Zomer in zuid Bretagne

Uiteindelijk zijn we 6 dagen in Camaret gebleven, 3 nachten in de haven en 3 nachten voor anker. Dit was eigenlijk niet het plan, maar het liep zo. We hadden de tijd ook even nodig om wat te settelen en om een paar klussen te klaren waar we nog steeds niet aan toe waren gekomen. Het weer was matig, veel grijze luchten en regelmatig van die gestage regen; prima om binnen te zitten, wat te lezen en de boot beter in te richten. Op droge dagen buiten wat dingen verbeteren. Zo is het achterschip inmiddels ingericht: het hekanker hangt op z’n plek, de reddingsmiddelen hangen aan de reling en de hengelhouders zijn geïnstalleerd. We hebben geoefend met het te water laten en hijsen van de dinghy en kunnen nu (net als échte wereldzeilers 🙂 ) ’s nachts onze dinghy uit het water takelen.

Het erop zetten van de nieuwe tweedehands buitenboordmotor ging opvallend gemakkelijk met de takel, wat een verbetering ten opzichte van vorige keer! Helaas bleek de motor alleen niet te starten….. tja, tegenvallers horen erbij. Dus op zoek naar een monteur. Naar de kant geroeid, in een watersportzaak navraag gedaan, zij verwezen weer naar de haven. In de haven de shop gevonden (dicht, want lunchtijd). Twee voicemails ingesproken, vaste en mobiele lijn. Een week later inmiddels en de beste man heeft ons nog steeds niet teruggebeld. Gelukkig hebben we daar dus niet op gewacht en advies gevraagd aan onze Nederlandse verkoper van de motor: hij MOET het doen, gewoon choke en gashandel volle bak open en dan starten. En als dat niet werkt, wat klappen geven op de carburateur. Heee, dat klinkt als een Monique-aanpak. En inderdaad: die klappen hielpen, wroemmm….. Na nog wat opstartkuren, doet ons moteurtje het nu als een zonnetje! We zijn superblij met onze keuze; de foldable rib van 2.75 meter (dus harde bodem en toch geen groot pakket vóór op het dek) in combinatie met de 8 pk tweetaktmotor, dus veel meer power, we kunnen zelfs met z’n tweeën in plané, gaaf!

Deze rustdagen deden ons goed. Alles voelt nu veel meer af, dus tijd om de wereld te gaan verkennen! 

We hebben weer zin om te gaan zeilen. Nou, we worden die dag en de daaropvolgende nacht toch beloond!! We vertrekken als de lucht nog bewolkt is, maar deze trekt helemaal open. We zeilen met gennaker richting zuiden, zonder problemen door Raz de Sein, waar we precies bij slack aankomen, dus geen last van hinderlijke golven of enorme tegenstroom. Dan buigen we af naar het oosten en hebben een mooie voor-de-windse koers waarbij we alle andere boten achter ons laten, die zitten te rommelen met spinnakers en invallende voorzeilen, terwijl wij met onze ideale set-up (grootzeil aan lij, uitgeboomde genua aan loef en werkfok strak aan lij) zonder al te veel geschommel voortwaarts gaan.

Île de Glenans is ons doel, dus dat betekent een nacht doorzeilen. De nacht valt en we zien de mooiste sterrenhemel sinds jaren! Wat is dat toch prachtig, we blijven ernaar kijken. Lang geleden dat ik de melkweg zo duidelijk zag als hier op dit Bretonse water. De wind zakt in en het schip gaat steeds langzamer, tot de wind er helemaal mee ophoudt en we met 0.0 knopen op de teller nog steeds 0.8 knopen doen door de stroom mee. Prima, dit houden we een paar uur vol met alleen een grootzeil op, omdat we toch niet eerder dan bij ochtendgloren aan willen komen. De beoogde baai ligt vol met wel 16 schepen, heel fijn dus dat we rond 6 uur in de ochtend al goed genoeg kunnen zien om een veilige plek uit te zoeken.

Als we veilig liggen duiken we ons bed in om pas rond half elf te ontwaken. De helft van de boten is al vertrokken en we schuiven een stukje dichter naar de kust. Wat een gaaf plekje om voor anker te liggen! We blazen paddleboard en kayak op en varen een rondje rond het eilandje, een tocht van circa 5 km, langs rotsen en mooie zandstrandjes waar het een drukte van belang is omdat er een zeilschool zit, op dit verder onbewoonde eilandje Penfret. Leuk om de jeugd bezig te zien in allerlei kleine bootjes op het water. Die avond bbq aan boord en de finale van het EK kijken, languit in onze loungehoek. We kijken elkaar aan en realiseren ons dat we in de vakantiestand zijn gekomen!

De volgende dag vertrekken we richting oosten, deze keer naar Belle île waar we al zoveel goede verhalen over hoorden. Weer veel zon, dolfijnen rond de boot en mooi zeilen met Atlantische deining van achteren. We zien zovele zeiltjes aan de horizon, we zijn duidelijk niet de enigen hier. De watermaker wordt vandaag zonder problemen weer in gebruik genomen. Geweldig dat zo’n apparaat het nog goed doet na vier jaar in onze schuur te hebben gestaan. Pieter was er een beetje bezorgd over, en haalt nu opgelucht adem, weer een vink!

Rond half zes komen we aan bij de meest noordelijke haven van Belle île, Sauzon. We hadden al gelezen dat je hier in de voorhaven kon raften tussen twee moorings in. De havenmeesteres helpt ons met vastleggen, stoer staand in haar snelle dinghy, de krullen bijeengebonden. We liggen met twee boten naast elkaar met een mooring voor en eentje achter, voor ons iets nieuws. De volgende dag gaan we met de fietsen op pad: eerst op de koffie bij Morgane of Sark die in Le Palais ligt, de hoofdstad. Erg gezellig, en leuk om dochter Mila te ontmoeten. Dan verder het eiland verkennen en we genieten van de ruige zuidkust, port de Cotton, waar Monet ooit de ruige rotsen vastlegde in pasteltintel. Hoog opspattende golven door de inmiddels flink opgestoken ZW wind. We ontdekken de hartige galettes en eten de eerste oesters. Als we terugkomen bij de boot, liggen we inmiddels met z’n zessen gestapeld tussen de twee boeien, en het is een hotsebotsen van belang bij de inkomende deining. Het voelt voor ons erg onwennig, al dat geruk aan de lijnen en zovele boten als een kluwen bovenop elkaar. We zijn heel benieuwd hoe de buren er uit moeten komen, die in het midden van dit rijtje liggen en de volgende ochtend van plan zijn om 6 uur te vertrekken….. Dat plan horen we snel, omdat ze ons meteen uitnodigen voor een rumpunch in hun kuip. De buurboot zit er al. Leuk om zomaar spontaan te borrelen met Fransen en lokale dingen te horen. 

De volgende ochtend gaat het vertrek inderdaad zonder problemen maar het is wel een gedoe met doorgeven van lijnen. In elk geval weer een ervaring rijker. 

Die dag spelen we ons eerste rondje golf van De Grote Golf-competitie die de komende tien maanden gaat duren: one-up voor Monique! Geweldig gelegen linkscourse met een paar uitdagende holes, afslagen over ravijnen waarin golven kapotbeuken op de rotsen wat een indrukwekkend lawaai maakt. De zon breekt volledig door en vanaf elke hole hebben we uitzicht over zee. Dik genieten, we voelen ons bevoorrecht dat we op zo’n plek kunnen spelen.

Eenmaal weer terug op de boot, zijn we binnen 20 minuten klaar om los te gooien. Om half 6 varen we weg, op naar de volgende bestemming, île d’Houat, waarover we ook al zoveel hoorden. De Fransen van gisterenavond zeiden ons nog dat we dit echt niet mochten overslaan, het is maar 10 mijl zeilen. Rond 20 uur komen we aan in een enorme baai, aan de oostzijde van het eiland gelegen en er liggen wel 200 boten! Terwijl we laatst een baai met 16 schepen al vol vonden….. maar zoals ons al was verteld; laat je niet afschrikken, er is altijd wel een plekkie te vinden. We liggen heerlijk voor anker terwijl de zon ondergaat en slapen als rozen. Als we wakker worden is het strakblauw en dat zal het de komende week blijven. De zomer is eindelijk aangebroken en de temperatuur schiet omhoog, het eerste zwemmetje is een feit. We dachten dat het een onbewoond eiland zou zijn, dus wat een verrassing toen bij verkenning bleek dat er een superschattig dorp was met witte huizen, blauwe kozijnen en overal bloemen, vooral stokrozen en hortensia’s. Een goede bakker, twee supermarkten en een restaurantje waar we een kop koffie drinken met uitzicht over de zee. Prachtig wandelen. In dit paradijsje willen we wel even blijven!

Overdag kijken we onze ogen uit in de baai: zoveel levendigheid, schepen die komen en gaan, allerlei watergadgets waarvan we de sup-plank met foil en zwevend zeil het meest bijzonder vinden. In de namiddag verhuizen we naar een iets kleinere baai aan de andere zijde van het eiland omdat de wind gaat draaien. Ook vanuit die baai maken we de dag erna een enorme kustwandeling van ruim 2,5 uur. Waar we ook kijken, in elke kleine baai rondom dit rotsige eiland liggen wel een paar schepen voor anker. En waar we ook kijken over zee, overal zien we vele witte zeiltjes, wat een zeilersparadijs! Harrie en Roosje hebben niets teveel gezegd en we begrijpen helemaal dat ze na tien jaar varen met hun boot in Bretagne, dat ze nog steeds niet zijn uitgekeken! En dan hebben wij nog maar een glimp van dit alles gezien…

We zitten nog in de fase dat we van alles aan het uitproberen zijn. Zo doen we een dag wat wasjes met de nieuwe wasmachine, wat prima blijkt te gaan, al is het gehele proces erg tijdrovend. We installeren de bimini met de twee flexibele zonnepanelen. Nu hebben we dus 6 zonnepanelen in werking: die blijken op zo’n zonnige dag wel 30 ampère te leveren!! We hebben gewoon stroom over, de accu’s zijn hartstikke vol en dat terwijl we al meer dan een week niet meer in een haven zijn geweest. We zetten de boiler dus aan om met het teveel aan stroom het water te verwarmen: heerlijk om heet af te douchen na een zwemmetje in water van 18,5 graden. We gebruiken nauwelijks gas, koken eigenlijk al vanaf het begin al het water elektrisch en als we voor anker liggen kook ik op het inductieplaatje. Heerlijk groen en self-supporting 🙂

We zijn helemaal in de zomerstand gekomen en er is ook ruimte ontstaan voor andere dingen zoals yoga en sporten aan dek, ochtendmeditaties, paddleboarden, maar ook het schoonmaken van het onderwaterschip. Daar blijkt een indrukwekkende baard van enkele centimeters groen gras op te zijn gegroeid sinds de te waterlating in maart dit jaar. Tja, met een groter schip is deze klus ook beduidend meer werk en door het nog koude water een klus die we in meerdere dagen pas klaren.

In een opwelling knip ik mijn haar, weg met die lengte. Ik heb nu weer een wilde bos krullen. Pieter loopt rond in alleen zijn korte broek en op het midden van de dag is een bikini voor mij meer dan voldoende. Blij zijn we met onze bimini met aanritsbare flappen, schaduw is erg welkom bij volle bak zon en dertig graden. ’s Avonds eten we in het lokale restaurant en delen een assiette fruits de mer. 

Inmiddels is het zondag en daarstraks voer de Anna de baai binnen, de fraaie Breehorn 44 van Irene en Maarten. Een mooie gelegenheid om samen met hen de fles bubbels te openen die we van Merel&Johan hebben gekregen en wat leuk dat ze heerlijke verse en joekels van oesters meenemen, wat een prima combinatie! Kortom: de zomer is begonnen!