. Bij Terre-des-Haut, het plaatsje, is geen vrije mooring buoy en ankeren we.

Daar krijgen we de eerste ervaring met de prachtige onderwaterwereld. Voor Theo is een snorkelmasker aangeschaft, waarin de meegebrachte min-6 glazen passen. Met wat coaching van Pieter en steun van de dinghy snorkelt ook Theo! We genieten van zoveel mooi gekleurde vissen. De collega-boot komt de ‘bommen’ halen en de volgende ochtend, vrijdag, nemen wij hun boei over. We brengen het vuil weg, bezoeken het fort van Napoleon en slenteren door het toeristische stadje. In de namiddag snorkelen we bij Anse du Pain de Sucre – een opvallende rotsformatie. Met windje mee kayakken Monique en ik er heen. Terug beuken Theo en ik tegen de wind in. Pittig tochtje, maar superleuk in die kayak!

We zijn onder de indruk van alle luxe aan boord. Als wadvaarders kennen we de ongemakken van weinig drinkwater en elektriciteit, ongemakkelijk zitten en een haperende koelkast. Maar hier is alles tiptop aanwezig. Na het zwemmen, douche je met zoet water, er zijn kussens in soorten en maten, en er is koud bier en wijn! Omdat bij de BBQ een stokbroodje lekker is, varen Monique en ik nog even naar de kant. Blijken ze daar toch lekker ijs te hebben! (Of was het andersom …)
Op zaterdag beginnen we de dag met een wandeling uit het boekje. Een lunch aan boord, bellen met ‘oma’, de kwalificatie van Max, wateractiviteiten, en voor we het weten is het avond. Op zondag ontbijten we met verse croissants en varen we naar Grande Baie Terre-de-Bas. We ankeren in deze baai, maar liggen onduidelijk te draaien.

Met een hekanker liggen we beter. Een primeur! Pieter en Monique kijken naar Max en wij snorkelen. We zien op de rotsen leguanen. De eerste van dit jaar voor Pieter en Monique! De volgende dag, maandag, maken we de tweede wandeling uit het boekje. Een verrassend mooie wandeling, eerst langs de kust, daarna de berg op. Best een pittige wandeling, over stenen en rotsblokken. Veel in de schaduw van de begroeiing. De grootste verrassing voor ons was dat bij de eerste pauze Monique trakteerde op koffie uit de rugtas! Maar ook de slang die we tegenkwamen was weer een primeur. Weer aangekomen in het dorpje was een Floup (waterijsje) de beloning. Gezien de weersverwachting (weinig wind uit het noordwesten) vertrekken we die middag nog naar Basse-Terre, de hoofdstad van Guadeloupe. Prachtige zeilmiddag gehad, helaas zonder dolfijnen of vis aan de haak, maar je kan niet alles hebben. De kust is niet aantrekkelijk genoeg om aan wal te stappen en we worden getrakteerd op een sundowner. Een nieuw begrip voor ons dat we zeker aan ons vocabulaire gaan toevoegen. De zonsondergang is prachtig, maar de zon valt weg achter de bewolking. Monique tovert een pittige, ja echt pittige, curry uit de keuken, waardoor we de week markeren als een pittige week.

Op dinsdag zeilen we naar de Malendure-baai bij Îlets Pigeon. Onderweg doet de watermaker zijn werk, en blijft de vislijn alleen Sargasso vangen. We letten even niet op en varen over een vislijn tussen twee kleine boeitjes heen. Geen paniek. Zeilen snel intrekken, en Pieter springt over boord en heeft in no time de lijn onder het roer uit.

Weer een primeur! We ankeren in een prachtige baai, blazen de kayak op (deze keer bemenst door Monique en Theo) en binnen een uur snorkelen we bij de eilandjes. Hoe vaker je snorkelt, hoe meer je ziet, en de aanwijzingen van Pieter en Monique helpen om de meest bijzondere dingen te zien. Ze zijn super enthousiast als ik een octopus aanwijs. Ik was me er niet van bewust dat deze niet zo vaak te zien zijn, maar we hebben dus weer een primeur. Moe en voldaan gaan we terug naar de boot. De zonsondergang is deze avond prachtig, en bekijken we vanaf de kant. Dit is zoals ik me het Carib had voorgesteld. Wij ‘koken’ vanavond en dat betekent uit eten in een restaurant dat gebouwd is rond een boom, met uitzicht op de zee. Jammer dat we geen plek meer hebben voor een toetje. 

Woensdagmorgen zien we vissers vlakbij de boot in actie: twee bootjes, ingewikkeld met een lange lijn die in een cirkel in het water ligt, en een staand net dat met de hand naar binnen wordt getrokken. Na zoveel dagen raken voorraden op en Pieter en Monique doen boodschappen. Grappig dat je dat je dan niet Googled waar een winkel is, maar in de pilot opzoekt waar je met je dinghy makkelijk aanlegt om boodschappen te doen. Ondertussen snorkelen wij aan de rand van de baai. De diversiteit aan vissen is hier zo mogelijk nog groter dan iets verderop bij de Îlets Pigeon. Ook het koraal is hier erg mooi. Ook ik spot hersenkoraal, een zwemmende schildpad, een trompetvis, en andere prachtige vissen. Na de lunch verplaatsen we ons op de motor zuidwaarts naar de baai Bain Chaud de Bouillante. De naam van die baai is niet voor niets! De baai wordt opgewarmd door vulkanische warmte, een geothermische centrale maakt er eerst elektriciteit van. Uiteraard proberen we dit uit. Een vreemde ervaring. De bovenlaag van het water is warm, tot 38 graden, en daaronder is het de normale temperatuur. Het is heerlijk ontspannend om op het warme laagje te drijven. Het stinkt een beetje naar zwavel. Wederom een prachtige zonsondergang al missen we wat eilandjes op de voorgrond. 

Donderdag gaan we naar het plaatsje, bezoeken het voetbalstation en de begraafplaats, doen boodschappen, Monique maakt 9 euro winst op de aankoop van een jurkje, en we zien de visser zijn eerder gevangen vis verkopen. Nog even zwemmen in het warme water. Ik voor het eerst op een paddle board. We snorkelen bij een rotseilandje. De helderheid van het water valt hier tegen (verwende nesten …) maar het hertengeweikoraal is echt prachtig. Helaas blijkt de kayak lek. Dat is een forse tegenvaller en het is ingewikkeld om te reclameren als je de kayak hebt gekocht op Tenerife en nu niet dichtbij een winkel bent. Pieter doet een vergelijkend warenonderzoek bij klantenservice-medewerkers in verschillende landen en die van Martinique wint. Hopen dat het nog onder de garantie valt. 

Volgens Monique hebben wij een unieke week wat het weer betreft. Weinig wind, bijna iedere dag onbewolkt en geen druppel regen. We verkassen weer terug naar de baai bij de Îlets Pigeon. We kunnen zeilen, want we hebben geen haast! 

Op vrijdag zien we de eerste donkere wolk waar zelfs een paar drupjes uit vallen. We zeilen met NNW-wind naar het noordelijk gelegen Deshaies! Daarmee laten we de Mahi mahi vaker overstag gaan dan de Déesse tijdens de wereldreis van drie jaar! We ankeren in de baai voor het dorpje op een plek waar we verwachten het minst last te hebben van de deining. De deining slaat stuk tegen de kade van het dorpje en tegen de dinghy-steiger. Gelukkig hebben we inmiddels ervaring met in‑ en uitstappen! Door de kracht van het water zijn de planken van de steiger losgekomen. Eenmaal op de steiger is het een uitdaging veilig aan de wal te komen. We ontdekken het leuke dorpje en hebben een heerlijke maaltijd in een restaurantje met uitzicht op zee. 

En dan is het alweer de laatste dag! We bezoeken de botanische tuin, nemen een laatste duik in het heerlijke water en nemen afscheid van de boot, het water, de heerlijke temperatuur, maar vooral ook van onze geweldige gastheer en gastvrouw. Die mooie natuur, de manier van leven, de gezelligheid, de vertrouwdheid en verwennerij zijn niet in foto’s te vatten. Die bewaren we in ons hartje. Zondagmiddag 12 maart zijn we terug in het koude Nederland.

Dominica in vogelvlucht

Dinsdag 21 februari maken we de Red Devils Parade mee in Fort de France, een carnavalsfeest om niet snel meer te vergeten. Het thema is zwartrood en vrijwel iedereen op straat draagt die kleuren. We beleven deze dag samen met 8 Nederlandse crews, hartstikke gezellig. Leuk om weer een boel boten om ons heen te hebben die we kennen.

Na zoveel weken op Martinique is het ook echt tijd om te gaan. Op woensdag varen we om 7 uur de baai uit, droppen ons anker nog even bij St.Pierre om snel uit te klaren en varen daarna als een speer bij 18-21 knopen wind naar Dominica, waar we rond 16 uur een mooring oppikken bij de hoofdstad Roseau.

De dag erna klaren we in en kopen prachtige groenten in de lokale supermarkt. ’s Middags op excursie met eigen dinghy; we varen naar Champagne-reef. Het woord zegt het al: we snorkelen boven het rif waar op talloze plekken uit de bodem luchtbelletjes omhoog borrelen, alsof je in een grote coup champagne zwemt, een bijzonder fenomeen.

Dominica heeft nog veel vulkanische activiteit, er is bijvoorbeeld het een na grootste boiling lake ter wereld. Maar dat bezoeken we volgende keer, als we meer tijd hebben en als Pieter weer goede wandelschoenen heeft. Want vorige week vielen plots de zolen van allebei zijn schoenen af, van het een op het andere moment. De hoge temperaturen aan boord geven we hier de schuld van. Maar we gaan nog wel 1 dag erop uit: Oda van de Off Course is jarig en nodigt ons uit om samen met hen een dag op pad te gaan met een huurauto, hartstikke leuk! De huurauto blijkt toch niet beschikbaar, maar ze weet een andere driver te vinden, die ons heel de dag rondrijdt: we zwemmen in koud (!) zoetwater door een diepe spelonk naar een indrukwekkende waterval. We zien een zoetwater-meer op hoogte. Maar het meest spectaculair vinden we de Trafalgarfalls, twee watervallen naast elkaar, de vader en de moeder genaamd. We klimmen en klauteren een flink eind omhoog langs de linker waterval en dan komen we bij een poel, waarin zowel koud regenwater vanuit de waterval als heet vulkanisch water uit de rotsen samenkomen. Geweldig!!! Soms zit je met je rug in een hete straal van 39 graden en dan koel je weer af in het frisse water van de poel. We genieten enorm van deze bijzondere ervaring en hebben de poel voor ons vijfjes alleen in prachtig namiddaglicht in een indrukwekkend mooie omgeving, een kadootje!! Met een barbecue bij ons aan boord besluiten we deze geslaagde dag.

Dan varen we naar het noordelijk gelegen Portmouth waar we ons anker laten vallen vlak bij de entree van de Indian River. Om 7 uur in de ochtend varen we in stilte met onze tweepersoonskayak de rivier op. Strakblauwe lucht, windstil, ochtendzonnetje erbij. We verkennen de drie takken van de rivier tot we niet verder kunnen en verbazen ons over de mooie wortels van de tropische bomen en wanen ons in een soort paradijs. Tot 8.15 peddelen we rond en komen niemand tegen. De rest van de dag geniet ik na van dit mooie avontuur terwijl Pieter zit te zwoegen op zijn theorie examen van zijn Royal Yachtmaster cursus. Met succes, want ’s avonds hoort hij dat hij is geslaagd voor de eerste twee onderdelen!

Op dinsdag 28 februari varen we rond 8 uur weg van Dominica. 8 uurtjes later, alles zeilend gedaan, komen we aan bij Pointe à Pitre, Guadeloupe, waar we een mooring oppikken. We hebben nog mooi 1 dag de tijd om de was te doen, boodschappen te halen en de boot klaar te maken voor de ontvangst van Theo en Brigitte die de dag erna om 20 uur ’s avonds bij ons aankomen. We zitten klaar bij de entree van de haven als ze er door een taxi worden afgezet. Na een fijn weerzien is het leuk om ze in de dinghy te laden en het donker in te varen, richting Mahi mahi die een eind verderop op ons ligt te wachten.

Benieuwd naar de avonturen die we met ons bezoek hebben beleefd? Binnenkort volgt een verslag hiervan, wat door henzelf zal worden geschreven. Maar alvast verklappen: we hadden 10 mooie dagen samen!

Een andere kijk op Martinique

Na de “wandelvierdaagse” gunnen we onszelf even wat rust en sociale gezelligheid op de ankerplek bij St. Anne. Leuk om steeds meer Nederlandse boten te ontmoeten, nu ook de vertrekkerslichting van 2022 in de Carieb is aangekomen. Martinique is al weken in de carnavals-voorpret en met meerdere crews gaan we kijken naar een optocht op de kant en de verkiezing van de koningin van het carnaval, wat met veel pracht en praal gepaard gaat in een vrolijke sfeer.

Ik realiseer me hoe anders dit zeilseizoen is, dan alle vorige keren. Omdat we hebben besloten in de oostelijke Carieb te blijven, is ons vaargebied niet zo groot. Van het zuidelijkste punt Trinidad tot de meest noordelijke bestemming van dit jaar, Barbuda, zit maar 500 zeemijl. Daarin liggen zo’n 7 grote eilanden en een handvol kleintjes. Alles is in een dag te bezeilen. We hebben dan ook geen enkele nacht op zee doorgebracht, pas 7 keer een lange dagtocht gezeild en een tiental kleinere tochten gemaakt van enkele uren, van baai naar baai. We zeilen dus veel minder dan anders en zijn op de meeste plekken veel langer dan we eerder gewend waren. Hierdoor is er een soort rust ontstaan, waar we zeker in het begin een beetje aan moesten wennen, ik meer dan Pieter. Ik had er last van me wat nutteloos te voelen, door gewoon aan boord te “zijn”, te genieten van het leven maar zonder grote (reis)doelen. De eerste maanden liep ik hierdoor wat met m’n ziel onder de arm, tot ik me wat serieuzer op de studie Spaans ging richten en meer interessante boeken ging lezen, waardoor ik het gevoel had mezelf wat te ontwikkelen. Pieter kan dit van nature veel beter, gewoon ZIJN zonder doel en daarmee prima tevreden zijn. 

Een voordeel van dit rustigere tempo is dat we de plekken die we aandoen veel beter leren kennen. We kennen de plaatselijke groentevrouw en het bakkertje vaak bij voornaam en in het stamcafé weten ze precies wat we willen drinken aan het eind van de dag. We hebben meer contact met de lokale bevolking en meer tijd om te verkennen. We wandelen veel, ontdekken meer plekjes vanuit de dinghy en gaan vaker op onderzoek uit, soms met een huurauto. We verdiepen ons meer in de achtergrond van een eiland en z’n cultuur, waar we op eerdere reizen minder goed aan toekwamen. De boot is meer ons huis geworden dan ons vervoersmiddel, en ik merk dat ik het zeilen een beetje begin te verleren; ik ben vaker bang aan boord, heb meer last van de heftigheid van de elementen. Vooral windvlagen rondom de kapen waardoor de boot plots heel schuin gaat vind ik eng, iets wat ik me van eerder niet zo herinner. Gelukkig is Pieter altijd de rots in de branding en nog steeds in zijn element op de boot. Ik ben vaak de drijvende kracht achter het ondernemen van andere dingen, ik heb de behoefte soms de boot even de boot te laten en samen op pad te gaan. Zo hebben we het plan opgevat om en weekje “op vakantie” te gaan op Martinique om het land eens vanaf de binnenkant te leren kennen en zo geschiede: we leggen de boot voor een week aan een mooring van de haven en gaan er met huurauto op uit, waarbij we overnachtingen regelen via airB&B. En samengevat: we hadden een heerlijke week! Even een andere omgeving, andere overnachtingsplekken, het gemak van een auto, de luxe van staand douchen in een huis. We hadden een beetje pech met het weer, het regende bovengemiddeld veel waardoor de wandelingen rond de Mont Pelée niet gemaakt konden worden. Maar daar kwamen leuke andere dingen voor in de plaats, zoals een bezoek aan het bananenmuseum, botanische tuinen, het vulkaanmuseum waar we een uur durende film zagen over de ramp van 1902, toen in 1 klap heel de stad Sainte Pierre werd weggevaagd door een pyroklastische uitbraak van de Mont Pelée met 30.000 doden als gevolg en slechts 2 overlevenden.

Al met al hebben we die week 6 wandelingen gemaakt, waarvan de meest bijzondere op de laatste dag, bij prachtig weer: van Grand Rivière naar Le Prêcheur, een 5 uur durende tocht dwars door het tropische regenwoud. En dan weer terug naar de beginplek met een ruig boottochtje. We vonden het ook zo leuk om op 4 verschillende plekken te overnachten, elk met een eigen sfeer. Soms bij mensen in huis, waarbij we een eigen kamer hadden, maar de algemene ruimtes moesten delen met de gezinsleden. 1x hadden we een eigen appartement, 1 keer sliepen we midden op een bananenplantage in een oud-koloniaal huis met een prachtige sfeer. Een prima manier om meer in contact te komen met de lokale bevolking! De laatste verhuurder vertelde enthousiast over carnaval en natuurlijk gingen ook zij die avond in het nabijgelegen stadje naar de optocht kijken, een week voor het echte grote feest. Grappig om te zien, dat dit eiland al een maand in de ban van carnaval is. We zijn inmiddels wel heel erg nieuwsgierig geworden naar het spektakel en besluiten te blijven tot na Mardi Gras, waarop de grote parade plaatsvindt.

Na zo’n week over land is het weer extra fijn om aan boord te zijn. We hebben nog een paar gezellige dagen bij St. Anne en varen dan via een andere baai naar de hoofdstad, Fort de France, waar we ons anker op de eerste rang laten vallen. We hebben een prachtplek en zijn er klaar voor, laat dat carnaval maar losbarsten. De dagen erna stroomt heel de baai vol met schepen, iedereen probeert een plekje te vinden, en niet iedereen slaagt daarin, zo vol is het inmiddels. En dan is het zaterdag de 18de, de eerste parade vindt plaats waarbij de koninginnen worden getoond. Nou, we vinden het al prachtig terwijl dit alleen nog maar een voorproefje is. Op zondag de 19de zindert heel de stad, overal horen we muziek en tromgeroffel en om 15 uur begint le grand parade: een geweldig feest barst los en iedereen is prachtig verkleed, niet alleen de mensen in de stoet, maar ook al het publiek. Thema is multi-color, en er is niemand te zien die er saai uitziet. Zo, ze weten er hier wel een feestje van te maken. Erg leuk om dit samen te beleven met de Nederlandse crews van Sirena, Tjoba en RebelRebel. Inmiddels is het alweer 16 uur op maandag en de volgende parade is alweer begonnen, nu met als thema travestie: we stappen zo in de bijboot om onze ogen weer uit te gaan kijken. Morgen de klap op de vuurpijl met de grote Rode Duivels parade en daarna wordt het tijd dat we Martinique gaan verlaten. Tjonge, we zijn dan 5 weken op dit eiland geweest, dat hadden we van tevoren niet gedacht. Wat hebben we dit eiland op een andere manier leren kennen, weer heel wat ervaringen rijker.

De komende maand heeft ook veel leuks in petto: eerst een weekje genieten van de natuurpracht van Dominica, dan naar Guadeloupe waar Theo&Brigitte een dag of 10 met ons meevaren aan boord. Dan door naar Antigua waar Mieke komt aanmonsteren en we samen de schoonheid van Barbuda gaan ontdekken. En na haar bezoek wordt het voor ons weer tijd om het steven naar het zuiden te richten en terug te varen naar Trinidad waar de boot op de kant zal gaan voor 6 maanden. We hebben inmiddels de vluchten naar huis alweer geboekt, 17 mei gaat dit mooie half jaar worden afgerond en begint een nieuwe fase in Nederland!

Ineens weer terug in “Europa”.

Vandaag is het 16 januari 2023. Oud&Nieuw ligt alweer even achter ons. We hebben het vorige jaar uiteindelijk met z’n tweetjes uitgeluid, met champagne en een zelfgebakken oliebollenbrood, wat precies hetzelfde smaakte als onze klassieke bollen in eigen land. Om eerlijk te zijn, we lagen om tien uur ‘s avonds al in ons nestje, de feestjes op de kant waren niet leuk genoeg, zonder bekenden om ons heen. Maar om middernacht werden we wakker geknald met een prachtig vuurwerk; twee jaar lang was het er niet van gekomen door Covid, dus daarom was het nu extra groots aangepakt. Kosten noch moeite werden gespaard!

Het nieuwe jaar zijn we rustig begonnen. We zijn tot 7 januari in de baai van kleurrijk Bequia gebleven en kwamen de tijd prima door met lekker lezen, flinke wandelingen, een goede netflix-serie en gezelligheid met de relaxde crew van de Off Course, die al 5 jaar aan het zeilen zijn, samen met hun bijna 6 jarige Jasper aan boord, een schatje!

Zaterdag 7 januari is er een mooi weerwindow om naar het noorden te varen. We laten het grootste eiland van de Grenadines (Saint Vincent) rechts liggen, aan stuurboord, en varen in 1x door naar Saint Lucia. Nog nooit zijn we hier gestopt op eerdere reizen, maar nu hebben we er de tijd voor. Leuk, een nieuwe bestemming! De tocht tussen de twee grote eilanden is best pittig, met koppige golven en flinke windvlagen onder een loodgrijze lucht. Het enige lichtpuntje is de vangst van een serieuze mahimahi, 3.2 kgr blijkt later als we hem wegen. We eten er wel 5 keer van in de week erna.

De aankomst bij St.Lucia is indrukwekkend: hoge bergtoppen priemen door de nevelige lucht, het blijken de twee Pitons te zijn, de grootste is bijna 800 meter hoog, de kleinere 750 meter. We vinden precies tussen die twee bergen in een vrije mooring in het marine park. Dit betekent dat het beschermd gebied is, ankeren is verboden omdat daardoor het koraal kan beschadigen. ’s Avonds komen de park rangers langs om het mooring-geld te innen, 18 euro per nacht. Nou, dat is het ons dubbel en dik waard: wauw, wat een prachtige plek!! We liggen op nog geen 50 meter van de kust, links en rechts van ons steken de hoge bergen de lucht in, weelderig tropisch begroeid. We krijgen er geen genoeg van om om ons heen te kijken vanuit kuip of voordek.

Saint Lucia is een vulkanisch actief eiland, wat je ruikt doordat regelmatig een zwavellucht langstrekt. We lezen dat je er mooi kan wandelen en vulkanische fenomenen kan bezoeken.

Maandagochtend varen we naar La Soufrière, een paar mijl verder, waar we formeel kunnen inklaren. Daarna gaan we op onderzoek uit, samen met de crew van Off Course. We wandelen naar de botanische tuinen en boeken een privé-bad met “piping hot water from the vulcano”. Inderdaad, in een klein sfeervol gebouwtje stromen twee baden in mum van tijd vol met lekker warm naar rotte eieren ruikend water! Lang geleden dat we in een heet bad zaten. De buitenbaden waren uiteindelijk leuker, omdat we vandaar uit de natuur mooi konden zien.

De dag erna namen we de bus met z’n vijven naar de sulpher-springs: blijkbaar een toeristische attractie waar bussen vol oudere Europeanen worden geladen en gelost. We lopen door vulkanisch landschap, zien borrelende moddelpoelen, stoom komt uit de grond en het ruikt naar zwavel. De aarde heeft wisselende kleuren door allerlei soorten mineralen. De watervallen die we tegenkomen zijn warm of gewoon heet. We nemen aan het eind van de rondleiding ook een modderbad, na ons eerst goed te hebben ingesmeerd met grijze en/of zwarte modder. Het schijnt dat we er tien jaar jonger van gaan worden….

Daarna maken we nog een hike door het oerwoud en zien nog wat watervallen onderweg. Leuk om door de buitenwijken van het stadje weer langzaam in de bewoonde wereld te komen, zo krijgen we een beeld van hoe de lokale bevolking hier leeft. De mensen hebben weinig, veel woningen zien er schamel uit met golfplaten en veel rotzooi in de omgeving. Honden en kippen lopen overal. Maar ondanks de armoede die we zien, is eigenlijk iedereen even aardig en ontspannen. Wat ons nog steeds kan verbazen, is hoe vriendelijk iedereen elkaar hier groet. Triest toch, eigenlijk, dat zoiets normaals ons hier verbaast. Als we door de binnenstad van Den Haag lopen, zal het niet snel gebeuren; oprechte vriendelijkheid van elkaar groetende mensen……welvaart brengt niet alleen maar goeds met zich mee. Maar dit voelt goed, we vinden het hier wel leuk!!

Nog een uitje naar een mooie uitzichtsplek, Tet Paul genaamd; we beginnen onze kuiten inmiddels wel te voelen van al die steile wandelingen. Jasper doet het supergoed, met z’n korte beentjes, hij maakt de dubbele afstand van de volwassenen met al z’n energie 🙂

Na al dat lopen, is het zalig om ’s middags in kraakhelder water te gaan snorkelen langs de kust. De onderwaterwereld is hier prachtig, niet alleen door de vele vissen, maar zeker ook door het afwisselende landschap vol wuivende zachte koralen.

Na een rustdagje aan boord, lopen we saampjes naar de Piton falls, waar we om half tien in de ochtend de eerste gasten zijn. De hete baden midden in de natuur hebben we helemaal voor onszelf alleen, het is een prachtplek waar we graag eens terugkomen. Tjonge, we zijn helemaal onder de indruk van dit eiland en z’n bewoners, blij dat we deze keer wel de tijd ervoor hebben genomen.

Er komt een mooi weergat aan, dus we moeten verder, richting Martinique. Een reden waarom we wat haast willen maken, is omdat we ons zorgen maken over de gezondheid van Mariëtte, Pieters moeder, mijn lieve schoonmoeder. Ze is net 92 geworden en het kaarsje wordt duidelijk zwakker. Dus willen we dankbaar gebruik maken van dit weerwindow, om met een relatief makkelijke tocht bij Martinique aan te komen. Vanaf daar is namelijk van alles te regelen, omdat het eigenlijk een deel van Frankrijk is, dus een soort van Europa, aan de andere zijde van de Atlantische oceaan. We knippen de resterende 45 mijl tot Martinique in twee stukken en zeilen op vrijdag naar Rodney Bay, een bekende ankerplek/haven in het noorden van Saint Lucia, waar ook de ARC aankomt na de Atlantische oversteek. Leuk om er even de sfeer op te snuiven. Eerlijk gezegd valt het ons tegen, wat we er zien schuurt een beetje te veel met het mooie pure St. Lucia wat we tot nu toe zagen: hier in het noorden is alles gericht op de rijke blanke westerling. Een mooie marina, fraaie restaurants, sjieke winkels. Overal zien we terrassen vol met blanke mensen, veel Engelsen en Amerikanen. Rode gezichten door teveel zon, drank en wellicht een te hoge bloeddruk? Vaak een dikke buik eronder en als het nog meer tegenzit, ook nog eens van die hoog opgetrokken witte sportsokken vanuit sandelen. Doe ons maar het minder toeristische deel van dit prachtige eiland!

Zaterdag 14 januari vertrekken we richting Martinique. Voor deze tijd van het jaar staat er voor deze dag relatief weinig wind en de richting is gunstig, iets zuid van oost. Maar desalniettemin is het een pitte zeiltocht, serious ocean-sailing, met golven tot 3 meter en halve wind rond de twintig knopen, waardoor we best helling hadden en al met al een onrustige tocht. Extra fijn om dan aan te komen in de grote baai van St. Anne, waar we op 5 meter diepte ankeren in een groot veld vol boten, opvallend veel met de Franse driekleur, in mooi blauw en helder water. Inklaren is een fluitje van een cent, we kunnen in een lokale snackbar zelf achter een pc kruipen, waar we alles invullen. We betalen 3 euro en krijgen een stempel op het printje, klaar is Kees. In Europa zijn heeft zeker zijn voordelen! Zo ook dat we nu weer gewoon ons Vodafone abonnement kunnen gebruiken, dus lekker veel data hebben en zonder beperkingen met het thuisfront kunnen bellen.

Omdat het weekend is, kunnen we beeldbellen met Mariëtte, Pieters moeder, zoals we elk weekend doen als er 1 van de kinderen aanwezig is. Ze vertelt dat het maar moeizaam gaat allemaal, ze is moe en ziet er ook maar minnetjes uit. Na het telefoontje kijken we elkaar aan en denken allebei hetzelfde. Nu we toch hier zijn, op Martinique, van waaruit het zo makkelijk is om op en neer te vliegen, zullen we van deze gelegenheid gebruik maken om Mariette nog even te zien en te steunen? Even wat warmte en aandacht geven?

We parkeren het plan, omdat we lunchbezoek krijgen van onze Leidse vrienden van de Bries, die hier door pech onverhoopt nog liggen. We hebben een fijne middag aan boord met z’n vieren en delen het laatste stuk van onze mahi mahi. Als ze weg zijn pakken we de i-pad erbij en een uur later geven we elkaar een high-five: de vluchten zijn geboekt, woensdag 18 januari vliegen we voor een week naar huis om onze ouders te bezoeken met Mariëtte in de hoofdrol. Het voelt goed, we zijn blij met onze beslissing en kijken nu al uit naar de reacties van het thuisfront. Europa, here we come!

Langzaam noordwaarts

Is het echt alweer twee en halve week geleden dat Pieter het vorige verhaal schreef? De tijd is voorbij gevlogen. Betekent vooral dat we het naar onze zin hebben gehad.

Op het moment dat ik dit zit te typen, liggen we voor anker bij het eiland Carriacou. We zien de golven kapot breken op het rif. Links en rechts van ons turquoise gekleurd water, met ertussen in een diep donkerblauwe strook, daar waar het diep is. Eilandjes om ons heen, klassiek beeld van witte strandjes met palmbomen, verder verlaten. Af en toe een schildpad naast de boot die nieuwsgierig z’n koppie naar ons wendt en vervolgens weer naar de diepte duikt. Zonnetje erbij, een enkel wolkje aan de lucht. En wijzelf? Nog aan het opdrogen van een rondje snorkelen met de schildpadden in de baai. Kortom: soort van paradijs!

Met weemoed denken we terug aan die heerlijke tijd op Tobago. Wat hadden we een mooie dag, samen met Karin en Erik, toen we met een huurauto het eiland rondreden, met als hoogtepunt het bezoek aan het hummingbird-paradijs; een plek waar honderden kleine kolibries in verschillende soorten op af kwamen, gelokt met suikerwater, aangeboden via nepbloemetjes. Ze zijn zo vlug als water en het bleek nog een hele kunst om er mooie foto’s van te maken. 

We hadden in het dorpje Speyside een aardige duikinstructeur ontmoet, Spencer, geboren en getogen op Tobago. We zijn met hem een dagje gaan duiken bij Little Tobago en Goat-island: twee prachtige duiken, waarbij we naast talloze dieren het grootste hersenkoraal ter wereld hebben gezien. Het koraal zag er gezond uit, kleurrijk en vol leven; een veel mooiere ervaring dan bij de eerste duiken. Hier komen we in de toekomst graag nog een keer terug in een beter duikseizoen.

Het is nog volop regenseizoen, iets waar we van tevoren helemaal niet goed over hadden nagedacht. Blijkbaar wordt pas vanaf december de drogere tijd aangekondigd. Dat betekent dus regelmatig een dikke tropische bui, maar ook vaak gestage regen uit een grijs wolkendek. Het teakdek heeft het er maar moeilijk mee, al die vochtigheid: de schimmelplekken worden weer zichtbaar. Wijzelf vinden het ook niet altijd een feest. Tuurlijk, soms voelt het lekker knus met de regen die op het dak tikt terwijl ik binnen een cake bak of een naaiklusje verricht. Maar soms worden we ook gek van het gevoel opgesloten te zitten in de warme vochtige buitentent en willen we de verkoelende wind voelen. Maar de luiken zitten potdicht en de atmosfeer binnen is klam en broeierig. Laat de drogere tijd maar snel komen. Tussen de buien door doen we leuke dingen. We wandelen heel wat af, of spelen tennis op het strandje van Pirates Bay. We kijken samen met andere crews naar het voetbal en zijn vaak eind van de middag in ons stamcafé te vinden voor een ijskoud biertje. We huren nog een dag een auto waarmee we heel het eiland rondrijden en de indrukwekkende Argyll watervallen mee bezoeken. Pas op de laatste dag ontdekken we de prachtige bibliotheek van het dorp, waar de airco aanstaat, prima stoelen en tafels staan en waar het fijn vertoeven is: die plek had ik graag eerder ontdekt, even weg van de schommelende boot naar een rustige plek met goede wifi. Volgende keer!

Op 1 van de regenachtige dagen denken we na over ons plan voor komende tijd. Eigenlijk willen we graag voordat de drukte van de ARC begint (een grote rally van boten die ongeveer tegelijk de Atlantische oceaan oversteekt en die begin december aan gaat komen) van de Tobago Cays genieten, dus besluiten we weer op pad te gaan. Iets anders waar we onze gedachten over laten gaan, is de plek waar we komend orkaanseizoen met de boot gaan liggen. Misschien toch maar niet naar Curaçao, zoals we eerst van plan waren, maar mogelijk toch weer terug naar Trinidad, waar we zo tevreden over waren. Als we dat zouden doen, dan kunnen we in april nog terugkomen naar lovely Tobago, niet alleen om te duiken, maar ook om de imposante leatherback schildpadden het strand op te zien kruipen om hun eieren te leggen. Hmmmm, iets om serieus over na te denken…

Op donderdag in alle vroegte zijn Marelief en Offspring vertrokken, de twee boten waar we het zo gezellig mee hebben gehad. We komen de regenachtige dag door, met een beetje een ontheemd gevoel. We klaren zelf ook uit, een heel gedoe in Charlotteville, vooral omdat de immigration-officer speciaal voor ons vanuit de hoofdstad Scarborough anderhalf uur moet rijden over een vreselijke bochtige en heuvelachtige weg, en dat alleen maar om een stempel in onze paspoorten te zetten. Lastig om je daar niet bezwaard bij te voelen.

Vrijdag varen we om 3 uur ‘s nachts op de motor weg van dit heerlijke eiland. Na twee uur kan de motor uit en we leggen de tocht naar Granada, Prickly Bay, zeilend af. Om 17 uur liggen we voor anker en het aankomstbiertje valt samen met de sunset, perfect getimed.

En dan begint er een nieuw hoofdstuk. Kleurrijk Grenada, waar we het vorig jaar al zo goed hadden. Gaat dat nu weer lukken, nu we niet omringd zijn door zoveel leuke boten als toen? Het blijkt geen enkel probleem te zijn! We hebben twee belangrijke redenen om hierheen te komen. De eerste is de aanschaf van een nieuwe buitenboordmotor. Die hebben we een half jaar geleden al besteld en kunnen we nu ophalen in de winkel.

De tweede reden is dat we hier onze oude buitenboordmotor makkelijk hopen te verkopen. En dat lukt meteen! Op Grenada is het dagelijkse marifoon-radionetje om half acht in de ochtend, te volgen vanuit de meeste baaien. Daarop melden alle nieuwkomers zich en je kunt horen wat er allemaal te doen is op het eiland. Ook kun je melden als je iets in de verkoop hebt. Pieter meldt zich meteen de eerste ochtend even en noemt de verkoop van ons motortje. Meteen na het netje meldt de Uruguayaan Gustavo zich, hij vindt het een prima deal. Als we twee dagen later naar Woburn Bay varen, waar hij ook ligt, vindt de overdracht plaats die uitmondt in een heel gezellige borrel bij ons aan boord waarbij er veel wordt gelachen bij het uitwisselen van zeilervaringen. We leren de Amerikaanse boot VIS kennen waarop twee leuke Nederlanders wonen, Joren en Simone. Ook gaan we langs bij Shady Lady uit Scheveningen, waar David en Chrissi ons meteen aan boord vragen voor een sundowner; zij reizen al 28 jaar de wereld over, wat een lieve mensen!

We kijken voetbal in verschillende barretjes, waar we steeds weer andere mensen ontmoeten. Sport verbroedert! Wel even spannend om NL-VS te kijken in the Brewery, tussen de vele Amerikanen die hier soort van permanent op hun catamarans wonen. Maar het ging goed, ondanks onze magistrale overwinning, we kregen zelfs oprechte felicitaties! We doen mee met de Hash, het wekelijkse wandelfestijn, steeds op een andere plek op dit prachtige eiland. We zwemmen, snorkelen en SUP-pen. We maken een wandeling naar Hog-island. We gaan naar een steelband luisteren. We brengen de was weg; laten gasfles en duikfles vullen; tanken benzine voor ons nieuwe buitenboord motortje. We kopen bij verschillende lokale tentjes langs de weg onze fruit en groenten. Ontbijt bestaat uit muesli, zelfgemaakte yoghurt en daarbovenop in wisselende combinaties verse ananas, papaya, banaan, passievrucht, mango, verse kokos, carambola. Vriend Thomas zou zeggen: poor sailors 🙂

Als uitsmijter besluiten we op zondag naar een concert te gaan: Christmas Carols bij Candlelights. Hier in de Carieb is alles sinds begin november al in kerstsfeer. Overal zijn kerstliedjes te horen en zijn kerstbomen en andere versiering opgetuigd. Dit kerstfestival op 4 december is dus heel gewoon.

En het blijkt een enorm succes te zijn. Bij Quarantine Point komen meer dan 2000 mensen bijeen op een groot grasveld, de meesten in het wit gekleed, in het kader van White Christmas, een leuke draai die ze aan dit begrip geven bij dertig graden. Er is van alles te eten en drinken, er is een enorm lichtspektakel. Voor jong en oud is er vertier maar het belangrijkste is de grote show op een podium waar meer dan 20 artiesten optreden, allemaal lokale grootheden, die in witte (glitter)kostuums het een na het andere kerst-rocknummer ten gehore brengen, onder begeleiding van een vette band en achtergrondkoortje. Daarna een groots vuurwerk boven op de heuvel. Tevreden fietsen we naar onze bijboot terug, blij dit lokale feest te hebben meegemaakt. Na zoveel nieuwe leuke ervaringen op Grenada, vinden we het tijd om verder te gaan, vooral door het weer ingegeven. Maandag 5 december zeilen we naar Carriacou, waar we heel de dag mee bezig zijn, zo’n 40 zeemijl noordelijker. We kunnen ruim tweederde van de reis zeilen, wat een meevaller is gezien de zwakke wind. Leuk om ons anker weer in Tyrrel bay te laten vallen, vlak bij het mangrovegebied. We liggen er prima beschut en slapen als rozen, weer 9 uur aan een stuk; thuis halen we met moeite de zeven uur nachtrust, aan boord zonder wekker halen we met gemak de negen uur. Is het het buitenleven wat zo vermoeid maakt? Of plegen we thuis structureel roofbouw op onszelf door slaap onvoldoende prioriteit te geven? Hmmm, ik vrees het laatste. Wat helpt is dat hier geen verslavende talkshows op TV zijn, waar we naar blijven kijken. Vaak gaat rond negen uur-half tien ons figuurlijk lichtje al uit, en staan we ’s ochtends met het eerste daglicht rond 6 uur alweer op, prima ritme.

Inmiddels liggen we weer op een andere plek, dat paradijselijk plekje waar ik aan het begin al over schreef. De nacht is net gevallen, we genoten zojuist van een prachtige sunset op deze bijzondere plek. De bijna volle maan verlicht de baai, waar we met zo’n 8 schepen in totaal liggen. Voor dit deel van de Carieb is dat betrekkelijk rustig. Dat was namelijk best even wennen, na relaxed Tobago waar we steeds vrijwel alleen in de baaien lagen, met maximaal 2 of 3 andere boten. Bij aankomst van Grenada moesten we even slikken, toen we al die volle baaien zagen gevuld met talloze rompen en masten. Ongelooflijk, dat verschil, terwijl het maar 1 lange dagtocht van elkaar verwijderd is. Heerlijk te weten dat dat soort rustige pareltjes nog bestaan, maar de drukke gezelligheid waar we ons vanaf nu weer in hebben gestort, heeft ook veel voordelen: we gaan er het beste uithalen!

Weer terug in Trinidad

Die eerste rumpunch smaakte weer heerlijk!

Hoera, we zijn weer terug aan boord van onze Mahi mahi na 6 maanden in Nederland te zijn geweest. Op 22 april 2022 lieten we de boot achter, op de kant bij Peake Yachtservice. We hadden op het laatst besloten er een tent overheen te laten bouwen, om de boot te beschermen tegen weer en wind. Lincoln, een medewerker van de werf, zou elke twee weken even aan boord komen om een oogje in het zeil te houden: Geen ongedierte? Doet de luchtontvochtiger het nog goed? Blijven de accu’s mooi op spanning? Al met al vonden we het best spannend om onze boot, ons heerlijke drijvende huis waarmee we alweer zoveel avonturen hebben beleefd, voor 6 maanden achter te laten in een warm en vochtig land zonder af en toe even langs te kunnen gaan. Maar Lincoln liet ons regelmatig weten dat alles nog prima was en dat er geen reden tot zorg was. Gelukkig werd Trinidad in het afgelopen hurrican-season niet getroffen door heftige tropische stormen of erger. Wel was het blijkbaar een seizoen met ongekend veel en heftige regenbuien, de ene na de andere Atlantische depressie trok over de eilanden heen. Heel fijn dat we gekozen hadden voor die tent; het teak zou al dat water naast de felle zonneschijn bij hoge temperaturen niet heel fijn hebben gevonden. Nu lag het dek er prachtig bij en we troffen de boot aan in perfecte staat. Geen ongedierte, geen schimmel, het rook er zelfs fris binnen.

We hadden een prima reis terug naar Trinidad met de blauwe vogel op vrijdag 28 oktober, met een tussenstop op Barbados. Al onze bagagetassen kwamen tegelijk met ons aan en de shuttle van Peake stond al netjes klaar om ons naar de werf te brengen, met tussenstop bij de supermarkt en customs. Het laddertje opgeklommen en we voelden ons meteen weer thuis aan boord!

Heel gezellig om in de dagen erna weer bij te praten met de crews van Marelief, Offspring, Puff en X-to-go die ook op de werf liggen. Tassen uitgepakt en alles weer een plek gegeven. Maandag ging de boot weer te water en voeren we terug naar Crews-inn Marina waar we een prima plek kregen en meteen konden genieten van het zwembad, het prima restaurantje op de kant en zelfs van de gym met airco! Inmiddels zitten de zeilen er weer op, de lijnen zijn weer ingeschoren en de boot is vaarklaar. Nu nog even Pieters verjaardag vieren en een weekend op stap met onze Trini-vrienden die ons hun mooie eiland willen gaan laten zien, en daarna gaan we weer op pad, richting het blauwe water van Tobago. Laat de avonturen maar weer beginnen!

Laatste etappe van deze reis: Trinidad

Toch een beetje spannend, de tocht van zuidelijk Grenada naar Trinidad. Ineens moeten we nadenken over iets als piraterij. We naderen namelijk Venezolaans vaargebied en daar is het niet veilig. Op noonsite wordt in 2021 nog gerept over overvallen. Hmmm, we krijgen er een naar gevoel van. De website van de kustwacht van Trinidad is er duidelijk over: probeer je oversteek vooral in nachtelijke uren te plannen en houd je boordlichten en AIS gewoon aan. Dien voor vertrek je vaarplan in, zodat ze ons kunnen monitoren. Hun ontvanger is zo sterk, dan je ze op het hele traject kan oproepen. Verder: blijf 15 mijl oostelijk van een bepaald Venezolaans boorplatvorm, ofwel, vaar met een behoorlijke omweg naar je doel. Maar geen probleem, alles om ellende te vermijden. In de middag varen we weg uit Grenada, eerst een uur lang vissermannend tegen wind en stroom in, daarna hoog aan de wind zeilend om na een paar uren, inmiddels al donker, meer zuid af te buigen en een ontspannen koers te gaan varen.

We zijn gelukkig niet de enigen op zee. We zien die nacht heel wat vrachtschepen en tankers aan de horizon, worden zelfs een keer opgeroepen door een tanker. Eind van de nacht nog een paar fikse buien maar geen piraat gezien. Bij dageraad varen we al langs de kust van Trinidad en om 11 uur zijn we op de plek van bestemming. Dankzij de goede hulp van Peake Yachtservice, is het papierwerk grotendeels klaar en zijn we nog voor vieren ingeklaard. We kunnen meteen de Crews Inn Marina binnenvaren waar we twee weken een plekje hebben gereserveerd. Het is hier een stuk warmer en vochtiger dan op Grenada, het zweet loopt langs onze rug. Wat een verwennerij is het dan, dat er een zwembad is waar we drie keer per dag inspringen. We beginnen meteen aan de grote schoonmaak: alles wordt zoet afgespoeld, de lijnen worden gewassen en uitgeschoren, de zeilen eraf gehaald. Het dek wordt in de boracol gezet ter bescherming van het teak. De romp krijgt een wasbeurt en het polyester wordt in de wax gezet. We halen elke bakskist helemaal leeg en alles wat erin zit wordt gespoeld; paddleboards, kayaks, peddels, stootwillen. Alles wordt droog en ontzilt opgeborgen om zo min mogelijk vocht aan te trekken in die 6 maanden dat de boot op de kant staat in een vochtig land, met als doel schimmel zo veel mogelijk te voorkomen. Binnen wordt elk kastje schoongemaakt. Wat we voorlopig niet meer nodig hebben, gaat in de tas voor naar huis. Heerlijk om zo grondig schoonschip te maken en eens flink te ontspullen.

Een gezellige onderbreking van al dat werk als Joshua twee nachtjes komt logeren. Ook gaan we regelmatig iets eten of drinken in de restaurantjes van de haven, even weg van de boot. Wat we echt te gek vonden, was dat een Trinideese familie die we in het zwembad leerden kennen, ons meevroeg voor een dagje uit. Samen met hun dochter van 13 in de auto, sightseeing door de hoofdstad Port of Spain, daarna door het regenwoud naar een prachtig strand aan de noordkust, Maracas Beach, waar we voor het eerst van ons leven een broodje haai aten. En lekker!! Dan nog naar een bijzondere hangbrug en ’s avonds laat weer terug naar de haven. Ontzettend gezellig gehad en veel wetenswaardigheden gehoord over land en cultuur, echt een cadeau, deze ontmoeting!

19 april gaan we de kant op, onder professionele leiding van het team van Peake Yachtservice. We krijgen een fijne plek op de kant en hebben nog een paar dagen de tijd om de laatste klusjes te klaren maar ook om nog even gewoon te zijn en te genieten van de vrijheid van dit bestaan. 

Wat een mazzel dat KLM sinds dit jaar weer direct van Trinidad op Schiphol vliegt. Na 9 uurtjes vliegen landen we op 23 april weer in Nederland. Helaas geen bagage wegens staking, die moet nog nakomen. Nu een kleine week de tijd om onze familieleden weer te zien en spreken en dan kunnen we ons huis weer in. Snel settelen want 2 mei begint de werkweek weer! Back to normal, maar wel met een rugzak aan ervaringen en herinneringen rijker!

Even op een rijtje:

  • 10 maanden op reis geweest van 26 juni 2021 tot 23 april 2022
  • 6200 zeemijlen afgelegd
  • 166 motoruren
  • 8 landen aangedaan, 18 eilanden bezocht.
  • 0 x de motor hoeven draaien voor energie
  • Veel meer dan gedacht elektrisch kunnen koken
  • Nauwelijks gas verbruikt, precies 1 gasfles van 5 liter verbruikt.
  • 36 nachten op zee, 163 nachten in een marina, 99 nachten voor anker.
  • 14 vissen gevangen
  • 8 duiken gemaakt
  • Reparaties: alleen voor buitenboordmotor hulp nodig gehad. Nieuw grootzeil laten komen, nieuwe accu en 2 nieuwe flexibele zonnepanelen laten toesturen, alles onder garantie.
  • Gasten aan boord: Harry&Roos, Clémence, Mieke, Pim, Ferdy&Nastya, Joshua. Verder heel veel etentjes met andere crews in restaurant Mahi mahi. 
  • Genoten: enorm!

Zaterdag 23 april zijn we veilig geland op Schiphol. Fijn om daarna de tijd te hebben om bij familieleden langs te gaan. Leuk om iedereen weer te zien en mee te maken, de verhalen te horen en knuffels uit te wisselen. Helaas nog geen kadootjes, want door de staking van het grondpersoneel van KLM, precies op de dag waarop wij landden, hebben we nog steeds onze drie bagagetassen niet terug. Inmiddels zijn we ook alweer in eigen huis, vannacht voor het eerst weer in ons eigen bed geslapen. Nog even inruimen en settelen en dan is de cirkel rond: maandag ga ik weer aan het werk en Pieter gaat verder met het genieten van z’n pensioen :). We hebben zin in het komend half jaar: 6 maanden in Nederland, in de zomertijd, zónder boot, dus een heel andere tijdsbesteding. We hebben al zoveel plannen, dat we ons afvragen of het allemaal wel gaat lukken in dit seizoen voor we weer vertrekken, eind oktober. Maar hoe dan ook, we gaan ervan genieten!

Sweet memories; Grenada 2022!

16 maart varen we vanaf Ronde Island naar Grenada, lekker downwind zeilen met zonnetje erbij. Grenada is zo mooi om langs te varen; prachtige groene hoge bergen, witte stranden en kleurrijke dorpjes. We maken een lunchstop in Halifaxbay, waar het ons te veel rolt om te blijven, dus varen we door naar Molière point, wat bekend staat om z’n onderwatermuseum. Op de bodem van de beschutte baai staan standbeelden, op dieptes variërend tussen 5 en 15 meter. Het is duidelijk een toeristische attractie, gezien alle bootjes die er liggen vol snorkelaars en duikers. In de namiddag gaan wij er ook een kijkje nemen met eigen dinghy, snorkel en flippers. Helaas is het water wat troebel, maar we kunnen de beelden best zien, leuk om het freediven weer een beetje te oefenen.

De volgende ochtend worden we rond 7 uur gewekt door een man in een bootje, die 50 EC mooringgeld vraagt, dat is z’n 18 euro. Hij ziet er niet officieel uit, heeft geen bedrijfskleding aan, zijn dinghy is een als velen, dus ik twijfel of ik hem wel moet betalen. Ik krijg z’n baas aan de telefoon die me geruststelt: hij komt zo vroeg, omdat veel zeilers anders hun biezen al hebben gepakt voordat er betaald is. Vooruit dan maar…. We gaan iets verderop voor anker in Grand Mal, een grote open baai, maar we liggen er prima beschut en we zijn het enige jacht. We hebben het er zo naar onze zin, dat we er 5 nachten blijven liggen. Het is een prima uitvalsbasis om per minibusje naar de grote stad St. George te gaan, om een mooie wandeling te maken en om gezelligheid aan de kant te vinden. Het valt ons op hoe aardig alle mensen hier zijn. De mensen maken een ontspannen indruk, zijn hulpvaardig, maken graag een praatje. Op vrijdagavond wordt er een party georganiseerd bij Point 57, een mooie bar aan het water. We gaan erheen, drinken 2 heerlijke rumpunches, eten een hapje mee en gaan dan terug naar de boot, want de muziek is er zo hard dat het oncomfortabel is, maar aan boord nog prima te horen, zodat we staan te dansen op de voorpunt!

Het leven is hier goed! We zwemmen meerdere keren per dag, eten lekker aan boord, kijken Formule 1, waar we nog altijd enorm van genieten. En we genieten ook gewoon even van het samenzijn met z’n tweeën, na alle sociale gezelligheid van Tyrrelbay. 

Op maandag 21 maart varen we door naar Prickly Bay, wat aan de zuidzijde van het eiland ligt. Het is er enorm vol met boten. In vergelijking met 8 jaar geleden zijn er heel veel moorings bijgekomen, waar je per nacht dus voor moet betalen. De mensen die op eigen anker willen liggen, vinden altijd wel een plek aan de buitenzijde van het veld. Leuk om True North, Offspring en Ruffian of Amble te zien liggen, allemaal Surinamegangers. We vinden de swell die de baai inkomt echter iets te hevig en wijken daarom toch uit naar True Blue bay, net om de hoek, waar we goede verhalen over hadden gehoord van onze Duitse vrienden van Antari. We vinden er een heerlijke ankerplek, naast een groot motorjacht en 1 ander zeilschip. Het is een prachtige baai, met uitzicht over de mooi onderhouden gebouwen van de US University of Grenada. Vlakbij onze boot spatten de binnenkomende golven uiteen op de rotsen, wat telkens weer een mooi schouwspel geeft en ondertussen liggen wij heerlijk rustig te deinen. 

De volgende ochtend drinken we nog een koffietje met de crew van Offspring, fijn hen weer even te spreken. Daarna rijden we met onze fietsjes wat rond, op jacht naar lekkernijen en een lokale indruk. Omdat we mooi vlees weten te vinden, nodigen we True North uit op de bbq. Ze besluiten niet per dinghy te komen, maar met hun boot in onze baai te komen liggen. In de namiddag zie ik ineens een tweemaster aan de horizon verschijnen: zou dat de Shambala al zijn? Ja inderdaad, wat leuk!!!! Onze vrienden van de Shambala komen naast ons liggen, terwijl ze de nacht ervoor pas aan zijn gekomen van hun Atlantische oversteek, we hadden ze niet zo snel verwacht: we eten die avond dus samen bij ons aan boord met drie crews, gezellig! ’s Avonds nog even luisteren naar het optreden van een steelband in het nabijgelegen resort, maar dat had niet de swung die we ervan hadden verwacht.

De dag erna blazen we de kayak op, peddelen de grote baai rond. We snorkelen bij het rif, waar het onderwaterleven onverwacht mooi blijkt te zijn. ’s Avonds met Shambala op ontdekking uit, richting universiteit vinden we allemaal leuke eetgelegenheden.

Op donderdag komt Tranquillity aanvaren, rechtstreeks uit Suriname en zij laten ook hun anker vallen in True Blue bay. Maxim voegt zich er ook bij, een catamaran, en waar True Blue bay een paar dagen geleden nog zo rustig was, nu is het ineens een Nederlandse enclave geworden met 5 zeilschepen. Wij zijn met z’n tweetjes en alle andere boten hebben 1 dochter aan boord. Voor alle meisjes ook heel fijn om ineens veel speelkameraadjes te hebben. Die avond dus meteen een strandfeestje georganiseerd, een groot succes!! Wat een gezelligheid weer. 

Vrijdag maken we met de duikschool die ook in deze baai gevestigd is twee mooie duiken; het rif ziet er goed uit, enorm veel vissen en zeer kleurrijk onderwaterleven. En zaterdag gaan we ons onderdompelen in een typisch Grenada-evenement: de Hash! Elke zaterdag wordt er ergens op het eiland een parcours uitgezet, 1 voor wandelaars en 1 voor renners. Om 16 uur vertrek je en anderhalf tot 2 uur later ben je weer terug, en dan is er bier, muziek en een hapje te eten. We gaan er met alle vijf de crews naartoe, Shademan regelt het vervoer. Met z’n 14-en in een busje rijden we in bijna 2 uur naar de wandellokatie. Na een best pittige hike, worden we ingewijd met een klassieke bierdouche. Leuk om de sfeer mee te maken, het is een evenement van lokale mensen en cruisers samen, jong en oud doet mee.

Hè hè, na al deze gezelligheid even zondagse rust aan boord van Mahi mahi, om ’s middags op kleine Sophie te gaan passen, zodat haar ouders ook eens een avondje hun handen vrij hebben en lekker samen uit eten kunnen. We realiseren ons hierdoor weer eens extra hoeveel vrijheid we zelf hebben, dat we altijd kunnen gaan en staan waar we willen. Echt bewondering voor de cruisers die samen met kleine kinderen op pad zijn, zeker als de leerplicht ook nog eens om de hoek komt kijken en er dagelijks les moet worden gegeven.

Maandag gaan we naar Prickly bay, vandaar uit kunnen we gemakkelijk naar wat winkeltjes lopen voor wat inkopen, zoals een paar mooie flessen wijn en goed vlees en kaas bij een Franse Boucher, die z’n waar uit La France importeert. Het kost wat, maar dan heb je ook wat, zoals mooie stukken vacuüm verpakte Charolais!

We voelen ons in dit land hartstikke veilig, maar er is een groot gevaar, wat regelmatig op de loer ligt: de bekende rumpunch! Ieder café en restaurant heeft z’n eigen recept en de hoeveelheid rum varieert enorm. Die avond gingen we aan het eind van de middag nog even een drankje doen bij One Live, een leuk tentje aan het water waar veel cruisers komen. Natuurlijk is er happy hour, ofwel, 2 rumpunches voor de prijs van 1. Zo! Deze is sterk, zeggen we nog, maar ook lekker zoet en ijskoud dankzij de vele tinkelende ijsblokjes in het glas. Tja, en dan gaat zo’n glaasje vanzelf leeg via zo’n schattig rietje en bestel je vlak voor het eind van happy hour natuurlijk nog eens twee……. En terwijl de laatste bestelling nog wordt gemaakt, begint ineens de steiger te dansen. Hee, de wereld draait zelfs, wat grappig….. en dan komt dat tweede glas nog voor je neus. Okee, hoe we thuis zijn gekomen, ik weet t niet meer precies, maar om half 8 lagen we gevloerd in ons bedje, weer en echte Grenada-ervaring rijker, pfffffff.

Dinsdag op naar Woburnbay, weer iets meer naar het oosten. In deze baai liggen onze vrienden van de Antari alweer een week of 6 wortel te schieten. Zo superleuk om elkaar weer te zien; we vertrokken op tweede kerstdag tegelijkertijd uit Mindelo en nu zijn we weer bij elkaar. Katharina had speciaal voor ons een fles bubbels koud gezet (waarom associëren mensen ons toch zo vaak met bubbels??? Echt geen idee….) en we hebben weer een heerlijke avond en genoeg om over bij te praten. 

Woensdagochtend staat Cutty ons om 8.30 uur op te wachten met zijn nette bus. Met alle 5 de Nederlandse crews, dus 10 volwassenen en 4 kindertjes, gaan we op eilandtour. Het wordt een geweldig mooie dag en we boffen met deze supergids, die ons de geheimen van Spice Island Grenada laat zien. We rijden spectaculair mooie en steile wegen door regenwoud. We stoppen talloze keren, omdat hij ons de kaneelboom, nootmuscaatboom en cacaoboom wil laten zien, proeven en beleven. Hij plukt nog veel meer bladeren en wij mogen raden wat we ruiken, welke specerijen het zijn. We wandelen bij een kratermeer, zien apen, maken een stop bij een rum destilleerderij, waar de machinerie voor het pletten van het suikerriet wordt aangedreven door een groot waterrad. We zien de stroperige melasse naar de kookketels gaan. Het destilleer-proces kunnen we niet zien, maar deze fabriek in de open lucht, zo geïntegreerd in de natuur is een parel voor het oog.

Later maken we een stop bij een chocolade-estate, waar de cacaobonen worden gefermenteerd, gedroogd op verschillende bedden en verwerkt worden tot de bekende Grenada-chocolade. Leuk om een aantal tabletten mee naar huis te nemen voor het thuisfront. De lunchstop is een leuk tentje, idyllisch gelegen aan de Atlantische oceaan. En de laatste stop is vlakbij een waterval met grote zwempoel erbij. Als we er aan komen lopen, zien we nog 4 mensen in de poel: heeeee, maar dat zijn de crews van Eva en Heron!!! Kim en Vincent, hooooiiiiiii!!! We maken een groepsfoto van deze 7 Nederlandse crews samen. We maken nog een klim naar een waterval hogerop waar je heerlijk onder kan douchen en roetsen daarna op onze billen de onderste poel in. Lekker verfrissend.

Cutty brengt ons eind van de dag weer veilig thuis en we sluiten de dag met z’n allen af bij een cruiserscafé, waarbij die verraderlijke rumpunch weer rijkelijk vloeit. Deze keer haken we net op tijd af en hebben nog een fijn stukje avond aan boord, terugkijkend op een mooie dag: wat is Grenada toch een fantastisch eiland!

Hierna volgt nog een kleine week vol gezelligheid. Yoga on the beach met Kim en Maaike, Antari aan boord voor een lekkere bbq, avondje op Liz van de Tranquillity passen, zodat haar lieve ouders voor het eerst in een jaar lekker samen uit eten konden.

Zondag rijden we lekker met z’n tweetjes in een prima huurauto het eiland rond. We zwemmen in de poel van de Concorde watervallen, waar we de enigen zijn, op een paar vriendelijke plaatselijke verkopers na, die we allemaal blij maken door bij elk van hen een kleine souvenir te kopen: er zijn nauwelijks toeristen en ze bedanken ons een voor een voor de “business” van die dag. Ons hart breekt een beetje, wat hebben sommigen mensen toch weinig. En wat knap dat ze dan toch zo vriendelijk en behulpzaam zijn. 

In landen waar je links moet rijden, ben ik altijd de chauffeur, omdat Pieter dan aan m’n goede kant zit, gehoortechnisch gezien. In Suriname had ik al 7 weken lekker rondgereden, maar vandaag kon ik mijn skills verder bijslijpen. Nooit eerder reed ik op zulke steile wegen, met diepe afgronden en greppels ernaast, op smalle slingerende wegen door oerwoud met tegenliggers op de meest smalle stukken van de weg; ik heb regelmatig mijn klamme handen even moeten afvegen, maar ik genoot ervan. We kozen bewust die routes die aangeschreven stonden als de mooiste maar ook moeilijkste van het eiland. Maar goed dat de bezorgde autoverhuurder dit niet heeft geweten; hij vond het maar niets dat ik de bestuurder bleek te zijn. Hij vroeg nog even aan Pieter of hij niet beter kon rijden. Ben je gek, zegt mijn lief, zij heeft veel meer ervaring met links rijden 🙂

Gelukkig konden we de auto zonder schrammetje weer inleveren na twee dagen. De laatste dag konden we mooi wat dingen regelen, samen met de crew van Shambala achterin. Antigeen testje voor toegang tot Trinidad, uitklaren, de laatste boodschappen. Maandagavond 4 april is onze laatste avond hier, we hebben besloten dinsdag 5 april te gaan vertrekken naar Trinidad. Die avond komt Shambala gezellig bij ons eten en onverwacht schuift ook de crew van Tranquillity aan: samen kijken we terug op twee feestweken in Grenada, waarin we met z’n allen veel hebben gezien en ondernomen. We worden enorm bedankt voor alle initiatieven die we hebben genomen, want, zoals Maaike zei, we hebben nu zoveel van het eiland gezien, wat ons normaal gesproken niet goed lukt met die kleine erbij. Zo samen twee weken optrekken met een aantal bekende boten is echt hartstikke leuk en geeft nog meer kleur aan dit al zo mooie leven. Met heel veel sweet memories gaan we zo ankerop, op weg naar Trinidad, ons eindstation van deze etappe.

Op naar blauw water

We zijn klaar om te gaan, te vertrekken uit Suriname. We zijn al uitgeklaard, hebben de negatieve uitslag van de antigeentest van vandaag op zak (een voorwaarde om elders aan te mogen komen) en de boodschappen zijn gedaan. Zo meteen nog een gezellig afscheidsetentje met onze vrienden van de DanceMe en morgen als het tij bijna gaat keren en het water naar zee gaat stromen, dan varen we hier weg, weg bij Marina Waterland, waar we het heel fijn hebben gehad, maar waar het nu helemaal vol ligt met schepen, waardoor we steeds meer toe zijn aan rust en lekker vrij weer voor anker te liggen, bij voorkeur op azuurblauw water. Want die bruine Surinamerivier, die zijn we na 7 weken ook wel zat! We kijken ernaar uit om over een dag of vijf lekker te gaan snorkelen in helder water! 

We kijken met ongelooflijk veel plezier terug op de afgelopen tijd, Suriname en z’n bevolking hebben een diepe indruk op ons gemaakt.  Wat hebben we hier veel ondernomen, wat hebben we veel gezien en geleerd, wat hebben we veel praatjes gemaakt met verschillende mensen waardoor de bevolking met z’n verhalen echt tot leven is gekomen. Een enorm groot voordeel is toch, dat we hier in onze eigen moedertaal terecht kunnen, vrijwel iedereen in dit land spreekt Nederlands! 

We hebben uiteindelijk 8 keer een rondje gegolfd en vrijwel dagelijks gezwommen in de rivier. We hebben 11 keer niet thuis geslapen aan boord, omdat we in de jungle zaten of verbleven op plantages. We hebben genoten van een mooie stadswandeling met gids, waardoor we de kans hadden de synagoge van binnen te bezichtigen. De grote houten kathedraal is echt een bezienswaardigheid. We hebben vele markten bezocht en daarbij veel hapjes geproefd uit verschillende keukens. We hebben meerdere plantages bezocht, zoals Peperpot, Frederiksdorp, Mariënberg. Verblijf op Peperpot vonden we het allerfijnst, mede dankzij hun heerlijk bibliotheek vol boeken over Suriname en gerelateerde onderwerpen. Het net geopende verhalenmuseum van Fredriksdorp was een feestje. Voor liefhebbers, zie www.geheugenvancommewijne.sr. De vlindertuin in Lelydorp was ook het bezoeken waard; nooit gedacht dat het exporteren van vlinderpoppen over heel de wereld een serieuze business was. Nou, hier weten ze hoe dat moet en wat er allemaal bij komt kijken. 

Met alle crews van de haven zijn we een keer uitgegaan in Paramaribo om te luisteren naar livemuziek bij café De Dijck. Natuurlijk was er ook onderling veel aanloop, meerdere keren samen gegeten met andere zeilers, heel wat borreltjes gedronken. Leuk om de mensen van Offspring en Windbreker te leren kennen, we genieten ervan als er meteen die fijne klik is. 

Toen we aankwamen in Suriname, was het prachtig weer; de zon scheen uitbundig, ohhh, wat was het warm aan boord. Maar de laatste weken overheerst de regen en dan ontstaat er zo’n vochtig klimaat, waar we ons niet echt lekker meer bij voelen. De ontvochtiger draait overuren als we op pad zijn, en tussen de buien door proberen we zoveel mogelijk te luchten als we aan boord zijn.  

Iets anders wat we minder leuk vinden in dit land, is het ambtelijk apparaat. Tjonge jonge, die hele exercitie rond de rijtoestemmingsverklaring, we zouden er bijna een boek over kunnen schrijven. Waar we bij ons even de ANWB inlopen en een kwartiertje later een internationaal rijbewijs op zak hebben, duurt zoiets hier meer dan een maand, vijf keer een bezoek aan het politiebureau, heel lang wachten in allerlei rijen en dan ook nog eens de confrontatie met onaardige, commanderende medewerkers die het woord service niet in hun woordenboek hebben staan. Waar bij ons in Nederland iedereen binnen een organisatie zijn best wil doen voor een klant, zeker als er iets niet goed is gegaan, iedereen de bereidwillendheid heeft om te helpen en om een probleem op te willen lossen, is die attitude hier soms ver te zoeken. Kom je bij de vreemdelingendienst, omdat je een stempel in je paspoort nodig hebt omdat je hier al een maand bent en je verblijf wilt verlengen, en als je dan eindelijk het juiste armetierige loketje hebt gevonden, zit daar een onvriendelijk dame onderuitgezakt op een stoel achter een met plastic dichtgeplakt raam wegens Covid met onderaan een kier van nog geen 10 cm. Daardoorheen roep je wat je nodig hebt. Paspoorten graag, is het antwoord. De eerste die Pieter erdoorheen schuift, glijdt netjes naar voren in haar richting. De tweede kiept net over de rand naar beneden en blijft daar staan. Dan zegt ze: als je die daar neer legt, dan kan ik er niet bij…… pffffffff, denken wij dan, steek je arm dan uit! Gelukkig is het merendeel van de bevolking vriendelijk en vrolijk en hebben we gelukkig niet al teveel te maken gehad met de bureaucratie van dit land. Maar het is wel 1 van de dingen, waardoor we tegen elkaar zeggen: we zijn er wel klaar voor om weer verder te gaan. Onze volgende stop wordt waarschijnlijk Carriacou, het eiland wat boven Grenada ligt, waar we mooie herinneringen aan hebben van de vorige reis. Als we daar over een kleine week zijn, ingeklaard hebben en de eerste snorkelsessies achter de rug hebben, dan gaan we op zoek naar een duikschool: samen met een instructeur die vaardigheid weer eens oppoetsen, om daarna lekker te gaan genieten van het onderwaterleven. Blue waters, here we come! 

Ondergedompeld

Vandaag gaan we op pad voor onze tocht naar Knini-paati, een klein resort in de jungle aan de Boven-Surinamerivier. Dat is het gedeelte van de rivier, bovenstrooms van het kunstmatige Brokopondo stuwmeer. Dat meer ontstond in 1964, toen de Afobakadam voltooid werd.
Ons avontuur begon met een valse start. Wim (zie de vorige blog) zou met ons meegaan en hij stond al om half negen op de steiger, terwijl we hem pas een uur later verwachtten. Maar dát was niet het probleem, we konden de autosleutel niet vinden! Dus in plaats van rustig koffiedrinken aan boord met Wim, zochten we in alle kastjes, onder alle klepjes, achter alle kussens, we keerden we zelfs de afvalbak om. Tevergeefs. Uiteindelijk blijkt ie toch in Moniques broek van de avond daarvoor te zitten, ondanks dat ze daar al eerder had gevoeld en hem niet had aangetroffen. Dus vertrekken we toch wat gehaast, vol twijfel of we alle benodigdheden wel bij ons hebben. 
We rijden 2 uur zuidwaarts, min of meer parallel aan de Surinamerivier. Langs Paranam, een groot industrieel complex wat in de eerste helft van de vorige eeuw ontstond voor de bauxietwinning en aluminiumproductie. Bauxietwinning is al een aantal jaren niet meer rendabel en een deel van de fabrieken wordt nog wel “slapend” gehouden. Blijkbaar zijn daar heel wat mensen voor nodig, getuige het aantal geparkeerde auto’s.
Wim laat ons stoppen bij een cafetaria langs de weg bij Paranam. De serveerster herkent “meneer Wim” onmiddellijk, en we slaan wat “bakabana’s” (gebakken bananen) in, om later onderweg op te eten. We rijden richting het Brokopondomeer, wat qua oppervlakte even groot is als de provincie Utrecht. We stoppen bij het plaatsje Bronsweg, aan de voet van de Bronsberg, en eten onze bakabana’s. In deze regio zijn veel goudzoekers actief, zowel legaal als illegaal. De impact op het milieu is helaas groot. Onderweg komen ons regelmatig vrachtwagens met enorme opleggers tegemoet, met daarop meestal 2 enorme boomstammen. Volgens Wim wordt het oerwoud leeggeroofd, voor een groot deel legaal, via concessies aan “de Chinezen”. Suriname zelf lijkt weinig van de opbrengsten te profiteren.
Na een tocht van ruim 2 uur komen we aan bij het plaatsje Atjoni, gelegen aan de Boven-Suriname rivier, dus stroomopwaarts (en ten zuiden) van het grote stuwmeer.
Verder naar het zuiden zijn er geen wegen meer. Atjoni is de hub, een soort busstation, waar al het vervoer over water naar het zuiden begint en eindigt. Langs de rivier liggen meerdere dorpen, bevolkt door Marrons, dat zijn de afstammelingen van slaven die in de 19e eeuw van de plantages zijn gevlucht. Zij leven in het oerwoud, ook langs deze rivier. Andere dorpen zijn later ontstaan, toen een aantal dorpen geëvacueerd moest worden door het ontstaan van het Brokopondo-stuwmeer. Die dorpen zijn te herkennen aan het voorvoegsel “Nieuw-“ voor hun naam.

Het vervoermiddel op de rivier is de korjaal, niet alleen hier, maar ook in andere delen van Suriname. De bodem moet sterk zijn, want de rivier is vaak ondiep, er moeten stroomversnellingen worden gepasseerd en dan raakt de bodem vaak de rotsen. Die bodem is uit één stuk, een uitgeholde boomstam, aan de zijkanten verlengd door planken. Er zijn ongeveer 10 zitjes achter elkaar, waar steeds 2 personen op kunnen zitten. Schoolkinderen gaan iedere dag vanuit de verschillende dorpen naar de scholen in Atjoni en weer terug. Al het andere personenvervoer en ook het vrachtvervoer gaat per korjaal. En is de last te zwaar, bvb een tractor of graafmachine? Leg 2 korjalen naast elkaar, een paar planken overdwars en de tractor rijdt er zo op! Zeer indrukwekkend.
Als we arriveren liggen er zeker 20 korjalen te wachten. Sommige worden gevuld door schoolkinderen in uniform. Iedere korjaal heeft in principe een bemanning van 2 personen. De “bootman” is stuurman, hij zit achterin en bedient de 15-80pk buitenboordmotor. Vaak is hij de eigenaar van boot en motor. Voorop zit zijn hulp, die met een peddel helpt om scherpe bochten te kunnen ronden.
Wij worden opgepikt door een boot van ons resort en we ontmoeten Claidell, onze Marron-gids voor de komende dagen, en Toni en Cock, een Nederlands echtpaar dat al jaren op Knini-paati komt. 
De tocht op de rivier is prachtig. Op de oevers alleen maar oerwoud en af een toe een dorpje waar we de vrouwen de was zien doen in de rivier en waar kinderen spelen of vissen. We hebben al te horen gekregen dat de Marrons niet gefotografeerd willen worden, dus daar houden we rekening mee.
Na een uur bereiken we ons resort, dat ligt op een klein eiland in de rivier. Het is in de afgelopen jaren opgebouwd door Nelson, de eigenaar, met veel hulp van Toni, die in Nederland aannemer is geweest. Er zijn een tiental cabins, houten huisjes voor 2-4 personen, en een aantal overdekte, maar verder open gezamenlijke ruimtes om te verblijven en te eten. Cock is kunstenares en heeft de gebouwen en cabins voorzien van prachtige beeldjes van vogels. Samen met Wim zijn we de enige gasten. We worden vertroeteld met lekker eten. We poedelen wat in de rivier en de naast het resort gelegen “sula”, wat stroomversnelling betekent. Claidell maakt een junglewandeling met ons, waarbij we uitleg krijgen over planten en dieren. We zien vogelspinnen en eerder op de rivier liet hij ons ook al een enorme anaconda op de kant zien. Hij toont ons de werking van de “telefoonboom”, een levende tamtam, en leert ons verschillende geluiden herkennen, zoals de roep van de “bospolitie”, een vogel die zijn soortgenoten waarschuwt voor naderende mensen.

De volgende dag maken we een tocht per korjaal langs enkele Marrondorpen. We kunnen de dorpen vanwege covid niet bezoeken, maar Claidell vertelt in de korjaal uitgebreid over de leefwijze van de Marrons, hun zelfredzaamheid door de jacht en door het verbouwen van groenten op de “kostgrondjes”, over de rol van de oom (broer van moeder) bij de vorming van de jongemannen. De plaats van de moeder in de samenleving is heel belangrijk, van haar weet men in ieder geval zeker dat ze familie is van haar kind. Polygamie komt onder de (traditionele) Marrons nog veel voor. Als je het je kunt veroorloven tenminste, want de huisvesting, uitzet en (kostbare) ceremonie die je een volgende vrouw moet bieden mag niet onderdoen voor de eerste verbintenis.
Er is ook een teleurstelling. We hadden erop gerekend dat we onze derde nacht in een junglekamp zouden doorbrengen. Enkelen uren lopen door de jungle met een gids, koken op een vuurtje, slapen in een hangmat. Zo was het aangekondigd, althans zo hadden we dat begrepen (en volgens ons hadden we er ook duidelijk voor betaald). Maar er bleek geen gids beschikbaar die deze tocht met ons zou kunnen maken, Claidell is daartoe (nog) niet bevoegd. De beoogde gids was niet eens in de regio, en sinds covid was dit onderdeel eigenlijk uit het programma gehaald. 
Het was voor ons een grote teleurstelling en dat hebben we ook laten merken. 
Maar toen we terugkwamen van een van de wandelingen troffen we Nelson, de eigenaar, op het resort. Hij had met Wim over onze verwachtingen gesproken. Nelson was heel duidelijk. Het was zijn eer te na en hij ging het regelen. Diezelfde middag vertrokken we met Asser, de oudere broer van Nelson, de jungle in. Claidell en 2 keukenmedewerkers van het resort gingen ook mee, er waren toch geen andere gasten op het resort waarvoor gekookt hoefde te worden. Onze spullen en het eten zouden per korjaal naar het kamp worden gebracht, samen met Wim, Toni en Cock, die dit uitstapje van harte aangrepen.
Drie uur liepen we door de jungle, Asser met machete voorop. Een keer moesten we omdraaien het pad volledig geblokkeerd was door meerdere omgevallen bomen. Toen we aankwamen op het junglekamp brandde er al een vuurtje en waren de eerste Parbo biertjes al open getrokken.
Een uurtje later vertrokken Wim, Cock, Toni en de twee keukendames weer met de korjaal en bleven Asser, Claidell en wij twee achter. De hangmatten werden opgehangen en het vuur voor de maaltijd werd ontstoken. Wat een bijzondere belevenis, de oerwoudgeluiden, de vallende avond, nog even poedelen in de sula, de maaltijd met zijn vieren. Het geplande kampvuur viel letterlijk in het water, doordat het ‘s avonds alleen maar regende. Dan maar op tijd de hangmat in. Monique sliep redelijk, ik heb wat bewuster van de nachtelijke uren kunnen genieten. Toen wij gingen liggen was Asser met zijn geweer en een koplamp de jungle in vertrokken. We hoorden ‘s nachts 2 schoten en de volgende ochtend lagen er een boshaas en een gordeldier klaar om gevild te worden. Asser was apetrots en hij maakte foto’s om naar een Nederlandse kennis te sturen, die hem het geweer had geschonken.
De tocht per korjaal terug was een belevenis op zich. De kreek was heel smal, ondiep en met scherpe bochten, waarvoor de stuurman en de menselijke boegschroef hun uiterste best moesten doen om de boot onder controle te houden. We zagen ijsvogels, handgrote felgekleurde vlinders en een kaaiman die vlak voor ons onderdook. Het was een prachtig slot van onze 4-daagse trip naar het binnenland van Suriname, iets wat we niet snel zullen vergeten.

Zo, ik neem de pen even van Pieter over voor de beschrijving van wat andere belevenissen. Inmiddels hebben we al 4 keer een rondje gegolfd. Het is een leuke baan, met lekker veel ruimte, zodat we de meeste balletjes van Pieter weer terugvinden. 9 holes vinden we wel genoeg bij deze warmte, we proberen dan ook altijd vroeg in de ochtend te spelen. Echt leuk om lid te zijn geworden; we kennen de vaste crew al en het is een mooie manier om in dit warme en vochtige land toch een beetje in beweging te zijn. Naast zwemmen, golfen en ochtendyoga doen we niet zoveel actiefs. Echt wandelen of fietsen zit er niet in, daar is het land niet op ingericht. Wel hebben we onze tweepersoonskayak uitgeprobeerd die we op Tenerife kochten, daar zijn we blij mee. Ook mijn nieuwe SUP-board is een aanwinst, veel lichter, makkelijker hanteerbaar en stabieler in het water.

Na ons jungleavontuur hebben we een paar rustdagen ingelast, even de ervaringen laten bezinken. Gewoon aan boord zijn, wat klusjes klaren, huishoudelijke dingen doen en de administratie wat bijwerken is ook al fijn. In de afgelopen week zijn de Älskling 2 (BE) en Pantera (NL) vertrokken, twee boten die hier al een paar weken lagen. De Belle Fleur (NL) gaat ook verder, daar vieren we nog een leuk afscheidsfeestje mee. En JanJorem (NL) vertrekt over een week. We verwachten een kleine invasie de komende dagen: de Offspring (BE), True North (NL) en DanceMe (BE) komen eraan, gezellig! We genieten van de relatieve rust in deze marina. We weten van andere boten, en we zien het ook op de site van Marine Traffic: het is druk in de Carieb en er komen nog héél veel schepen die kant op, een grote Armada is op dit moment bezig met de oversteek van de Atlantische Oceaan. De Fransen gaan vaak direct naar Martinique of Guadeloupe, de andere nationaliteiten verspreiden zich over Barbados, Grenada of St Vincent en de Grenadines. Maar de parel die Suriname heet, die is bij het grote zeilerspubliek niet bekend; vooral mensen van NL of BE nationaliteit komen deze kant op, een uitzondering daargelaten. De anderen weten niet wat ze missen, en dat laten we graag zo!

We hebben een hele lijst met dingen die we willen doen of zien, gekregen van mijn Surinaamse vriendin Friede en langzaam aangevuld met andere tips, bv van collega Radha die hier geboren is, van Wim, ons lokale contact, van gidsen waar we excursies mee ondernemen of van mensen die we spreken op straat of bij restaurantjes. We bezoeken fort Zeelandia. We kopen een paar mooie boeken over de Surinaamse geschiedenis bij de boekhandel, we eten bij Chi Min waar we écht moeten zijn geweest. Op een zondag gaan we naar de markt in Domburg: nee, geen kraampjes met waren, maar eten, eten en eten: we eten heerlijk Javaans uit bananenblad en willen alles proeven. We krijgen zoveel mee, dat we er twee dagen van smullen. We gaan met een gids de Bronsberg op, een avontuurlijke tocht, zeker na al de regenval van de afgelopen week, en we zijn maar wat blij dat hij veel ervaring als modderchauffeur heeft en dat we in een solide 4×4 zitten. We bezoeken watervallen waar we een douche onder nemen en meteen een megamassage van krijgen, wat een watergeweld. We rijden naar Fort Nieuw Amsterdam, waar we het openluchtmuseum bezoeken en nog meer lezen en zien over de bewogen geschiedenis van dit land. De kolonisatie, wisselende overheersing, de onderdrukking van de inheemse bevolking; het vreselijke slavernij verleden inclusief het leven op de plantages; de import van alle contractarbeiders uit alle windstreken, Javanen, Hindoestanen, Chinezen, Brazilianen, Nederlandse boeren. Maar ook de roerige politieke geschiedenis van de afgelopen eeuw…. Alle informatie begint een beetje op z’n plek te vallen. Het gevolg van dit indrukwekkende verleden, is het land wat we nu zien en meemaken; een land vol tegenstellingen, een smeltkroes van culturen, trotse en veelal aardige mensen met allen een andere achtergrond; alle religies zijn vertegenwoordigd, wat je ook ziet in het straatbeeld. Een enorme variëteit op culinair vlak. Maar ook een land wat gebukt gaat onder een moeizame politieke situatie, met veel achterstand qua onderhoud van gebouwen en wegennet als gevolg, en een enorme inflatie, waardoor veel armoede.  Wat het nou precies is, we weten het niet, maar we merken dat we ons hart aardig aan het verliezen zijn aan dit prachtige land, waar we ons wonderwel thuis voelen.

Als verrassing voor mijn verjaardag, organiseert Pieter een uitje naar Houttuyn, een soort wellnessresort aan de Surinamerivier. Ik word verwend met een saunaritueel, een bloemig voetenbadje, lichaamsscrub en een geweldige lichaamsmassage van top tot teen. Na het diner blijven we slapen in een soort luxe tent, een huisje met wanden van tentdoek, waar doorheen we ’s ochtends een prachtig vogelconcert horen. Eenmaal terug in de marina blijkt er een taart klaar te staan, en niet zomaar een taart: zo eentje heb ik nog nooit gezien; enorm en prachtig versierd met tropisch fruit! De dag ervoor was Offspring aangekomen, met jarige Stijn aan boord; toen we op het punt stonden de taart aan te snijden op 2 februari, kwam True North binnen en Wichard bleek ook 1 februari jarig te zijn geweest. Hoe leuk om zo’n mooie taart te delen met 3 andere crews en 3 jarigen onder ons!! Ik kijk terug op een geweldige verjaardag, mede dankzij alle lieve berichten, appjes, telefoontjes en gezang, compleet met taart en verrassingen. Op naar de volgende 47 jaar 🙂

Inmiddels is de crew van DanceMe ook gearriveerd. Hans en Liesbeth kennen we inmiddels al heel wat maanden, sinds de Spaanse ria’s. Over een week gaan we met hen een avontuurlijke jungletrekking ondernemen van 5 dagen, waarbij we in drie verschillende dorpen gaan slapen ergens aan de boven-Surinamerivier. Ik schat in, dat we na dat mooie avontuur een beetje klaar zijn om verder te trekken en de bruine Suriname rivier te verwisselen voor azuurblauw. Onze tickets naar huis zijn gekocht, direkte vluchten met KLM van Trinidad naar Schiphol. Eerst nog een maand naar Grenada en bijbehorende eilanden en dan richting eindbestemming van dit seizoen: in Trinidad gaat de boot de kant op. Nog twee en halve maand genieten van onze reis en de bijbehorende vrijheid en dan op naar ons Nederlandse bestaan waar we ook naar uitkijken.